Shell gaat samen met Esso en Elf nieuwe olievelden aanboren in Tsjaad, en meer dan 1000 kilometer pijplijn aanleggen dwars door het tropisch regenwoud van Kameroen naar de Atlantische kust. Uit het contract dat is afsloten met de regering van Kameroen, blijkt dat de oliemaatschappijen rekening houden met grote problemen rond het project. Shell en consorten krijgen onbeperkt de bevoegdheid om 'in geval van nood' op te treden tegen situaties die het project bedreigen. De olie-politie kan zo nodig beschikken over bijstand van de politie of het leger.
De Wereldbank, die dezer dagen haar standpunt bepaalt over een
lening voor de pijplijn, is er niet gerust op. Het Milieuteam
van de Bank veegt de vloer aan met de rapportages over de
effecten voor het milieu van de plannen van de
oliemaatschappijen. De gevolgen voor de natuur, bedreigde
diersoorten en inheemse volken zijn absoluut onvoldoende in
kaart gebracht en de schadeloosstelling van de lokaal
betrokkenen is nauwelijks geregeld.
De Commissie Milieu-Effect
Rapportage, die deze zomer op verzoek van ex-minister Pronk
een advies uitbracht, waarschuwt dat de politiek onstabiele
situatie ter plaatse gecombineerd met mogelijke frustraties
over wat de olie-exploitatie uiteindelijk voor de landen zelf
oplevert, garant staat voor sabotage en andere vormen van
verzet.
Minister Zalm van Financiën beantwoorde de vraag of hij bang
was dat Tsjaad zou kunnen uitgroeien tot een tweede Nigeria,
begin april in de Tweede Kamer al met een kort maar krachtig
'ja'.
Het is nog maar twee jaar geleden dat Shell op de aandeelhoudersvergadering de vernieuwde business principles presenteerde, een gedragscode met aandacht voor milieu en mensenrechten. Aanleiding voor deze drastische koerswijziging waren problemen rond de Brent Spar en kritiek op de nauwe samenwerking van Shell met het militaire regime in Nigeria. Toenmalig president-directeur Cor Herkströter nam het voortouw in de discussie over politiek correct ondernemen. Openheid was de kern van de nieuwe strategie, de dialoog stond hoog op het programma.
De mooie woorden van de oliegigant wekten bij Milieudefensie
de nodige argwaan. De milieubeweging ondersteunt al jaren
campagnes van zusterorganisaties in Nigeria tegen Shell.
'Vooral in de communicatie is veel veranderd. Ze letten nu
veel beter op hoe ze naar buiten treden', zegt Irene Bloemink
van Milieudefensie Earth Alarm. 'Profits & principles, het
eerste geheel vernieuwde jaarverslag van Shell International, is alleen uitgegeven in het Engels en het Nederlands. Dat
geeft aan waar de mensen zitten die zij als een bedreiging
zien'.
Misschien waren de goede voornemens van Shell niet meer dan
een geslaagde PR-campagne om critici de wind uit de zeilen te
nemen.
Het is de vraag of de oliegigant echt iets heeft geleerd van
de fouten in Nigeria. Bij het nieuwe project in Tsjaad en
Kameroen waarin Shell voor 40 procent deelneemt (naast Esso en
Elf met belangen van respectievelijk 40 en 20 procent), lijkt
het meteen weer fout te gaan. De milieueffectenrapportages
kwamen begin dit jaar volgens Milieudefensie als mosterd na de
maaltijd, de proefboringen waren al gestart, de contracten al
twee jaar eerder getekend.
In maart van dit jaar kwamen zeker honderd burgers om bij
moordpartijen grotendeels uitgevoerd door het regeringsleger
dat probeert de controle over het roerige zuiden van Tsjaad
terug te winnen. De afscheidingsbeweging FARF vreest dat de
inkomsten van de oliewinning alleen ten goede zullen komen aan
de presidentiële kliek in het noorden.
De milieubeweging staat intussen niet meer alleen in haar
kritiek. De onafhankelijke Commissie Milieu-Effect Rapportage
die voor de overheid onderzoek doet naar grote projecten in
binnen- en buitenland, kreeg van toenmalig minister Pronk de
opdracht de plannen van de oliemaatschappijen te beoordelen.
Nederland zit in de Raad van Bestuur van de Wereldbank en wil
met de rapportage van deze commissie haar stem laten horen in
de discussie over de lening voor de pijplijn. Onder
voorzitterschap van professor Dick de Zeeuw (oud-voorzitter
van de KVP en oud-bestuursvoorzitter van de Landbouwhogeschool
in Wageningen) analyseerde een team van deskundigen alle tot
nu toe verschenen milieu-effectenrapportages van het
olieconsortium.
De conclusies liegen er niet om. Essentiële informatie
ontbreekt, stelt de Commissie in haar rapportage van juli dit
jaar, de consequenties van het project voor het milieu zijn
niet te overzien.
Tsjaad en Kameroen zijn politiek onstabiele landen en de
milieurapportages missen een uitgebreide analyse van alle
mogelijke risico's hiervan. Bovendien: 'Hoe en wanneer de
opbrengsten worden aangewend voor bestrijding van de armoede,
en hoe de opbrengsten worden verdeeld, blijft onduidelijk,'
schrijft de Commissie. Die combinatie van factoren levert
'ingrediënten voor sabotage en aanvallen op de pijplijn en
andere installaties. Dat zal met name leiden tot aanzienlijke
schade aan het milieu en de sociale verhoudingen.'
Het consulteren van de plaatselijke bevolking, een van de
goede voornemens van Shell, is niet volgens
Wereldbankstandaarden gebeurd - integendeel: 'De
inspraakprocedure over de milieurapportages in Tsjaad vond
plaats onder militaire escorte, het leger voerde acties uit
tegen rebellen in de regio. Niet bepaald een 'stimulerende
omgeving' om deel te nemen aan een inspraakprocedure.'
Op sommige punten kwalificeert de Commissie de Zeeuw de
milieurapportages zelfs als mooipraterij, als een 'sweetheart
statement' en een 'scoping exercise'. Het consortium doet
beloftes over de economische betekenis van het project voor de
lokale bevolking, die nergens worden onderbouwd met cijfers.
Dat geeft mensen valse hoop, waarschuwt de Commissie.
Deze vernietigende kritiek verbleekt bij het commentaar dat de
Wereldbank vervolgens zelf schreef over de plannen van Shell
en consorten. In 65 punten vegen de specialisten van het
Milieuteam de vloer aan met de milieurapporten over Tsjaad en
Kameroen. Een greep uit de bezwaren die de Wereldbank deze
zomer liet uitlekken.
De milieu-effectenrapportages bieden geen adequate basis voor
een beslissing van de Wereldbank. Hoe de keuze voor de
pijplijn tot stand gekomen is, blijft onduidelijk. De
Wereldbank eist een gedetailleerd overzicht van de criteria en
de overwegingen, en wil weten of het alternatief geen-pijplijn
ooit serieus is meegewogen.
Of er gedacht is aan de gevolgen van een pijplijn linea recta
naar de Atlantische Oceaan voor de Pygmeeën in Kameroen, voor
het archeologisch erfgoed en de bio-diversiteit van het
tropisch regenwoud.
Het olie-project zal een aanzuigende werking hebben op mensen
die werk zoeken, in een gebied waar de geringste instroom de
levensstandaard van de inheemse bevolking ernstig verstoort.
De schadeloosstelling van mensen die gedwongen worden zich
elders te vestigen is niet goed geregeld. Er moet een plan
komen met concrete voorstellen over hoe die mensen in hun
levensonderhoud kunnen voorzien. De Wereldbank verwacht grote
problemen op dit vlak, en vraagt veel meer details. Waar moet
het geld vandaan komen voor de compensatie en waaruit bestaat
de 'hulp' die geboden wordt? Krijgen de mensen de tijd om een
eigen beslissing te nemen en wie bepaalt de waarde van
bijvoorbeeld een achtergelaten mango-boom?
Het olieconsortium heeft een commissie van onafhankelijke
waarnemers in het leven geroepen die de regering van Tsjaad
zal 'adviseren' over oplossingen voor problemen bij
herhuisvesting. 'Het lijkt erop dat het olieconsortium geen
enkele verantwoordelijkheid neemt voor het oplossen van
problemen bij de uitvoering van het project,' concludeert de
Wereldbank, en eist heldere afspraken over de respectievelijke
verantwoordelijkheden.
De lening van de Wereldbank is voor de oliemaatschappijen
vooral politiek van belang. Het gaat slechts om een fractie
van het totaalbedrag dat nodig is om het project te
financieren. Maar met het fiat van de Wereldbank is het
eenvoudiger andere investeerders voor het project te
interesseren. De beslissing van de Wereldbank is al een aantal
maal uitgesteld. Bij de laatste vergadering half september in
Washington protesteerden milieugroepen buiten terwijl de
oliemaatschappijen een team van maar liefst honderd lobbyisten
had gestuurd om de Wereldbank te overtuigen van haar goede
bedoelingen.
Aan de bezorgdheid van de milieubeweging heeft het olie-
consortium geen boodschap. Irene Bloemink van Milieudefensie:
'Elf laat überhaupt niks van zich horen. Esso wil pas reageren
als de definitieve milieurapporten klaar zijn, terwijl alle
andere betrokken partijen bestookt worden met voorlopige
versies van belangrijke stukken.' Shell is een hoofdstuk
apart. Aan de open communicatie tussen de oliemaatschappij en
Milieudefensie is sinds deze zomer een eind gekomen. Half
april zei de directeur van Shell-Tsjaad nog tegen
Milieudefensie: 'Ik zeg u dat het project in Tsjaad voldoet
aan Wereldbankstandaarden. En als u iets vindt wat u niet
zint, dan komt u maar.' Nu de milieubeweging steun krijgt van
onafhankelijke partijen is het contact gereduceerd tot
beleefde bedankbriefjes voor toegezonden rapporten.
Begin juni werd in Tsjaad een parlementslid gearresteerd
vanwege zijn kritiek op het olieproject. Ngarledjy Yorongar
werd van zijn parlementaire onschendbaarheid ontheven en is
intussen tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld voor
belastering van de staat. Zijn advocaten hadden
geen beschikking over de stukken en weigerden uit protest de
verdediging te voeren.
Ook in Kameroen wordt, volgens de Commissie de Zeeuw,
oppositie tegen het project uitgelegd als het in gevaar
brengen van belangen van de staat, en op die gronden het
zwijgen opgelegd.
Over het contract tussen de oliemaatschappijen en de
regeringen waren tot nu toe nog geen details bekend.
Milieudefensie ontdekte recent dat deze overeenkomst al een
jaar geleden kracht van wet heeft gekregen in Kameroen, en als
zodanig is gepubliceerd in het Staatsblad (als wet no. 97-16).
Het consortium heeft in feite carte blanche gekregen.
Het wetsartikel waarmee Shell en consorten de bevoegdheid
krijgen om als paramilitaire macht op te treden is nogal
omslachtig geformuleerd, maar de strekking is duidelijk.
Het consortium krijgt de volledige vrijheid zelf
onderzoek te doen bij situaties die een onmiddellijke
bedreiging voor het project zijn. Op eigen
verantwoordelijkheid en zonder toestemming vooraf mag de olie-
politie overal binnentreden om een eind te maken aan die
gevaarlijke situatie. Zo nodig met behulp van de politie of
het leger. Wat er wordt verstaan onder 'onderzoek' en
'onmiddellijke bedreiging' is niet verder
gedefinieerd.
De president-directeur van de Wereldbank bepaalt dezer dagen zijn standpunt over de pijplijn; de definitieve beslissing valt in december. En dat terwijl met het beantwoorden van alle vragen van het Milieuteam minstens twee jaar gemoeid zou zijn. Bloemink legt uit waarom een 'ja' van de Wereldbank verregaande consequenties heeft. De lening is aangevraagd voor de pijplijn en de exploitatie van één olieveld in het zuiden van Tsjaad. Uit de duur van het contract en de hoeveelheid olie die het consortium denkt te vervoeren is af te leiden dat er meer olievelden in de regio aangeboord zullen worden, constateerde ook de Commissie de Zeeuw. Irene Bloemink: 'Over de cumulatieve effecten van eventuele vervuiling van dit veel grotere gebied is nog helemaal niets uitgezocht.'
Shell verwacht, zo blijkt uit de nieuwe business principles,
van haar medewerkers een gevoel van verantwoordelijkheid
jegens de samenleving. Naast het uiting geven van steun aan
fundamentele mensenrechten wordt daaronder verstaan 'het in
acht nemen van normen voor gezondheid, veiligheid en milieu
conform hun streven om bij te dragen aan duurzame
ontwikkeling'.
Binnenkort zal blijken of dat meer is dan mooie woorden.
Milieudefensie is internationaal een campagne gestart 'Maak
van Tsjaad geen tweede Nigeria'. Groen Links heeft Kamervragen
gesteld over de uitbreiding van de bevoegdheden van het
consortium op buitenlands grondgebied. Shell verwijst
inmiddels voor alle commentaar door naar Esso. Een Esso-woordvoerder
laat weten: 'Het consortium is in discussie met de Wereldbank over de
informatie die tot nu toe is verstrekt. Desgewenst leveren wij aanvullende informatie.'