Alhoewel Internet oorspronkelijk is ontwikkeld door het militair
complex en aanvankelijk een elitair netwerk was tussen
universiteiten, is 'toegang voor iedereen' bereikt door toedoen
van hackers. Onder het motto 'acces for all' wisten
computerkrakers binnen te dringen in bestaande netwerken en die
te gebruiken voor hun eigen doeleinden. En dat waren niet alleen
spectaculaire inbraken zoals die in het NASA-hoofdkwartier, maar
ook verbindingen tussen alternatieve gebruikers onderling. In
enkele jaren tijd is Internet uitgegroeid tot een bloeiend
netwerk waar iedereen gebruik van kan maken.
De rol van hackers en andere hobbyisten bij de creatie van
Internet moet niet vergeten worden. Zonder te lyrisch te worden
over de 'maakbaarheid van je eigen omgeving', wat eenvoudig te
illustreren zou zijn met citaten uit rapporten van Europese
Commissies die voortdurend het bijzondere karakter van Internet
onderstrepen omdat de groei van het netwerk en de populariteit
ervan is ontstaan praktisch zonder bemoeienis van de overheid of
het bedrijfsleven, is het van groot belang na te denken over
alternatief gebruik van Internet. Juist nu de commercie bezit
dreigt te nemen van het Net en iedere zichzelf respecterende
instantie of organisatie beseft dat ze 'iets moeten met het
WorldWideWeb', is het tijd om vrijruimtes te creëeren en grenzen
te overschrijden.
Computertechniek en Internet bieden mogelijkheden voor acties en
politieke campagnes, die er voorheen niet waren.
Zelf ben ik een actievoerder met een carrière in de beweging van
de jaren tachtig; Nederland kende toen een florerende
kraakbeweging met vertakkingen naar de anti-kernenergiebeweging
en het anti-militarisme. In die tijd is buro Jansen & Janssen
opgericht, genoemd naar de twee onhandige detectives uit de
strip Kuifje. Activisten hadden veel last van de politie en
inlichtingendiensten, ons buro begon met het verzamelen van
strategieën en contra-expertise. Als snel ontstond een levendig
archief over politie-tactieken met bijzondere aandacht voor het
analyseren hoe autoriteiten omgaan met kritische krachten.
Buro Jansen & Janssen publiceerden eigen onderzoek naar hoe de
inlichtingendiensten de beweging probeerde te infiltreren, en
hoe asielzoekers onder druk werden gezet om informatie door te
geven.
Een ander onderwerp dat al jaren onze interesse heeft is het
gevecht tegen de georganiseerde misdaad, de invloed van
buitenlandse diensten op drugshandel en de verschuiving naar
meer inlichtingenwerk door de politie.
Dit onderwerp staat de laatste tijd in Nederland bijzonder in de
belangstelling. Een paar jaar geleden ontdekte een officier van
justitie in Amsterdam dat een speciaal opsporingsteam, het IRT,
de facto een drugslijn exploiteerde. Dit team maakte gebruik van
een informant die moest groeien tot een belangrijke pion in een
drugsbende. De politie hielp zelfs mee bij het overladen van
containers vol soft-drugs, en uiteindelijk waren ze betrokken
bij de im- en export van allerlei verdovende middelen, inclusief
XTC en cocaïne.
Het IRT werd a la minute opgeheven, wat uiteraard veel onrust
bij de politie 'n in de criminele wereld veroorzaakte.
Verantwoordelijke autoriteiten weigerden met elkaar te praten.
Betrokken politiemensen claimden dat hun leven gevaar liep, en
dat van hun informanten.
De ministers van Justitie en van Binnenlandse zaken moesten
aftreden, en een parlementaire onderzoekscommissie werd in het
leven geroepen om alles tot op de bodem uit te zoeken.
Deze Commissie van Traa, genoemd naar haar voorzitter, bestond
uit specialisten van universiteiten en uit de wereld van politie
en justitie. De commissie interviewde veel van de betrokkenen,
en het openbare gedeelte van de verhoren werd integraal en live
uitgezonden op de televisie.
De publieke opinie reageerde geschokt. Dat de hogere regionen zo
slecht wisten wat zich in de praktijk afspeelde, was bijna niet
te geloven. Niemand leek verantwoordelijkheid te willen nemen
voor wat er was gebeurd.
De resultaten van het onderzoek van de commissie van Traa werden
gepubliceerd in 13 delen (meer dan 5000 pagina's) en in een
mooie doos verkocht voor DM 800,- Een CD-rom met dezelfde
informatie, maar wel via de computer doorzoekbaar was voor
dezelfde prijs verkrijgbaar. Omdat de papieren versie geen index
of inhoudsopgave bevatte, was men gedwongen het totaalpakket te
kopen voor DM 1250,- Uitgever was de voormalige Staatsuitgeverij
(SDU), recentelijk geprivatiseerd.
De prijs van het rapport veroorzaakte nogal wat discussie, omdat
deze teksten in feite Tweede Kamerstukken waren die vrij
toegankelijk zouden moeten zijn voor het publiek. Na een
pleidooi in het serieuze avondblad NRC Handelsblad om het Van
Traa rapport op Internet te zetten, was het tijd voor actie.
Het bleek redelijk eenvoudig om, met de hulp van specialisten,
de CD-rom te kraken en de teksten op het WorldWideWeb te zetten.
En het was niet eens een illegale actie! Tweede Kamer stukken zijn vrij van copyright, de wet maakt
deze uitzondering ten behoeve van de democratie. De
Staatsuitgeverij kan rechten laten gelden op de lay out, maar
niet op de teksten zelf. Buro Jansen & Janssen zag het gat in de
wet, en sprong er onmiddellijk in.
Het doorbreken van het monopolie van de Staatsuitgeverij zorgde
voor grote koppen op de voorpagina's van de kranten.
The timing was right. Met deze actie intervenieerde buro Jansen
& Janssen in een discussie over openbaarheid van bestuur,
waarvan we maar vaag wisten dat die bestond. De Van Traa-site
was een goed voorbeeld voor autoriteiten die toegang tot
informatie moeten organiseren met behulp van computers.
Parlementsleden waren enthousiast omdat zo'n initiatief de
gemiddelde couch-potato kon betrekken bij de politiek.
De geheime agenda van buro Jansen & Janssen was eigenlijk een
inhoudelijke discussie over opsporingsmethoden. Als meer mensen
op de hoogte waren van de schokkende details, zou dit kunnen
leiden tot een debat over essentiële zaken. Nu bleef de
discussie in de Tweede Kamer steken in de vraag of er koppen
moesten rollen.
De actie was een logisch vervolg op dingen die Jansen & Janssen
in het verleden deed, en tegelijkertijd een volkomen nieuwe
ontwikkeling. De gebruikte methoden waren karakteristiek voor de
aktivistenbeweging waar Jansen uit voortkomt, zoals inbreken en
openbaarmaken. Maar een CD hacken en op je Website zetten is een
stuk eenvoudiger!
Als toetje na het on line zetten van het Van Traa rapport,
volgde het openbaarmaken van een geheim politierapport dat zo
mogelijk nog onthullender was. De Rijksrecherche, de politie van
de politie, had onderzoek gedaan naar de gang van zaken op de
afdeling waar de twee in drugs handelende politiemensen werkten.
Rijksrechercherapporten zijn meestal geheim, maar na aanbieding
aan het parlement veranderde die status. Ondanks groter druk van
de publieke opinie werd het rapport slechts beperkt beschikbaar
voor parlementsleden, de pers en andere betrokkenen. Maar: een
paar dagen later waren alle schokkende details te lezen op de
Web-site van buro Jansen & Janssen.
Dit is waar Internet voor bedoeld is, was een veel gehoorde
reactie, om informatie openbaar te maken die sowieso
toegankelijk hoort te zijn. Zonder Internet en de kennis van
computerhackers was deze actie niet zo makkelijk geweest, en
zeker niet zonder juridische problemen. Voor Jansen & Janssen
ligt de uitdaging in het verkennen van de grenzen van die
mogelijkheden.
Voor creatief en subversief gebruik van Internet is het van
groot belang om - net als in beweging van de jaren tachtig - je
eigen structuren te creëeren. In Nederland hebben voormalige
hackers een succesvolle accesprovider opgericht, met de
toepasselijke naam xs4all (spreek uit: acces for all). Vanuit
het principiële standpunt van vrijheid van informatie is er bij
xs4all meer mogelijk dan bij een puur commerciële accesprovider.
Met die steun in de rug zijn een aantal mensen in Amsterdam nu
gestart met contrast.org. Dat moet een online werkplaats
worden, om actiegroepen de hogere internet-kunde te leren. Nadat
Radikal hier digitaal onderdak had gevonden en de Scientology-
oorlog op het Net in Nederland leidde tot een -door ons
gewonnen- proces, is het tijd voor meer structuur in politieke
campagnes via Internet. Steeds meer groepen vragen asiel voor
hun informatie om te ontkomen aan censuur, contrast.org zal hen
bijstaan. Naast hulp bij spannende plannetjes, wil contrast.org
ook zelf initiatieven nemen. Als eerste project staat de komende
Eurotop op het programma, en de tegenmanifestatie Het Andere
Europa, in juni in Amsterdam. Contrast.org zal de groepen die de
tegenmanifestatie overal in Europa voorbereiden zoveel mogelijk
ondersteunen met praktische faciliteiten voor contact onderling.
Inhoudelijk komen er (i.s.m. buro Jansen & Janssen) bijvoorbeeld
websites over Europol en over geheimhouding op Europees niveau.
Ook wil contrast.org discussiegroepen starten op het Net,
bijvoorbeeld over het neo-liberalisme en het Andere Europa.
Het gebruik van Internet kan een dimensie toevoegen aan een politieke campagne, of werkelijk grensverleggend zijn. Maar vrijheid op Internet moet bevochten worden; zonder de bundeling van technische kennis en het uitvoeren van spannende plannen zijn de vrijplaatsen zo verdwenen!