De Tweede Sekse van Simone de Beauvoir. Een boek dat door velen
beschouwd wordt als de bijbel van het feminisme.
Een boek dat eigenlijk bedoeld was als zuiver intellectueel en
theoretisch werk. Bij de verschijning, in 1949, waren de reacties
uiterst fel en vijandig, persoonlijk tegen De Beauvoir gericht.
Er waren zelfs mensen die beweerden dat Sartre haar boeken had
geschreven. Als ze ergens binnenkwam begonnen de mensen over haar
te fluisteren. Een vrouw die dat soort dingen durfde te zeggen
kon niet normaal zijn: ze kreeg direct de reputatie lesbienne te
zijn.1 Communisten maakten haar uit voor bourgeois; kortom: links
en rechts lieten weinig van haar heel.
Die heftige reacties zijn in de loop der jaren weggezakt en met
name sinds de tweede feministische golf geldt Simone de Beauvoir
als kopstuk en de Tweede Sekse als standaardwerk dat eigenlijk
iedere zichzelf respecterende, bewuste vrouw gelezen zou moeten
hebben. Van haar beroemdste uitspraken, 'Men wordt niet als vrouw
geboren, men wordt tot vrouw gemaakt' - zijn affiches gemaakt.
Ook mij intrigeerde deze vrouw, met haar opvallende leven: in
haar keuze geen kinderen te nemen omdat je anders nooit ontkomt
aan je lot en bestemming als vrouw is ze voor mij een groot
voorbeeld.
Zoekend naar antwoorden komen nieuwe vragen naar boven: Wat kun
je vandaag de dag nog aan strategie uit de Tweede Sekse halen?
Is het boek, gelezen door kinderen van deze tijd, nog Feministes
te noemen? Dit stuk wil een ieder de mogelijkheid geven daar een
eigen antwoord op te geven.
Nadat ik een aantal van haar romans had gelezen en fragmentarisch
met haar theoretische werk had kennisgemaakt, werd het tijd te
beginnen aan De Tweede Sekse. Tijdens het lezen bouwde ik een
vreemde haat-liefde verhouding op met het boek. Er waren tijden
dat ik er niet los van kon komen, maar ook momenten dat ik
(bijna) besloot het in een hoek te gooien om het nooit meer op
te pakken. Soms voelde ik me enorm aangesproken door haar
omschrijvingen van de intellectuele en van de verliefde,
afhankelijke vrouw, dan weer werd ik kwaad om haar verwerping van
het lesbische leven.
Ik was vooral benieuwd naar haar definitie van 'vrouwelijkheid',
maar kwam er al snel achter dat het hele boek daar eigenlijk over
gaat. Simone de Beauvoir maakte een analyse van de positie van
de vrouw, hoe de vrouw geworden is tot wat zij is, met grote
nadruk op de rol die de seksualiteit daarin speelt. Ze gaat uit
van de mens als bewust handelend persoon, met invloed op eigen
leven en positie.
De filosofie en met name de franse filosofie
heeft zich sinds de tijd dat Simone de Beauvoir schreef verder
ontwikkeld en op dit moment voert een stroming met radicaal
andere ideeën de boventoon. Nieuwe franse filosofes, de écriture
féminine bijvoorbeeld houden zich bezig met beelden, betekenissen
en de invloed van taal op de vorming van mensen. De mens als
autonoom handelend figuur is uit dit denken helemaal verdwenen.
Tegen deze achtergrond ging ik op zoek naar
strategieën die De Beauvoir aangeeft voor 'de vrouw' om uit haar
benarde positie te ontsnappen. Dat is om verschillende redenen
een moeilijke opgave. De Tweede Sekse is geen strategisch hand-
boek, het is bedoeld als wetenschappelijke analyse. Bovendien
gaat het uit van 'de vrouw' als begrip: nogal ongenuanceerd wordt
er geen enkel onderscheid gemaakt naar afkomst, opleiding, klasse
of wat voor verschil dan ook. Tegenwoordig wordt de categorie
'vrouwelijkheid' juist ter discussie gesteld, er is niet één
soort van vrouwelijkheid, één identiteit.
Bij het verklaren van het ontstaan van verschillen tussen mannen
en vrouwen legt De Beauvoir verder grote nadruk op het feit dat
vrouwen baren en daardoor te zwak zijn voor andere lichamelijke,
produktieve arbeid. 'Omdat zij de slavin van de mysteries van het
leven bleef, heeft de man haar niet als gelijke erkend.' Omdat
hij haar niet opnam in zijn wereld van expansie en
dominantie ('de wereld van Peter Stuyvesant'), kon hij niet
anders dan haar onderdrukker worden.
In de prehistorie was het
steeds de man die nieuwe dingen ondernam: hij ging op jacht, ging
vissen, hij begon oorlog met een naburige stam en ging op
gebiedsverovering uit. De man is constant bezig met het
doorbreken van grenzen en legt daarmee een basis voor een nieuwe
toekomst. De vrouw daarentegen is er biologisch toe voorbestemd
het leven te herhalen, dat lijkt voor haar de enige zin die het
leven heeft: zij geeft brood en kinderen.
Zij gééft leven, de man wààgt zijn leven. De vrouw werd dus
tegelijkertijd geëerd èn gevreesd door haar vruchtbaarheid. De
vrouw is onmisbaar voor de bevrediging van de begeerte van de man
en voor de instandhouding van de soort: hij moest haar dus wet
in de gemeenschap integreren. 'De triomf van het patriarchaat is
dus geen toevalligheid, maar evenmin het resultaat van een
gewelddadige revolutie.'
'De mens is voortdurend onderhevig aan veranderingen, is voortdurend in wording.' (SdB p.57)
Er wordt een enorm verschil gemaakt tussen de twee organen van
de vrouw, de clitoris en de vagina. 'Die vagina wordt pas een
erotisch centrum door tussenkomst van de man en dit betekent
altijd een soort van verkrachting.'
De seksuele prikkeling die je als vrouw vòòr die tijd en ook
daarna beleeft aan je clitoris is dus onvolwassen en niet echt.
Een vrouw zou graag begeren, geliefkoosd worden; het mannelijk
begeren is spanning, even vluchtig als stormachtig. Het hieruit
voortvloeiende verschil in opvatting over de liefde bij man en
vrouw is aanleiding tot veel misverstanden tussen de seksen: voor
de man is het een op zichzelf staande factor, voor de vrouw is
het haar hele bestaan. De vrouw is niet in staat haar eigen
grenzen te overschrijden op de manier waarop de man dat doet, het
enige dat zij kan is dromen zich te verenigen en samen te vallen
met de man.
Omdat ze gedoemd is en niet
anders kan, onderwerpt ze zich aan de man. Ze probeert zich voor
on-ontbeerlijk te houden, maar ze is niet alles voor hem. Op het
moment dat hij bij haar weggaat begint ze te wachten tot hij weer
terugkomt, terwijl hij aan een ander gedeelte van zijn eigen
leven begint.
Op zoek naar een definitie van vrouwelijkheid bij De Beauvoir,
moet je concluderen dat de vrouw dat is, wat de man niet is. Ze
beschrijft vooral de manier waarop de man geworden is tot wat hij
is en analyseert vandaar uit de positie van de vrouw. In feite
zou je dus de kern van haar analyse van de verhouding tussen de
man en de vrouw, ook weer toe kunnen passen op haar eigen methode
van werken: ze neemt de man als uitgangspunt en verklaart vandaar
uit de vrouw.
Alice Schwarzer gaat in een interview in 1976 met
Simone de Beauvoir nog een stap verder en gooit haar voor de
voeten dat 'voor de publieke opinie - die zoals bekend is wordt
beheerst door mannen - u altijd het 'relatieve wezen bent
gebleven dat u in de Tweede Sekse hebt geanalyseerd. Dat wil
zeggen, u bent de vrouw gebleven die niet zelf, maar alleen in
relatie met een man bestaat, namelijk 'de levensgezellin van
Sartre'. Sartre als 'levensgezel van De Beauvoir' aan te duiden
zou daarentegen ondenkbaar zijn!' Opmerkelijk is dat De
Beauvoir hier meteen overheen praat en dus weigert er op in te
gaan.3
'Daarom is het leven van de mens nooit volheid en rust, maar tekort en beweging. Het is strijd.' (SdB p.83)
De seksuele relatie tussen de man en de vrouw staat, net als in
de rest van het boek, ook bij het zoeken naar veranderingen
centraal. In 1949 signaleert De Beauvoir dat steeds meer vrouwen
hun vrijheid op gaan eisen en dat eindelijk de abstracte rechten
en praktische mogelijkheden daartoe worden toegekend. Hoewel ze
grote nadruk legt op de mogelijkheden die de vrouw moet hebben
zichzelf te ontwikkelen, blijft ze onduidelijk over het belang
van sociale en economische omstandigheden waarin mensen verkeren.
Sindsdien is er in die omstandigheden voor vrouwen veel veranderd
en dat heeft invloed op de mogelijkheden die vrouwen hebben.
Later verklaarde De Beauvoir dat als ze de Tweede Sekse nu
geschreven zou hebben, ze de verhouding tussen de man en de vrouw
misschien een materialistische basis gegeven zou hebben, maar dat
de kern van de analyse niet wezenlijk zou veranderen.4 Dat komt
omdat de seksuele relatie centraal blijft staan, daar komt ze
steeds op terug. Ze vindt weliswaar dat vrouwen zichzelf als
autonoom individu moeten gaan ervaren, door zichzelf te
verwezenlijken via projecten, maar de manier waarop ze daar over
schrijft is heel tweeslachtig: 'Als zij in beslag genomen wordt
door studie, door sport, het leren van een beroep,
maatschappelijke of politieke bezigheden dan bevrijdt ze zich van
de obsessie van de man en maakt ze zich minder zorgen over haar
sentimentele en seksuele conflicten.'
Het is geen echte 'oplossing' of strategie' als je je als vrouw
eigen doelen stelt, het is meer een soort van
afleidingsmanoeuvre: als je maar aan iets anders denkt dan komt
het wel goed.
De Beauvoir verbaast zich erover hoe plotseling vrouwen hun
carrière op kunnen geven. De betrokkenheid van vrouwen bij hun
projecten is vaak niet volkomen, niet totaal. In haar achterhoofd
houdt de vrouw altijd rekening met het feit, toch niet aan haar
bestemming in het huwelijk te kunnen ontkomen. Daar is ook de
enorme maatschappelijke pressie op vrouwen debet aan.
Steeds duidelijker wordt dat het haar erom gaat de kloof die de
vrouw scheidde van de man te overbruggen. Het gaat haar er niet
om dat de vrouw zichzelf verwezenlijkt en loskomt van de man,
nee: ze moet juist dichterbij hem komen.
Keer op keer wordt benadrukt dat economische onafhankelijkheid
nog niet betekent dat je ook moreel, sociaal en psychologische
de gelijke bent van de man.
'De vrouw is alleen maar een compleet de man gelijkwaardig individu, als ook zij een seksueel menselijk wezen is.' (SdB p.781)
Afzien van haar vrouwelijkheid betekent afzien van een deel van
haar menszijn. En dat betekent dat de vrouw vrij blijft als zij
haar onderwerping aanvaardt: 'Het zich bewust zijn van de
vereniging van lichamen in hun gescheidenheid geeft de
geslachtsdaad juist dat aangrijpende.' (p. 459) Ieder geniet op zijn
en respectievelijk haar eigen wijze, maar: neuken moet. Het mag
duidelijk geworden zijn, dat ze in haar analyse de
heteroseksualiteit centraal stelt, met de geslachtsdaad als enige
vorm van ware liefde en zelfverwerkelijking.
In haar strategie ligt de nadruk op het feit dat man en vrouw
gelijkwaardige partners moeten worden, met name in bed.
Op zoek naar een feministische strategie in de Tweede Sekse ben ik hier op een dood spoor aangeland. Een vergelijking met de verschillen tussen emancipatie en feminisme dringt zich op. De Beauvoir wil dat de vrouw een zelfstandiger wezen wordt dat zichzelf ontwikkelen gaat, maar het doel is en blijft dat ze een gelijkwaardig kameraad van de/haar man wordt. Je zou ook kunnen stellen dat zij haar tijd ver vooruit was, nu dezer dagen feministisch kopstukken propaganderen dat 'mannen weer moeten kunnen' en 'neuken eigenlijk best wel er lekker is'; in de Tweede Sekse ontbreekt echter het idee dat vrouwen samen iets aan hun situatie zouden kunnen gaan veranderen en de manier waarop lesbische vrouwen in een hoek getrapt worden is ronduit ergerlijk.
'Als de moeilijkheden bij de onafhankelijke vrouw meer in het oog lopen, komt dat omdat zij niet gekozen heeft voor berusting maar voor strijd' (SdB p.784)
De Beauvoir ontkent niet dat de verbintenis tussen twee vrouwen
allerlei verschillende vormen aan kan nemen, 'net als bij de man-
vrouw verhouding' ('gelukkig' voeg ik er dan aan toe). En de
vleselijke tederheid tussen vrouwen is veel gelijkmatiger en
blijvender tussen vrouwen, maar dat is al het positieve wat er
over gezegd wordt. Mannen en vrouwen hebben volgens haar de
neiging om het feit dat ze verschillend zijn van elkaar als een
mysterieus gegeven te accepteren en er mee te leven door elkaar
te sparen.
Twee vrouwen bij elkaar is echter meer van hetzelfde, ze hebben
elkaar door, de krengen:
'Vrouwen onder elkaar zijn meedogenloos. Zij werken elkaar tegen,
provoceren elkaar, hitsen elkaar op en sleuren elkaar mee in
gemeenheid. De mannelijke rust - of die nou uit onverschilligheid
of zelfbeheersing voortkomt - is de dijk waarop de golven van
vrouwelijke scènes breken. Maar twee vriendinnen voeren elkaars
tranen en verbittering alleen maar tot ongekende hoogten op.'
(Zo gaat het nog een tijdje door.)
Waar al deze agressie en afkeer vandaan komt is onduidelijk, het
nut ervan voor de wetenschappelijke analyse is helemaal duister.
Ze heeft zich later nooit echt gedistantieerd van deze
uitlatingen. Hoewel ze soms iets genuanceerder is over vrouwen
die voor vrouwen kiezen. In een van de interviews die Alice
Schwarzer met haar had5, zegt ze dat uitsluiting van
mannen tot op zekere hoogte noodzakelijk is. Mannen hebben in
gemengde groepen de neiging de touwtjes in handen te nemen, zodat
vrouwen weer de vervelende klusjes op moeten knappen. Juist van
aardige bevriende mannen moeten vrouwen zich bevrijden. Verder
zegt ze dat ze over homoseksualiteit als politiek wapen nog niet
zo heeft nagedacht, wel is ze bang dat door deze radicale
propaganda de solidariteit tussen homo- en hetero-vrouwen in
gevaar komt. In feite ziet ze lesbische vrouwen dus nog steeds
als een bedreiging en weigert ze er verder over na te denken.
Twee jaar later schreef ze een stuk dat vertaald in een duitse
bundel verscheen6, waarin ze twee mogelijke posities
onderscheidt: oftewel je geeft mannen geen rol meer in je leven,
vooral niet in je seksuele teven; ofwel je houdt een plekje voor
hem vrij in je bestaan en in je bed. Zij rekent zichzelf tot de
laatste groep en verduidelijkt dat op de volgende manier:
'Ich bin eine absolute Gegnerin der Idee, die Frauen in eine
Weibergetto einzusperren.'7
De strategie die voortkomt uit het idee dat het vrouwelijke het
niet-mannelijke is, is geen feministische strategie: vrouwelijke
waarden zijn niet-positief en vrouwen moeten net zo worden als
mannen. Bij het proberen los te komen van deze manier van denken,
kwam ik weer terecht bij de écriture féminine. Deze hedendaagse
franse filosofes gaan er van uit dat je identiteit voor een groot
deel bepaald wordt door de taal: al voor je geboren bent, word
je iemand doordat er dan al over je gesproken wordt. Je komt
terecht in een geheel van verwachtingen, ideeën en idealen
verwoord door middel van de taal.
Ook de sekse-identiteit wordt op die manier al in een heel vroeg
stadium vastgelegd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze
filosofes strategie en voor het doorbreken van vaste rolpatronen
zoeken in de taai zelf.
Joke Huisman is iemand die in Nederland bezig is met de ideeën
van de écriture féminine en zij geeft een aantal boeiende
suggesties.8
Zo vraagt ze zich af, waarom je vrouwelijkheid en mannelijkheid
niet op zou kunnen vatten als twee losstaande, niet tot elkaar
te herleiden begrippen, als échte tegengestelden waarbij
het één
niet herleidbaar is tot het niet-zijn van de ander. De franse
filosofes pleiten ervoor dat de vele, elkaar tegensprekende
beelden en ideeën die er over vrouwen zijn (de heks, de madonna,
de hoer) door vrouwen zelf juist gebruikt moeten worden om
verwarring te stichten en mannen om de tuin te leiden.
Een andere uitweg zou kunnen zijn, om het begrippenpaar om te
draaien: het mannelijke te zien als het niet-vrouwelijke. Oftewel
de man als Femme Manquée. Mannen zouden dan niet doorgaan voor
verstandelijk of rationeel, maar worden benoemd als ongevoelig
en weinig emotioneel. Het gevaar hierbij is dat stereotypen waar
we juist vanaf wilden, nu opgehemeld gaan worden.
Als je vrouwelijkheid en mannelijkheid op gaat vatten als echte
tegengestelden, blijf je alleen maar denken in termen van
verschil. Joke Huisman wil nog een stap verder zetten. Het gaat
volgens haar om het naast elkaar accepteren van gelijkheid èn
verschil. Zolang je dat niet doet komt gelijkheid neer op
afwezigheid van verschillen, en verschil op het ontbreken van
gelijkheid. De Beauvoir's strategie blijft op dit punt steken:
bij haar moeten vrouwen meer worden zoals mannen zijn, moeten
verschillen verdwijnen, zodat hij en zij uiteindelijk meer
elkaars gelijken zullen zijn.
Huisman wil man en vrouw opvatten als echte tegengestelden, 'dan
is het één niet meer te reduceren tot het ander en valt er over
elk van beide meer te zeggen dan dat zij zich kenmerken door het
ontbreken van de andere hoedanigheid.'9 Mannen en vrouwen zijn
niet tot elkaar te reduceren, en kunnen ook niet onder alle
omstandigheden volledig aan elkaar gelijk zijn.
Op deze weg wil ik verder denken, mezelf verwezenlijken in
projecten zoals het schrijven van stukken, filosoferend, samen
met hedendaagse franse filosofes.
Misschien is het wel zo dat er de laatste jaren teveel geprobeerd
is Simone de Beauvoir in eigen straatje te interpreteren. Neem
die veelgebruikte uitspraak: men wordt niet als vrouw geboren,
men wordt tot vrouw gemaakt.
Begrijpen we die niet veel te veel vanuit onze achtergrond van
socialisatietheorieën over opvoedingspraktijken? Wie zegt dat
Simone de Beauvoir daar niet iets heel anders mee bedoelde,
bijvoorbeeld het door haar zo uitvoerig beschreven proces van de
wording van de vrouw door de eeuwen heen?
'De mens is geen natuurlijke soort, maar een historisch begrip. De vrouw is geen voltooide vaststaande realiteit, maar een wording. En in die wording moet men haar vergelijken met de man; dat wil zeggen, men moet haar definiëren naar haar mogelijkheden.' (SdB p. 58)