Reviews
FEM/DeWeek, 21 september2002
Duistere kant van het bedrijfsleven
Eenzijdige aanklacht tegen multinationals irriteertMichiel Couzy
Het zijn gouden tijden voor
antiglobalisten. Topmensen van bedrijven als Enron en Worldcom verschijnen geboeid
op televisie en moeten zich voor commissies verantwoorden voor hun bedrog. Miljoenen
mensen kunnen in de kranten lezen hoe hun pensioengeld is verpatst door deze bestuurders.
Dit uitschot van het kapitalisme heeft duidelijk gemaakt hoe multinationals kunnen
bedriegen. Daar hebben antiglobalisten geen spandoek voor hoeven te ontrollen.
Vorige maand kwamen politici bijeen in Johannesburg om te praten over duurzame
ontwikkeling. Het resultaat was een bleke verklaring zonder concrete verplichtingen.
President George Bush kwam niet eens! Miljoenen mensen konden aanschouwen hoe
politici omgaan met armoedebestrijding. Westerse landen hebben zelf duidelijk
gemaakt dat ze die armoede niet al te serieus nemen. Daar hoefden antiglobalisten
geen rookbom voor te werpen.
Wie denkt dat deze praktijken incidenten zijn, moet de bundel Battling Big Business lezen. Deze is samengesteld door de Nederlandse activiste Eveline Lubbers, tevens oprichtster van Jansen & janssen, een bureau dat politie en geheime diensten in de gaten houdt. Diverse auteurs, die verwantschap hebben met het activisme, leverden artikelen over methodes die grote bedrijven hanteren om hun imago op te poetsen en tegenstanders van de milieu? of antiglobaliseringsbeweging uit te schakelen.
Die methodes komen voort
uit het besef van multinationals dat ze non?gouvernementele organisaties serieus
moeten nemen. Het drama omtrent de ontmanteling van het olieplatform Brent Spar,
waarbij Shell slachtoffer werd van een vals publicitair offensief van Greenpeace,
maakte dit al duidelijk. Ook de aandacht voor de executie van activist Ken Saro-Wiwa
in Nigeria, waar nog altijd een zweem van betrokkenheid van Shell omheen hangt,
opende het bedrijfsleven de ogen. En als ze nog niet wakker waren, dan zijn
de alarmbellen definitief gaan rinkelen na demonstraties van antiglobalisten
in Seattle, Washington, Praag en Genua tijdens bijeenkomstenvan de Wereldhandelsorganisatie,
de G8 of Wereldbank.
Op het eerste gezicht lijkt de antiglobaliseringsbeweging een bonte, ongeorganiseerde
verzameling van milieuactivisten en anarchisten die tegen alles aanschoppen
wat naar geld ruikt. Achter deze façade gaat echter een semi-professionele
organisatie schuil, die via internet intensief contact houdt, zich maanden voorbereidt
op een top en zich laat adviseren door professionals.
Bedrijven zijn niet bang
vuile handen te maken in de strijd tegen deze bewegingen. Ze huren dure persbureaus
in om gemanipuleerde informatie naar buiten te brengen over subversieve activiteiten
van activisten. Lubbers beschrijft hoe bedrijven als C&A en Numico spionnen
gebruiken om te infiltreren in actiegroepen of hun vuilnis door te spitten.
Sony huurde bedrijven in om de activiteiten van Greenpeace en zijn aanhangers
op internet te monitoren.
McDonald's gebruikte zeven spionnen om de mensen achter de Engelse beweging
London Greenpeace te achterhalen, die pamfletten uitdeelden onder de titel:
'Wat is er fout aan McDonald's.' Shell laat zich ook niet onbetuigd. Het huurde
een voormalige agent van de Britse geheime dienst in, die als filmmaker de wereld
over reisde, tegenstanders van Shell interviewde voor een nepdocumentaire en
alle informatie doorsluisde naar de oliemaatschappij.
Lubbers dist stuitende
voorbeelden op over de praktijken van multinationals. Vervelend echter is het
toontje waarmee dit gebeurt. De morele superioriteit druipt hier en daar van
de bladzijdes af. De auteurs weten hun activistische achtergrond niet te overstijgen,
waardoor de berichtgeving zeer eenzijdig is. Dat Greenpeace in de Brent Spar-affaire
zelf informatie manipuleerde en dat later moest erkennen, staat in precies één
zin te lezen. De rol van Shell wordt daarentegen in bijna alle hoofdstukken
uitgebreid herhaald.
De beschrijvingen van demonstraties van antiglobalisten zijn bijna romantisch.
Slechts excessief optreden van de politie verstoorde de sfeer. Dit eenzijdige
beeld van de gebeurtenissen laat de lezer vertwijfeld achter: is hij nu zelf
het slachtoffer geworden van de pr-machine van activisten?