Schone Schijn
Inleiding
Eveline
Lubbers
Schone schijn gaat niet over duurzaam ondernemen, verantwoordelijkheid
van bedrijven of de verdiensten van bedrijven die banden met niet-gouvernementele
organisaties aangaan. Er zijn al genoeg boeken die goede bedoelingen binnen
bepaalde bedrijven voor werkelijke verandering aanzien.1 Mijn doel is
veeleer om de bedrijven aan de kaak te stellen die zich voordoen als ethische
ondernemingen, terwijl ze tegelijkertijd hun toevlucht nemen tot een heel
pakket smerige streken. Ik wil mensen op die verborgen agenda attenderen
en ze ervan doordringen dat vrijwel elke PR-handeling en ieder contact
tussen bedrijven en hun stakeholders een strategische component heeft.
Met enig begrip van bedrijfsbedrog kun je dergelijke manipulatie herkennen
en er iets aan doen. De beste manier om die grote machten aan te pakken
is hun strategieën te onthullen en openbaar te maken. Alleen informatieoverdracht
kan de gevolgen van dergelijk bedrijfsbedrog verkleinen.
Voor dit boek heb
ik ervaren actievoerders en onderzoekers uitgenodigd om de strategieën
uiteen te zetten die moderne olie-, tabak-, fastfood- en high-techbedrijven
gebruiken tegen hun criticasters: ze dopen zich om tot milieuvriendelijk,
ze coöpteren hun critici, ze richten mantelorganisaties op die zich
voordoen als organisaties van bezorgde burgers, lobbyen achter de schermen
bij overheden en internationale instellingen of instanties, klagen hun
critici aan wegens smaad, en huren privé-detectives in om bij tegenstander
te spioneren en zelfs te infiltreren.
Bedrijven staan tegenwoordig
zwaarder onder druk dan vroeger. De manier waarop ze omgaan met milieu,
arbeid en consumenten roept vaker negatieve publiciteit op, en daarmee
ligt het gevaar van lagere aandelenkoersen op de loer. Veel grote bedrijven
gaan daarom tot tegenmaatregelen over om de activiteiten van de georganiseerde
tegenstanders te bestrijden.
Tegenwoordig wordt de waarde van een bedrijf veeleer bepaald door identiteit
dan door producten of diensten. Hoe meer bedrijven in de richting gaan
van merkidentiteit (zoals Naomi Klein in haar boek No Logo heeft uitgelegd),
des te kwetsbaarder ze zijn voor aanvallen op dat imago. Tegelijkertijd
worden bedrijven even machtig als regeringen en moeten ze er dus rekening
mee houden dat ze op vergelijkbare wijze verantwoording moeten afleggen.
Klanten eisen duurzaamheid, aansprakelijkheid en transparantie.
Het is voor de moderne
multinational een PR-nachtmerrie geworden om onder de druk van actievoerders
de greep op de media te verliezen. Daar is de branche door schade en schande
achter gekomen. Shells verloren strijd om de Brent Spar en de mensenrechtensituatie
in Nigeria die de oliefirma achtervolgt, bleken mijlpalen voor de manier
waarop grote bedrijven met maatschappelijke verantwoordelijkheid omgaan.
Monsanto is beroemd geworden door zijn grove onderschatting van het Europese
verzet tegen de introductie van genetisch gemanipuleerde producten.
De verhalen van 'spindokters' kunnen de toenemende kwetsbaarheid van een
bedrijf niet tegengaan. PR-afdelingen zijn onvoldoende toegerust om de
complexe eisen van stakeholders te bevredigen. Tenzij een bedrijf daadwerkelijk
zijn controversiële beleid wenst aan te passen, heeft het veel strategieën
nodig om zich te wapenen tegen de gevolgen van de kritiek.In de eerste
plaats moet een bedrijf weten wat het te wachten staat. Risicoanalyses
gaan niet alleen meer over details omtrent de wereldeconomie, oorlogen
in verafgelegen landen en nieuws over de concurrentie, maar ook over het
risico om aan campagnevoerders, boycotters en internetactivisten ten prooi
te vallen. Informatie uit open bronnen is onvoldoende om die risico's
in te schatten. Informele gegevens zijn, ongeacht de manier waarop ze
worden verkregen, goud waard. De gewenste informatie blijft niet beperkt
tot concrete actiescenario's, maar kan ook zo breed of vaag zijn als discussies
over langetermijnstrategieën, sfeerimpressies van een groepering,
verbanden tussen organisaties, hun mogelijkheden tot netwerken, info over
fondsen en financiering - de lijst is onafzienbaar. En datzelfde geldt
voor de manieren waarop die informatie te verwerven is.
De inlichtingen over
actievoerders, NGO's en andere stakeholders, hun ideeën en plannen
vormen het materiaal waarop bedrijven hun tegenacties baseren. Het is
in het kader van de grote greenwash-operatie voor bedrijven normaal geworden
om hun activiteiten voor te stellen als ethisch en duurzaam. Wat er daarna
gebeurt, hangt af van het bedrijf in kwestie en van de politieke stand
van zaken van het ogenblik.
Niet ieder bedrijf zal de hele trukendoos vol list en bedrog opentrekken
die in dit boek aan de orde komt. Er zijn er ook die het laten bij een
gebaar naar de stakeholders en het opjagen van hun PR-machines. Sommigen,
zo zal uit de volgende hoofdstukken blijken, zullen een ingewikkelde verdeel-en-heersstrategie
opzetten door de dialoog aan te gaan met 'gematigde' critici en die te
scheiden van hun 'radicale' soortgenoten. En anderen grijpen naar achterbakse
methoden die sterk afwijken van het imago dat ze publiekelijk willen ophouden.
Als de druk hoog oploopt, gebruiken sommige bedrijven meer dan één
soort tegenaanval tegelijk. Toen Shell zijn alom geprezen website opzette,
waarop gevoelige onderwerpen als mensenrechten en klimaatverandering werden
behandeld en Shell stakeholders uitnodigde tot een dialoog, huurde het
tegelijkertijd gespecialiseerde bedrijven in die in de gaten moesten houden
wat er op internet over Shell werd gezegd, en nam het detectivebureaus
in dienst. Een van die bureaus bleek gebruik te maken van een spion die
zich uitgaf voor actievoerder en journalist.
In mijn werk, het
ondersteunen van actievoerders, ontmoet ik te vaak mensen die in de problemen
zijn geraakt doordat ze geen rekening hadden gehouden met dit soort bedrijfsrepresailles.
Bij gebrek aan controle kunnen tegenmaatregelen van bedrijven de stabiliteit
van een groep aantasten, individuele actievoerders uitputten of het succes
van een campagne tenietdoen. Of het nu uit ontkenning, arrogantie, naïviteit
of eenvoudig tijdgebrek voortkomt, actievoerders weigeren vaak in te zien
dat hun campagne aan manipulatie ten prooi zou kunnen vallen. Ze herkennen
de gevolgen van bedrijfsbedrog soms te laat, of misschien wel nooit. Enig
bewustzijn van de risico's zou de schade kunnen beperken.
Tactieken en strategieën die in Europa worden toegepast, kunnen afwijken
van wat in de VS of elders gebeurt, maar actievoerders - van NGO's tot
NIMBY-groepen, van bezorgde burgers tot radicale hervormers - moeten zich
realiseren dat ze het volgende doelwit kunnen zijn.
In het eerste deel
van dit boek komt een hele reeks praktijkgevallen voor - worst-case-scenario's,
zo je wilt - waarmee de tot nu toe bekende grenzen worden afgetast van
wat er kan gebeuren als een bedrijf op toeren raakt. De tijdsspanne waarin
deze verhalen zich afspelen toont aan dat het bedrijfsleven er al minstens
tien jaar werk van maakt om kritiek te vermijden. Sommige strategieën
stammen zelfs uit de jaren zeventig: de aanval tegen de boycot van de
Zuid-Afrikaanse apartheid en de campagne tegen babyvoeding van Nestlé.
Elk hoofdstuk gaat over een specifieke aanvalsstrategie: dialoog, greenwash,
censuur, monitoren of spioneren. Enige overlap tussen de verschillende
verhalen is onvermijdelijk, en verbindt de verhalen met elkaar. De gevallen
die hier worden behandeld schetsen samen een groter beeld, waaraan de
lezer hopelijk zelf zijn conclusies kan verbinden.
Deel twee van dit boek onderzoekt de tactische instrumenten die actievoerders,
journalisten en andere bezorgde burgers kunnen aanwenden: in de eerste
plaats de onthulling. Onderzoek en de publicatie van uitgelekte documenten
zijn slechts twee manieren om bedrijfsbedrog te bestrijden. Het gebruik
van bedrijfssymbolen analyseren en de betekenis van machtssymbolen ondermijnen
door eenvoudige dingen als straattheater kan ook een inspirerende manier
zijn om ze aan de kaak te stellen. Ik hoop dat deze suggesties inspirerend
zijn en vertrouwen zullen wekken in alternatieven, vertrouwen in de kracht
van de creativiteit en het optimale gebruik van nieuwe media. De kernbegrippen
zijn wat dit aangaat originaliteit, verrassing, kleinschaligheid, snelheid,
betrokkenheid, besluitvaardigheid, helderheid en doorzettingsvermogen.
De invloed van campagnes
tegen bedrijven nam tijdens het schrijven van dit boek toe, toen de 'movement
of movements' (vaak betiteld als de antiglobaliseringsbeweging) goed op
gang begon te komen. In de afgelopen paar jaar is de beweging zichtbaarder
geworden, zowel op straat als op internet; de aandacht van de media groeit
explosief; en de publieke opinie neemt de denkbeelden over. Actievoerders
hebben de energie waarmee ze terugkeerden van de grote, soms wereldwijde
protestbijeenkomsten (ook wel 'summit-hopping' genoemd) constructief gebruikt
om op regionale schaal nieuwe ideeën uit te werken.
Na zware politierepressie op de Europese top en de G-8 in de zomer van
2001 pleitte een groeiend aantal mensen voor een nieuwe benadering. Een
van de demonstranten in Göteborg raakte in juni ernstig gewond door
een kogel, en in juli werd er iemand in Genua van dichtbij doodgeschoten.
Er was duidelijk verandering op til. Maar niemand had kunnen bevroeden
dat die verandering zoiets zou zijn als er op 11 september gebeurde. De
afschuwelijke gebeurtenissen in New York, Washington en Pennsylvania hebben
de beweging gedwongen haar positie opnieuw te doordenken, zoals Naomi
Klein in haar voorwoord benadrukt.
Hoewel campagnes die aan beroemde merken werden opgehangen erg nuttig
zijn geweest als eye-opener, als handig hulpmiddel om internationale kwesties
te verklaren, is het nu tijd om deze imago-oorlog te heroverwegen, zonder
meteen de waardevolle antibedrijvencampagnes op te geven die het protest
op straat zo lang hebben geïnspireerd.
Bovendien heeft het tijdperk na 11 september in de VS en de rest van de
westerse wereld antiterreurwetten opgeleverd. Nieuwe wetten waar rechtse
partijen en het bedrijfsleven al lang op aandrongen, werden zonder veel
tegenstand aangenomen. In de haast om het vage monster van de terreur
te bestrijden worden burgerrechten met voeten getreden. De definitie van
terrorisme was al na de Battle of Seattle in 1999 door de FBI zodanig
verruimd dat 'anarchistische groeperingen' als Reclaim the Streets er
nu ook onder vallen.
Maar de reactie op
11 september zal uiteindelijk wel afnemen. De acute ontwrichtende gevolgen
voor antibedrijvencampagnes zullen in elk geval niet van blijvende aard
zijn. Op de wereldtop van PR-adviseurs die in november 2001 in San Francisco
werd gehouden2 stond maatschappelijk verantwoord ondernemen nog steeds
hoog op de agenda. En een blik op de enorme verschillen tussen de afgebroken
WTO-gesprekken in Seattle en de overeenstemming die in Qatar is bereikt,
is voldoende om in te zien dat we het aan onze vrienden op het zuidelijk
halfrond verschuldigd zijn de strijd tegen de macht van de bedrijven voort
te zetten.
In tegenstelling tot de 'usual suspects' - de grote bedrijven uit de VS
en Europa - worden de meeste bedrijven uit Azië en van elders nauwelijks
in de gaten gehouden. De naleving van verantwoord ondernemerschap verloopt
slordig en onsamenhangend, en in zware economische tijden als deze wordt
vaak bezuinigd op dergelijk beleid. Misschien is het moment gekomen om
de banden met onze geestverwanten in Azië en het zuiden aan te halen
en te gaan nadenken wat we kunnen doen om hun problemen aan te pakken.
De Noorse groepering
NorWatch past een methode toe die ook elders van nut kan zijn. Deze onafhankelijke
waakhond houdt de prestaties van Noorse multinationals in Azië, Afrika
en Latijns-Amerika op het gebied van arbeidsomstandigheden en milieu bij.
NorWatch verzamelt verklaringen van ooggetuigen, bezoekt dochterondernemingen
van de bedrijven die het onderzoekt, inspecteert milieuomstandigheden,
ondervraagt personeelsleden, zoekt mensen in de gemeenschap op en hoort
de meningen van het plaatselijke management aan.
Het feit dat NorWatch zich specifiek op Noorse bedrijven richt, garandeert
aandacht van de media in eigen land. Die aandacht leidt tot druk, waardoor
de groepering het beleid van de bedrijven kan beïnvloeden, terwijl
ze tegelijkertijd de mening kan laten horen van de personeelsleden en
gemeenschappen die op de een of andere manier hun slachtoffer zijn. Het
werk van NorWatch wordt in Noorwegen behoorlijk goed ontvangen. Het heeft
een concrete dimensie aan het globaliseringsdebat toegevoegd door mensen
en bedrijven uit te kiezen waarmee het publiek zich verbonden kan voelen.
Dit soort campagnes kan een lokaal alternatief vormen voor de internationale
demonstraties met hun toenemende repressie, en biedt concrete doelen om
zich op te richten.3 Ook zou het aantrekkelijk zijn het onderzoek zodanig
te verbeteren dat het meer ondersteuning biedt aan campagnes van actiegroepen.
Daartoe zou de capaciteit moeten worden vergroot en zou er meer geld beschikbaar
moeten komen om de continuïteit van het huidige werk te garanderen.
Dit boek is een uitvloeisel
van de derde Next 5 Minutes-conferentie, een bijeenkomst van media-activisten
in Amsterdam in 1999. Daar bracht ik een panel van experts samen om de
reikwijdte en de geniepige aard van enkele tactieken te onthullen die
bedrijven gebruiken om greep te krijgen op de media en de consument. Na
afloop bespraken we de moeilijke positie van de actievoerder-journalist
in het licht van de toenemende behoefte aan onderzoeksjournalistiek op
dit terrein. Afgezien van de problemen met tijd en geld en de afnemende
publicatiemogelijkheden bleek er een dringende noodzaak te bestaan om
door het algemene mediacircus serieus te worden genomen.
Dit boek wil onafhankelijke
journalistiek ten bate van de campagnes van actievoerders inspireren,
zowel door een spreekbuis te vormen voor onderzoeksactiviteiten en analyse,
als door aan te zetten tot een speurtocht naar nieuwe manieren om de boodschap
over te brengen.
Het laatste stuk in dit boek, over het Pandoraproject, is gewijd aan activiteiten
die hierna gaan plaatsvinden. Om de reikwijdte van Schone schijn te vergroten
worden nu verschillende projecten opgezet, om zodoende een permanent forum
van experts te krijgen dat informatie over tegenmaatregelen wil uitwisselen,
dat onderwerpen voorstelt voor onderzoek door actievoerders en dat middelen
vergaart voor antibedrijfscampagnes.
Dit boek is een eerste stap: de strijd is net begonnen.