"Verscholen achter bamboestruiken..."
Suriname, de media en de 'War on Drugs'
In iets verkorte vorm gepubliceerd in Ultimatum, feb/mrt 1992
Afgelopen zomer barstte de geruchtenmachine over Suriname los in
de media. Een stroom van 'onthullingen' over betrokkenheid van de
Surinaamse legerleiding bij drugshandel werd aangevuld met
alarmerende berichten over infiltratie van de Nederlandse
ambtenarij om de coke in goede banen te leiden. Harde feiten ofer
daadwerkelijk omgekochte politie- en justitiemensen zijn echter
vooralsnog niet boven tafel gekomen. Wat er bleef hangen was niet
alleen de konnektie Suriname & Drugs, maar ook het onbehaaglijke
gevoel dat er iets niet klopte, het idee dat er meer achter zat...
Een rekontstruktie.
Sinds december 1990, nadat Bouterse met een telefoontje regering
en parlement onder curatele had gesteld, zijn de ontwikkelingen
rond Suriname in een stroomversnelling terecht gekomen.
Krap anderhalve maand na de Kerstcoup gonst het van de geruchten
wat betreft plannen van Nederlandse kant om zich nu eens fors te
gaan bemoeien met haar voormalige kolonie. Half februari lekt via
minister Van den Broek het Gemenebestplan. Tegelijkertijd komen er
vanuit de Verenigde Staten berichten over een mogelijke militaire
interventie, die door-echoën in uitspraken van Nederlandse
politici.
Blijkbaar leidt het beruchte telefoontje zowel in Den Haag als in
Washington tot de overtuiging dat er nu toch echt moet worden
ingegrepen. Maar wie haalt de kastanjes uit het vuur - en hoe?
Dat wordt de inzet van een ingewikkeld steekspel waarbij Nederland
via diplomatieke kanalen en vooral via de media door de VS onder
druk wordt gezet maatregelen te nemen. De stok om te slaan wordt
gevonden in de vermeende drugs-konnekties van legerleider
Bouterse. Maar geruchten zijn nog geen doorslaggevend bewijs,
zoals Van der Broek in een helder moment opmerkte. Dat Suriname in
de korrumperende greep van de drugshandel zit is een feit. Diverse
media-reportages laten de funeste gevolgen zien. Maar keiharde
bewijzen dat de legerleiding daarbij betrokken is zijn moeilijk te
verkrijgen. De aanwijzingen stapelen zich op , maar dat geldt ook
voor de betrokkenheid van figuren die 'dicht bij de leiding'
(zoals de toverformule luidt) van de oude partijen staan.
De vraag waar de de bron van alle opschudding lag was niet zo
moeilijk te beantwoorden. De verhalen kwamen in de meeste gevallen
oorspronkelijk uit de Verenigde Staten en werden hier bijna zonder
uitzondering op de voorpagina van NRC Handelsblad gepresenteerd.
Nadat een Amerikaans drugs-team van de DEA (Drugs Enforcement
Administration) buiten Nederlandse diensten om hier ten lande een
onderzoek had uitgevoerd, fourneerd deze de desbetreffende
journalisten met het materiaal.
Maar de tijd dat in bladen als Ultimatum onthullingen gedaan
moesten worden over heimelijke campagnes om via de pers de
politieke stemming te beïnvloeden is toch wel voorbij. Wij leven
aan het einde van de twintigste eeuw, tegenwoordig staat dat er
gewoon bij:
"In ambtelijke contacten dringen de Amerikanen er bij Nederland
op aan 'de publieke opinie te mobiliseren' en sankties af te
kondigen waardoor de doorvoer van cocaïne naar Europa fysiek wordt
beëindigd." (NRC 29 juli)
Ook werd meteen maar een aanbeveling gedaan waartoe dat zou moeten
leiden: "Hoge ambtenaren van het State Department in Washington
zeggen dat Nederland bijv. kan beginnen met het verbieden van
lucht- en scheepvaartverkeer tussen Nederland en Suriname." En
geen visa meer verstrekken natuurlijk.
Het verspreiden van verhalen over Het Surinaamse Gevaar zoals dat
deze zomer door met name NRC-Handelsblad is gebeurd, kan niet op
waarde geschat worden zonder de achterliggende belangen te
belichten.
De Nederlandse houding ten opzichte van Suriname verviel het
afgelopen jaar van het ene uiterste naar het andere. In plaats van
de -op zijn zachts gezegd- onverschilligheid vanuit gebrek aan
werkelijke interesse kwam het tot betrokkenheid in een poging de
betrekkingen te herstellen.
Ondanks frequente dreigingen met militair ingrijpen vanuit de
Verenigde Staten, zou het te makkelijk zijn om daaruit af te
leiden dat het nieuwe Nederlandse Suriname-beleid is afgedwongen
door Amerikaanse invasie-fantasiën.
De stemming werd ook sterk beïnvloed door de geruchtenkampagne
vanuit de Verenigde Staten. Het belangrijkste wat daarvan bij
bleef was dat de legerleiding op wat voor manier dan ook iets te
maken heeft met handel in cocaïne. Of Bouterse werkelijk een
drugshandelaar is doet in feite niet ter zake.
De vraag is waarom de Amerikanen zich zo druk maken om een zo
klein en relatief onbetekenend landje. Kennelijk is Suriname
een onberekenbare onstabiele faktor die de opbouw van de VS-
beheersing van het Caraïbisch gebied in de weg zou kunnen staan.
Door Bouterse als drughandelaar af te schilderen, paste het
dreigen met een invasie pracht
En voor Nederland komt dit beeld ook niet slecht uit. Het
verdachtmaken van de legerleiding leidt de aandacht af van eigen
falen en verantwoordelijkheid voor de miserabele toestand waarin
de ex-kolonie verkeert. Zonder dat er aan de omstandigheden iets
wezenlijks is veranderd, maar ook zonder dat er in de politiek of
de publieke opinie serieuze diskussies over werden gevoerd, zijn
afgelopen maanden de eerste stappen gezet op weg naar een herstel
van de betrekkingen.
Is er nu eindelijk sprake van een Suriname-beleid of doet
Nederland haar eerste stapjes in The War on Drugs?
Suriname in the War on Drugs
Het dreigen met een invasie om Bouterse weg te krijgen is niet
nieuw. Nog niet zo heel lang geleden onthulde Bob Woodward in zijn
boek Veil (Dekmantel) dat CIA-direkteur Casey al begin 1983 van
plan was met hulp van huurlingen een coup te organiseren in
Suriname. Bouterse was voor de Amerikanen een klassiek voorbeeld
van een militaire diktator met verdachte sympathiën voor Lybië en
een warme gevoelens voor Cuba, die er niet voor terugdeinsde
opponenten standrechtelijk te executeren. Deze coup-plannen werden
echter geblokkeerd door de Senaat die de Decembermoorden
onvoldoende aanleiding vonden om een zo riskante onderneming door
te zetten, het was hen de investering niet waard. Op dat moment
werd Casey nog tot orde geroepen, nog geen half jaar later wist
hij zijn zin wel door te zetten, in augustus 1983 werd Grenada
binnengevallen. Bouterse begreep de boodschap en zette onmiddelijk
al zijn adviseurs het land uit en verbrak alle banden met Cuba.
(Kommentaar van Cuba: Van alle mogelijke reakties op de inval in
Grenada is dit wel de origineelste).
In feite is Suriname een mooi voorbeeld van de stelling van de
Amerikaanse kritikus Chomsky dat de Amerikaanse War on Drugs niets
anders is dan méér van hetzelfde: het kreeëren van een vijandbeeld
als exkuus voor druk op onwelgevallige regimes en overmatige
bemoeienis in binnenlandse aangelegenheden.
Bijvoorbeeld de kwestie Boerenveen
Etienne Boerenveen was de rechterhand van Bouterse en werd in het
voorjaar van 1986 in Miami gearresteerd, nadat het undercover-
agenten van de DEA gelukt was hem te verleiden tot uitspraken over
het verlenen van medewerking voor drugstransporten. De gesprekken
stonden op de band. Hoewel zijn arrestatie alle voorwaarden leek
te bieden om de legerleiding voor eens en voor altijd aan de
schandpaal te nagelen, liep het proces ondanks de hooggespannen
verwachtingen uiteindelijk met een sisser af. Boerenveen werd
veroordeeld tot 8 jaar vanwege voorbereidingshandelingen, maar
kwam begin dit jaar (1992) al vrij.
Het belangrijkste feit dat tijdens het proces naar boven kwam en
in interviews met het Amerikaanse Openbaar Ministerie bevestigd
werd, was dat er op het moment dat de Boerenveen-operatie begon
nog helemaal geen sprake was van een coke-lijn over Suriname.
Zowel de betreffende officier van justitie, Norris, als DEA-chef
Yout onder wie dit soort akties plaatsvonden, bevestigen dat deze
DEA-operatie slechts tot doel had de mogelijkheden voor doorvoer-
en transport te onderzoeken. Uitlokking willen de autoriteiten dat
niet noemen, maar wellicht heeft het Bouterse op een idee
gebracht.
Onopgehelderd blijft nog steeds, de rol die Nederland hierin heeft
gespeeld. Het was namelijk een Nederlandse informant die voor de
CRI de eerste kontakten legde in de zaak die uiteindelijk leidde
tot de aanhouding van Boerenveen. Officieel heet het dat deze
infiltrant, Dick Stotijn, door de CRI van de zaak afgehaald op het
moment dat bleek dat Suriname erbij betrokken was. Stotijn zou
toen op eigen houtje overgelopen zijn naar de DEA die de aktie
voortzette. Uit één van de onthullingen van de NRC deze zomer
bleek dat de CRI niet alleen tot in detail op de hoogte is
gehouden van het verdere verloop, de infiltrant ontving zelfs nog
tot voor kort betalingen van de CRI.
Het voert helaas te ver daar op dit moment verder op in te gaan.
Hier is van belang dat volgens de stukken de eerste kontakten van
Stotijn met Surinamers gelegd werden in de zomer van 1984. Dat
betekent dat deze aktie om Suriname af te schilderen als
drugsdoorvoerland is begonnen in het voorjaar van 1984. Precies
een jaar nadat het plan voor een invasie was afgeketst trof men al
voorbereidingen voor een nieuw scenario.
The War on Drugs heeft zo zijn eigen dynamiek. Wil het werken als
interventie-scenario (naast- of in plaats van het 'communistisch
gevaar') dan moet er wel een konkrete- en te bestrijden dreiging
zijn. Panama is misschien wel het duidelijkste voorbeeld van een
invasie voorafgegaan door een grootschalige media-interventie met
Noriega als het grootste drugs-gevaar allertijden. Echt
overtuigend was dit niet, het feit dat Noriega het tot die tijd
had volgehouden juist dankzij de steun van de CIA dook al voor de
invasie op. Het gegeven dat de drughandel in Panama sindsdien
weliger tiert dan ooit maakt het er niet makkelijker op.
Het is de VS niet te doen om de ontwikkeling van Suriname. In The
War on Drugs is het land hooguit een interessante stip op de
kaart, vanwege haar gunstige positie als mogelijke smokkelroute
naar Europa via Nederland, oh Nederland als wereld(lucht)haven en
distributieland met een relatief zacht drugsbeleid.
De VS zijn naarstig op zoek naar bondgenoten in de strijd. De
financiële gevolgen van strijd op buitenlands grondgebied zijn nu
al bijna niet meer op te brengen. Door andere landen
medeverantwoordelijk te maken sla je twee vliegen in één klap,
want ook de morele verontwaardiging komt niet meer uitsluitend
voor rekening van de Amerikanen. De Golfoorlog is hiervan een
duidelijk voorbeeld.
Nederland lijkt als voormalig kolonisator die rol te gaan spelen
in Suriname. Het moet niet al te moeilijk zijn in te spelen op
onderliggende gevoelens van schaamte en schuld aangaande het falen
van het voormalig moederland...
De Nederlandse Suriname-politiek
Suriname wordt in de Nederlandse politiek nauwelijks serieus
genomen.
In februari liet Van den Broek een plan uitlekken voor de vorming
van een soort Gemenebest. Het was een nogal vergaand voorstel voor
een Antillen-achtige konstruktie: dubbele nationaliteit voor
Surinamers, de vorming van een monetaire eenheid, en -last but not
least- Nederlandse bemoeienis met het Surinaamse beleid op gebied
van veiligheid, buitenland en justitie. In Nederland waren de
reakties voorzichtig, de vraag was of de onafhankelijkheid
statenrechtelijk teruggedraaid kan worden. Bovendien is het
Arubaanse voorbeeld niet bepaald iets om trots op te zijn.
De Surinaamse reakties was enthousiaster, het Front gebruikte het
plan als stemmentrekker voor de verkiezingen in mei. Zelfs
Bouterse was niet echt tegen. Hij wilde dan wel een vliegdekschip
met patriots en bijzitten aan de onderhandelingstafel met
Schwarzkopf over Irak.
Maar voor de Nederlandse regering was het kennelijk niet meer dan
een proefballonnetje. Pas twee maanden later, vlak voor de
Surinaamse verkiezingen, kwam het Gemenebestplan in de Tweede
Kamer op de agenda. De ruzies liepen dwars door de
regeringskoalities heen: moeten de details van het Gemenebestplan
nou bekend gemaakt worden of niet?
Alsof de verkiezingen zo nog niet genoeg belast zijn, worden er
twee hoge Surinaamse diplomaten uitgewezen, officieel "vanwege
handelingen die niet strookten met de diplomatieke status". Andere
bronnen melden dat ze al geruime tijd bezig waren met het
witwassen van drugsgelden. Pikant detail: één van de twee, B.
Berrenstein beklaagde zich in 1987 over vernederende behandeling
door de Rotterdamse politie. Hij was aangehouden omdat zijn auto
met CD-kenteken stadslicht voerde en vastgehouden vanwege een
vermeend onbetaalde boete van jaren her. En dit was niet het
eerste incident. Intern onderzoek leidde tot exkuses van de
hoofdkommissaris.
Vlak voor de verkiezingen doet Herrenberg een poging tot nationale
verzoening, het is de vraag of het hem op tijd lukt alle partijen
warm te maken voor dit plan. Als hij hiervoor in de week voor de
25ste mei even in Nederland is plukt de Amsterdamse politie hem
onder het voorwendsel van visumproblemen van de straat. Zijn
papieren hoeven ze niet eens te zien. Al een paar dagen later moet
toegegeven worden dat met deze aktie is afgeweken van alle
bestaande richtlijnen. De arrestatie had geen juridische grond,
maar gebeurde op last van Hirsch Ballin persoonlijk.
De laatste dagen voor de verkiezingen wordt de spanning nog verder
opgebouwd. "Kans op militaire bijstand Suriname". De Telegraaf:
Als de nieuwe demokratische regering daarom vraagt zal Van den
Broek militairen sturen ter bescherming van de regering en de
souvereiniteit. De minister reageert hiermee op voortdurende
berichten uit Washington dat de Amerikanen bereid zijn na de
verkiezingen militair in te grijpen al het leger niet terug gaat
naar de kazerne.
Tot ieders verbazing reageert de Surinaamse president Kraag
positief op een mogelijk amerikaans ingrijpen als daarmee de
demokratie wordt hersteld en de drugshandel beëindigd. Weisglas
vindt het een teken aan de wand dat Kraag hiermee indirekt
toegeeft dat de militairen betrokken zijn bij drugshandel.
De VVD-er gaat echter nog verder. Wanneer blijkt dat de oude
partijen fors verliezen en de partij van Bouterse onverwachts
wint, verklaart hij ook zonder verzoek van de Surinaamse regering
voorstander te zijn van een Nederlandse militaire ingreep.
Woordvoerders van andere partijen noemen deze uitlatingen
ongepast.
De Tweede Kamer tikt ook Van den Broek op de vingers, maar de
minister is niet van zins zijn plan te laten varen. Verder dreigt
de zaak te blijven hangen in gemuizenis tussen Lubbers en Van den
Broek. In deze sfeer van geruzie komt de regering met de "Notitie
inzake Suriname" die begint met "Het Kabinet heeft nog geen
standpunt bepaald omtrent de gedachte van een nauwere band met
Suriname". De Notitie is een wel zeer slap aftreksel van het
Gemenebestplan, meer dan 'we moesten maar weer eens praten, maar
dan wel op onze voorwaarden' staat er niet in.
"Nederland heeft geen Surinamebeleid. Nederland heeft wel een
aantal politici dat onderling warrig discussieert over vergaand
meeregeren in Suriname en daarbij een onevenredig grote
belangstelling heeft voor "militaire bijstand" .
Volkskrantkommentator J.J. Lindner haalt op 8 juni ongewoon hard
uit naar regering en parlement: "Akute tropenkolder heerst in Den
Haag". Het is ‚‚n van de weinige keren dat een politiek
kommentator zich oprecht kwaad maakt over het feit dat er
überhaupt serieus nagdacht wordt over militair ingrijpen (willen
we soms een klein Vietnam met Bouta in de tropen?). Tot op dat
moment hebben de meeste kranten niet meer gedaan dan het
gedachteloos doorechoën van de zoveelste invasie-dreiging. Het
enige tegen-geluid kwam mondjesmaat via de ingezonden-
brievenpagina's van betrokken Surinamers.
Zelfs van de PvdA verwacht Lindner niet veel, die toont -net als
bij de aanloop naar de Golfoorlog- weer een grote zwijgzaamheid.
"Wie al dit gehannes in verband met een nog niet bestaand
Surinamebeleid ziet, vraagt zich af waar zulke lieden de pretentie
vandaan halen om een ver land met een heel andere cultuur en een
kapotte infrastruktuur te kunnen meeregeren".
Pas bij zo'n eenzaam, prettig kritisch stuk wordt pijnlijk
duidelijk hoeveel onzin er in de krant staat. Wacht maar tot het
zomer wordt.
De geruchtencampagne
Bouterse heeft een bankrekening bij de BCCI voor het witwassen van
drugsgelden.
Bouterse had kontakten met Noriega.
Hij stuurt handlangers als asielzoekers naar Nederland die zich
als vluchteling een permanente verblijfstitel verschaffen en dan
de distributie doen, dealers en koeriers organiseren, inlichtingen
verzamelen en landgenoten intimideren.
Midden in de komkommertijd, de kranten zijn dun, niemand maakt
zich druk. Tot zaterdag 27 juli. NRC-Handelsblad geeft op de
voorpagina Amerikaanse drugsbestrijders van de DEA volop de ruimte
het vuur te openen op Suriname. De Amerikanen zeggen -zoals ze dat
al zovaak gedaan hebben- dat er gedetailleerde
getuigenverklaringen zijn over leidinggevende rol van Bouterse bij
de cocaïne-handel.
De 'onthullingen' worden uitgesmeerd over de rest van de week: De
Amerikaanse Senaat wil begin augustus een speciale hoorzitting te
houden over de cocaïne-handel uit Suriname naar Nederland.
Verschillende hoge Nederlandse politiemensen zijn via bemiddeling
van de ambassade gevraagd te komen getuigen. (Die hoorzitting
blijft nog maandenlang een terugkerend thema, eind december is'ie
nog steeds niet gehouden).
Deze aktie mist haar effekt niet: nog geen dag later legt de
Surinaamse minister van Defensie, Christophe zijn funktie neer
naar aanleiding van beschuldigingen in de NRC.
Maar de NRC is niet te beroerd alle kanten van de zaak te
belichten en doet op 1 augustus voor de zakelijk-geïnteresseerden
een hele pagina over cocaïne als suksesvolle multi-national,
gevolgd door opinierende stukken voor de kritische lezer van
Haakmat en van Sampiemon. Hij krijgt de ruimte zich af te vragen
in hoeverre de berichtgeving in de NRC de voorbode is van een
invasie … la Panama. Het nut van zo'n interventie trekt hij
ernstig in twijfel.
Binnen een week na de verschijning van het eerste artikel, op 3
augustus voelt Bouterse zich genoodzaakt internationale steun bij
de drugsbestrijding te vragen.
Maar zo makkelijk komt hij er niet vanaf. Ter afsluiting van deze
eerste ronde komt de NRC met het eerste bericht over infiltratie
van politiekorpsen door de Surinaamse drugsmaffia. De Amsterdamse
hoofdkommissaris stelt op basis van BVD-informatie een onderzoek
in. De krant heeft van 'politieke inlichtingendiensten' gehoord
dat de koördinator-minderheden mensen heeft aangenomen die
rechtstreeks in kontakt staan met het drugskartel van Paramaribo.
Vreemd genoeg gebeurt er dan een hele tijd niets. Een maandlang
verschijnen er geen berichten van betekenis over Suriname in de
krant. Pas op de laaste dag van augustus gaat de bel voor de
tweede ronde, De NRC opent op zaterdag met een onthulling:
Justitie was door de CRI al in 1985 ingelicht over drugshandel
door de legerleiding. Het gaat hier om de zaak-Boerenveen. De CRI-
informant die de Surinaamse betrokkenheid moest blootleggen werd
op het laatste moment van de zaak afgehaald om dat de kwestie
'politiek te gevoelig' lag. Minister Korthals Altes wist echter
destijds van niks en houdt ook nu nog vol nooit iets gehoord te
hebben.
In hoeverre Nederland bij deze zaak betrokken was blijft op dat
moment nog onduidelijk, ook omdat verhalen rond de infiltratie van
het Nederlandse ambtenarenapparaat zich op de voorgrond dringen.
Alle kranten komen nu met voorbeelden van politiemensen of
justitie-ambtenaren die de laatste jaren op non-aktief gesteld
zijn, hoewel het verband met de Surinaamse infiltratie of
betrokkenheid bij de coke-mafia lang niet altijd aantoonbaar is.
Het Parool gaat alsnog aan de haal met de Surinaamse koördinator
Minderheden van het Amsterdamse korps, die landgenoten met een
krimineel verleden of zonder verblijfsvergunning naar de
politieschool zou hebben gestuurd. Het stuk "Mafia misbruikt
allochtonenbeleid, puinhoop bij werven zwarte mensen" hangt zo van
de suggesties en verdachtmakingen aan elkaar dat de betrokkenen de
krant voor de rechter slepen. De eis dat de BVD haar bronnen
bekend maakt wordt helaas afgewezen.
Gevolg is wel dat er nu een ontslagprocedure in werking gezet is,
zonder dat er bewezen strafbare feiten begaan zijn. Ook hiertegen
is beroep aangetekend, helaas zal de BVD wel aan het langste eind
trekken.
Ten strijde...
Kamerleden koppelen deze nieuwe 'onthullingen' direkt aan een
mogelijke invasie. Als er op 2 september Amerikaanse militaire
vliegtuigen landen in Frans Guyana, transporttoestellen met 60 VS-
kommando's en volledige wapenuitrusting, roept Dijkstal (VVD) dat
de Nederlandse regering militair ingrijpen "nadrukkelijker" als
middel moet overwegen om een einde te maken aan de drugssmokkel
uit dat land.
Lubbers geeft de IDB (Inlichtingen Dienst Buitenland) opdracht een
onderzoek in te stellen naar de Surinaamse drugshandel.
De hoogste tijd volgens de Volkskrant (6 sep 91), want: "De DEA
oefent -onder meer via de publiciteit- druk uit op Den Haag om
eindelijk eens orde op zaken te stellen in het voormalig
rijksdeel".
Dat deze kampagne eindelijk vruchten af gaat werpen blijkt half
september wanneer het Kabinet besluit tot steun aan de hervorming
van het leger en grensbewaking. Suriname heeft daar namelijk om
gevraagd. Maar, waarschuwt Lubbers: "We moeten niets uitsluiten
bij assistentie aan Suriname".
Via de sateliet verzekert de Amerikaanse onderminister Aronson
Surinaamse journalisten dat de VS geen druk hebben uitgeoefend op
dit Nederlandse besluit.
En dan gaat het snel. Zonder dat daarover in Nederland een debat
gehouden is, worden er gesprekken aangekondigd ter voorbereiding
van het topoverleg op Aruba over het herstel van de betrekkingen
met Suriname.
De Nederlandse houding ten opzichte van de nieuwgekozen president
Venetiaan slaat om als een blad aan een boom, hij geniet ineens
het volste vertrouwen. Minister Pronk komt zonder voorwaarden met
6 miljoen gulden over de brug voor hulpgoederen, als signaal aan
de demokratisch gekozen regering.
De DEA ziet haar kans schoon en vraagt om een permanente post in
Suriname en biedt aan Surinaamse agenten op te leiden in Amerika.
En om de indruk te vermijden dat militaire bijstand aan Suriname
prioriteit geniet, zal minister van Defenise Ter Beek niet meegaan
naar het topoverleg.
Dat is ook niet nodig, want al vòòr Aruba worden er een aantal
belangrijke zaken geregeld. Nederland breidt haar opsporingstaken
uit om drugstransporten tegen te houden in het Caraïbisch gebied.
Sinds enige tijd oefenen Nederlandse Orion patrouille-vliegtuigen
met de Amerikanen, die in Key West (Florida) een kommando-centrum
hebben om verdacht maritiem- en luchtverkeer te kontroleren. Hoog
op het verlanglijstje van Washington stond: meer oefeningen en
meer uitwisseling van gegevens. Vanaf nu mag de Nederlandse Marine
ook aan het echte werk, opsporen, volgen en inlichtingen doorgeven
aan de Amerikanen. Alleen voor het zelf maken van arrestaties is
nog geen toestemming.
Nederland heeft naast de patrouille-vliegtuigen op de Antillen nog
een fregat, een logistiek bevoorradingsschip en 600 mariniers.
Achter bamboestruiken
Een week voor het topoverleg in november was een reporter van de
NRC op bezoek in Key West. Uit zijn verslag wordt uiteindelijk
duidelijk in welke kontekst we de Amerikaanse pressie voor meer
samenwerking moeten plaatsen. "Vlakbij het serene koloniale huis
waar Ernest Hemingway zijn romans schreef, verscholen achter
bamboestruiken en roze en paarse bougainville.." werd Joint Task
Force 4 opgericht. Het leger moet de oplossing bieden voor het
langs elkaar heen werken van FBI, CIA, Douane en Coast Guard.
Sinds president Bush de oorlog aan drugssmokkelaars heeft Amerika
een nieuwe vijand, dit jaar werd 2,5 miljard gulden besteed aan
militaire operaties om drugstransporten tegen te gaan. Zero
Tolerance (niets dulden) is de wapenspreuk van de commandant. Hier
worden de nieuwste technologiën uitgetest: met kijker aan
zeppelins kunnen -ook 's nachts- nummerplaten van auto's op Havana
afgelezen worden. AWACS en Hawkeyes kunnen verdachte signalementen
van hun observatievluchten via satelieten doorgeven aan Key West.
De marine oefent met razendsnelle patrouilleboten op luchtkussens
en klaagt over het gebrek aan opsporingsbevoegdheden. De
Amerikanen willen met andere landen samen 'drugsbust'-operaties
doen en meer gegevens uitwisselen.
"Iedere informatie over verdachte transporten kunnen we goed
gebruiken. Het is als met een legpuzzel, zegt een officier van de
militaire inlichtingendienst. Hoe meer stukjes je hebt des te
beter het plaatje. Waarnemingen van jullie schepen en vliegtuigen
op Curaçao kunnen heel waardevol voor ons zijn. Het is oorlog man,
tegen een vijand die je niet kent, dan moet je alle zeilen
bijzetten."
Evel