Shell is bang voor Internet

Het Brent Spar syndroom

Gepubliceerd in Intermediair, 8 oktober 1998 en in Ravage, 16 oktober 1998


Het trauma van de Brent Spar is nog lang niet verwerkt. Shell liet zich drie jaar geleden compleet verrassen door het succes van de Greenpeace-campagne tegen het afzinken van dit booreiland. De aanvankelijke reactie van de oliegigant geldt inmiddels als schoolvoorbeeld van hoe het niet moet: Shell did too little too late. Een uitvoerige analyse van wat wel de PR-ramp van de eeuw is genoemd maakte duidelijk dat Shell zich behoorlijk had verkeken op haar invloed op de media. Een nieuwe factor van betekenis was volledig over het hoofd gezien, en dat was de rol van Internet. Dat was eens en nooit weer. Sinds 1996 heeft Shell International nieuwe business principles met aandacht voor het milieu en mensenrechten èn een Internet Manager. Hij heet Simon May, hij is 29, en hij is verantwoordelijk voor de manier waarop Shell zich op het wereldwijde web presenteert, hij moet in de gaten houden wat er in cyberspace over Shell gezegd wordt en bedenken hoe de Shell Groep Internet het best kan gebruiken.
May is begonnen als bedrijfsjournalist en was recent vier jaar de Engelstalige PR-man van het staatsoliebedrijf van Oman. Met hem deed Shell een gouden greep. Hij is enthousiast en slim, jong en snel, open en aardig - precies zoals het imago van de Koninklijke olie internationaal zou moeten zijn.
Simon May komt er ruiterlijk voor uit: Shell is met de Brent Spar verslagen in de nieuwe media oorlog, en ook de kwestie Nigeria veroorzaakt een massief on line bombardement. May: 'Het machtsevenwicht is veranderd, actievoerders zijn niet meer afhankelijk van de bestaande media. En dat heeft Shell geweten met de Brent Spar, veel informatieverspreiding ging buiten de normale kanalen om.

In Brussel werd begin juni een conferentie gewijd aan de groeiende macht van actiegroepen, georganiseerd door het PR- netwerk Entente International Communication. Entente onderzocht hoe bedrijven omgaan met actiegroepen en vise versa. De conclusies, gepresenteerd in het rapport Putting the Pressure on, liegen er niet om. Actiegroepen zijn een factor van betekenis, en hun invloed zal alleen maar toenemen de komende jaren. Ze weten als geen ander de media te bespelen en sympathie te winnen, omdat ze de kracht van de soundbyte begrijpen.
De grootste bedreiging gaat uit van Internet, het nieuwste wapen van de actiewereld. Peter Verhille van Entente: 'Een groeiend aantal multinationals, zoals McDonald's en Microsoft, kreeg laaghartige aanvallen (vicious attacks) op Internet te verduren door niet nader te identificeren tegenstanders, waardoor de slachtoffers wanhopig op zoek moesten naar adequate tegenmaatregelen.'
Het gevaar dat uitgaat van de nieuwe telecommunicatiemiddelen kan niet genoeg benadrukt worden, zegt Verhille. 'De voorsprong die het bedrijfsleven altijd heeft gehad op de actiewereld, een budget, is door de opkomst van Internet nagenoeg teniet gedaan.'
Die conclusie komt hard aan bij de conferentiegangers, zo'n zeventig mensen uit het bedrijfsleven en de PR-industrie. De meeste multinationals zijn nog in het stadium 'Internet daar moeten we wat mee - wordt aan gewerkt'.

Een grote uitzondering daarop, zo bleek in Brussel, vormt Shell International. Simon May hield een flitsende presentatie met als centrale vraag: Pressure on the Internet, Threath or Opportunity? De bedreiging die uitgaat van Internet biedt bedrijven tegelijkertijd veel mogelijkheden. Dat iedereen voor weinig geld kan publiceren, wereldwijd gezien of in ieder geval gevonden kan worden, en zijn visie kan uitdragen op homepages of in discussiegroepen is niet alleen een gevaar, maar ook een unieke kans, betoogt de Internet Manager. 'Waarom gaan pressiegroepen zo agressief te werk op Internet? Omdat het kan! Bedrijven zouden dat ook moeten doen, maar wel op een serieuze manier. De on-line activiteiten moeten een integraal onderdeel zijn van de communicatie-strategie, het is niet iets om over te laten aan de afdeling automatisering.'

Uitgangspunt van de Shell-site die begin 1996 werd gelanceerd was de nieuwe strategie van openheid en oprechtheid. Dialoog is het gouden trefwoord, en gevoelige onderwerpen worden niet uit de weg gegaan. May is ingenomen met het resultaat en illustreert dit met statistieken en wetenswaardigheden. Meer dan 350.000 bezoekers kreeg de site in april van dit jaar, en Shell ontvangt 1100 emails per maand. Een full-time kracht beantwoordt alle post binnen 48 uur persoonlijk, standaardbrieven zijn uit den boze. Op de site zijn links gemaakt naar de concurrentie, inclusief kritische maatschappelijke organisaties. (Alles radicaler dan Friends of the Earth en Greenpeace ontbreekt, maar dit terzijde). Er is nog steeds geen andere multinational met zo'n website, stelt Simon May niet zonder trots.
Een vastomlijnde strategie voor Internet heeft Shell niet, flexibiliteit is het motto. 'Het gaat om de kunst van het reageren, om het luisteren en er iets van opsteken'. En dat is niet zonder gevaar, doceert May: 'Wees voorzichtig, want de technologie verandert snel, en het publiek ontwikkelt zich zo mogelijk nog sneller. Pas op met wat je op het Net zet, de hele wereld weet je te vinden.'

De manier waarop Shell zich op het web presenteert is slechts één van de taken van de Internet manager. Hij moet ook in de gaten houden wat er door anderen over zijn bedrijf wordt gezegd en geschreven. 'De on-line gemeenschap is een niet te verwaarlozen factor', waarschuwt May. Het is méér dan een verzameling alternatievelingen; pressie-groepen hadden de potentie van Internet veel eerder door dan de industriële wereld. 'Sommige groepen bestaan zelfs uitsluitend op Internet, die zijn moeilijk te controleren, je kunt er niet zomaar lid van worden'.
Wie goed luistert naar de Internetgemeenschap beschikt over een effectieve peiling van opinies over het bedrijf. Het hoofdkantoor in Londen pakt dat grondig aan. Desgevraagd (geheel in stijl per email) legt de Internet Manager uit hoe dat in zijn werk gaat. Er zijn gespecialiseerde bedrijven ingehuurd om dagelijks het web af te schuimen en een inventarisatie te maken van alle mogelijke manieren waarop Shell voorkomt, en de context waarin. Het feit dat het woord 'shell' 48 verschillende veelgebruikte betekenissen heeft vormt daarbij een complicerende factor.
Shell werkt zelf met zogenaamde 'intelligent agents', zoekprogramma's die getraind kunnen worden om steeds beter werk te leveren. May: 'Aan zo'n agent kun je uitleggen waarom je sommige stukken uitkiest, en andere niet. De volgende keer komt het zoekprogramma dan terug met alleen de relevante zaken.'
Dit 'monitoren' geeft nooit 100% dekking, maar het is volgens May desalniettemin belangrijk om te doen. 'Je moet het publiek altijd in de gaten houden, daar kun je veel aan hebben.'

Wie de site van Shell bekijkt wordt in eerste instantie verrast door de openheid over onderwerpen die voorheen taboe waren. Over mensenrechten, milieu en zelfs de vernietiging en de exploitatie van Ogoni-land zijn zorgvuldig geformuleerde verhalen terug te vinden. Uit de defensieve toon van sommige stukken is op te maken welke punten nog steeds gevoelig liggen. Over de enorme olie-lekkages in Ogoni-land waarvoor Shell verantwoordelijk wordt gehouden ('volstrekt overdreven onbewezen beschuldigingen') staat bij wijze van verdediging bijvoorbeeld wel heel vaak nadrukkelijk vermeld dat bijna 80% is veroorzaakt door sabotage van radiale verzetsgroepen. (De betrokken groepen betwisten dit percentage).
Bij de discussieforums gerangschikt naar onderwerp kan iedereen zijn of haar mening ventileren over de praktijken van Shell, ongecensureerd. Het is grappig om te zien dat er ook medewerkers van Shell reageren, uit Maleisië en Nigeria bijvoorbeeld, die geschokt zijn door wat ze in de forums gelezen hebben over hun werkgever.

De vraag is of deze vorm van openheid echt iets oplevert. De discussieforums zijn nadrukkelijk nièt opgezet om Shell vragen te stellen, daar is de email-service voor. Simon May: 'De forums zijn bedoeld voor mensen om onderling over onderwerpen rond Shell te debatteren.' De email-service wordt intensief gebruikt om Shell vragen te stellen, dat zijn de 1100 mails per maand. Waar die vragen over gaan en wat het antwoord is van Shell, dat blijft tussen het bedrijf en de brievenschrijver.
Zo bezien zou je kunnen zeggen dat er sprake is van een schijnopenheid, alleen voor de show. Echte discussie in de openbaarheid wordt immers uit de weg gegaan. Simon May vindt niet dat je de forums af kan doen als windowdressing: 'Wij hechten er nogal sterk aan dat mensen het recht hebben over dit soort onderwerpen te discussiëren. Wij voorzien ze van een plek waar ze dat kunnen doen in een omgeving die er toe zou kunnen leiden dat hun standpunt gehoord wordt, in an organisation that can make a difference.'
En natuurlijk functioneren de forums als barometer voor wat bepaalde mensen denken, geeft May onmiddellijk toe, maar dat is niet hun voornaamste doel.

De Internet Manager specialiseert zich intussen verder in het analyseren van de vijand. Binnenkort houdt hij in Oxford een lezing voor senior managers over de vraag 'NGO's: bondgenoten of tegenstanders?'.


Evel