Slagerijen in Den Helder waren jarenlang doelwit van radicale
dierenactivisten. Wat begon met leuzen kladden bij de slager om
de hoek, breidde zich uit tot serieuze brandstichtingen bij
vleesverwerkende bedrijven elders in het land. Met de arrestatie
van Frank (25) en Eric (20) in maart van dit jaar kwam er een
eind aan de activiteiten van Right Animal Treathment (RAT). Nog
voor het eerste advocatenbezoek hadden de twee alles bekend.
Wat de politie betreft kan de zaak gesloten worden.
Vrij Nederland legde de hand op het opsporingsdossier en heeft
nog wat vragen. Waarom duurde het zo lang voor deze jongens
werden gepakt? Heeft de politie van Den Helder haar werk goed
gedaan? De CRI had al een jaar aanwijzingen die in de richting
van Frank en Eric wezen. Hoeveel aanslagen zijn er sindsdien
gepleegd?
'Je vreet je eigen huisdieren toch ook niet op?' staat op de
muur van het slachthuis in Den Helder gespoten en: 'We hopen dat
jullie in je vlees stikken.' De politie vindt vier plastic
flessen gevuld met benzine onder vrachtauto's bij het
slachthuis. De ontstekingsmechanismen hebben gebrand, maar zijn
door onbekende oorzaak uitgegaan.
Het is januari 1995. RAT doet een eerste serieuze poging tot
brandstichting. Tot op dat moment beperkte de actiegroep zich
tot het dichtkitten van sloten en het kalken van leuzen. Steeds
dezelfde kreten: 'Vlees is moord' en 'Right Animal Treatment' en
'R.A.T.' En steeds in Den Helder. Begin vorig jaar kreeg een
aantal slagers daar zelfs om de paar weken nachtelijk bezoek.
Eind maart is het echt raak.
Slager Van Nuland, die het in het verleden al vaker moest
ontgelden, krijgt benzine door de brievenbus met een rotje er
achteraan. In woningen boven de winkel liggen op dat moment
mensen te slapen. Het vuur gaat vanzelf uit.
Bij een slagerij een paar straten verderop brandt een
koelvrieswagen uit. De auto stond drie meter van een rijtje
eengezinswoningen geparkeerd. Het loopt weer goed af. RAT
signeert met handgeschreven leuzen op stickers.
In totaal zijn er in Den Helder elf aangiften opgenomen, zes van
vernieling, twee van een poging tot - en vijf van
brandstichting. De schade loopt in de honderdduizenden guldens,
rapporteert de brigadier-rechercheur Maurius Ludovicus Loete van
de Helderse politie.
Bij de aanslagen werd steeds gebruik gemaakt van plastic flessen
waar de bovenzijde vanaf was gesneden, gevuld met benzine.
Wierookstokjes en vuurwerk dienden als ontstekingsmechanisme.
'Dit soort benzine/brandbommen werden in goede staat
aangetroffen, omdat in sommige gevallen er geen of gedeeltelijke
ontbranding was ontstaan.' (Rapport opgemaakt op 4 maart 1996)
In opdracht van de Chef Recherche stelt brigadier Loete een
buurtonderzoek in. Dat levert geen nieuwe aanknopingspunten op.
Ook een landelijke ronde op zoek naar vergelijkbare zaken loopt
op niets uit.
De CRI heeft wel iets te melden.
De Dienst Bijzondere Recherche zaken (DBRZ, voorheen de
Bijzondere Zaken Centrale) signaleerde al in 1993 een
radicalisering van de acties. Het CRI-jaarverslag wijdde toen
voor het eerst een paragraaf aan milieu-activisme.
De DBRZ waarschuwde voor groepen als het Dierenbevrijdingsfront
die zich onder verschillende namen inzetten voor de rechten van
dieren en daarbij geweld niet schuwen.
Het hele spectrum wordt in kaart gebracht, ook activiteiten van
geweldloze groepen, zoals die van People for Ethical Treatment
of Animals (PETA).
Deze actiegroep hield op 13 februari een demonstratie op
Schiphol tegen het vervoer van kistkalveren. Schiphol toonde
zich niet ongevoelig. Zielige kalfjes passen niet in het imago
van de luchthaven, het vervoer werd kort daarna gestaakt.
Zes weken na de actie geeft de CRI aan brigadier Loete door, dat
daarbij vijf mensen waren opgepakt. Eén van de vijf arrestanten,
Eric, had als woonplaats opgegeven: Den Helder.
Aandacht in de pers levert meer bruikbare tips op. Naast
verschillende kranten besteedt ook NCRV's Hier en Nu begin april
aandacht aan de branden in Den Helder.
Na die uitzending belt Ron Haarman van het Nederlands Bont
Instituut met brigadier Loete. Haarman houdt uit professionele
en persoonlijke interesse een omvangrijk dossier bij over PETA.
Hij maakt er geen geheim van dat het Bontinstituut een beroep
doet op 'specialisten' om informatie te verzamelen over
tegenstanders van de bontindustrie.
Haarman legt de politie in Den Helder uit hoe het volgens hem
zit. PETA is een van oorsprong Amerikaanse organisatie. In
Nederland komt PETA naar buiten toe vriendelijk over, maar in
Verenigde Staten doet de groep radicalere aktes. Het zou de
vertegenwoordiger van het Bont Instituut niet verbazen als RAT
verbindingen zou hebben met PETA.
Ook komt er een telefoontje van een slager uit Amsterdam. Die
had in het vakblad voor slagers, Vlees, gelezen over de
toestanden in Den Helder. Dat kwam hem bekend voor. Hij vertelde
dat zijn zaak in de Bos en Lommerbuurt al diverse malen 's
nachts was bezocht, voor het laatst in januari dat jaar. Ook een
poelier bij hem in de straat had handgeschreven stickers
aangetroffen met de tekst 'Vlees is moord' en 'RAT'.
Navraag bij bureau Admiraal de Ruyterweg leert dat de politie in
Amsterdam van vernieling geen proces-verbaal opmaakt. Meer dan
een melding van de gebeurtenissen is er in het computerbestand
niet terug te vinden. 'Door de technische recherche van de regio
Amsterdam-Amstelland zijn van deze zaken geen sporen
veiliggesteld' noteert brigadier Loete. (Concept Proces Verbaal,
opgemaakt op 2 april 1996).
Maar dan doet de rechercheur uit Den Helder een belangrijke
ontdekking. Bij de vijf arrestanten van de Schiphol-demonstratie
zat ook iemand uit Amsterdam, genaamd Frank. En die woont in de
Bos en Lommer. Bovendien bleek dat in Den Helder de aanslagen
ook steeds hadden plaatsgevonden rond het adres van de
dierenactivist daar.
'Het werd toen duidelijk dat de aanslagen niet alleen in Den
Helder hadden plaatsgevonden, maar ook in Amsterdam.'
RAT is een landelijke zaak geworden.
Tijd voor nader overleg met de CRI in Zoetermeer. De Dienst
Bijzondere Recherche Zaken neemt de verdere coördinatie voor
haar rekening. Vanaf 18 april 1995 staan Eric en Frank boven aan
de lijst van mogelijke daders.
En wat doet de politie?
De politie hangt een camera op bij slagerij Van Nuland in Den
Helder. In de hoop op een heterdaadje staat de video een half
jaar lang aan, elke nacht tussen 22.00-6.00 uur. De opgenomen
beelden mogen alleen bekeken na een constatering van een
strafbaar feit.
De dierenactivisten houden zich stil tot in de zomer.
Na een telefonische bommelding namens RAT bij de Paasvee-
tentoonstelling in Schagen, volgt in juni een poging tot
brandstichting bij een islamitisch slachthuis in Heerhugowaard.
Een stapel hout besprenkeld met benzine wil niet branden. Naast
de gangbare graffiti staat er 'Pas op, concentratiekamp' op de
muur.
Een week later zijn in Den Helder bij een groot aantal slagers
de sloten met lijm dichtgespoten en de puien volgeplakt met
leuzen op stickers. Ook bij Van Nuland, de slager met de camera.
Helaas. 'Om atmosferische redenen bleken er geen beelden van die
nacht beschikbaar. Er was geen herkenning mogelijk.'
De herfst is aanmerkelijk heter.
In Haarlem gaat op een oktober een vrachtwagen van een
vleesbedrijf in vlammen op. In Hilversum brandt op 22 oktober de
wagon voor olifanten-transport van circus Krone uit. Vijf
november zijn het een aantal busjes van een vleeswarenfabriek in
Amstelveen. Het is een wonder dat de brand niet overslaat naar
het gebouw waar de auto dicht tegenaan geparkeerd stond.
'Dieren zijn weerloos' staat erbij.
Op 26 november gebeurt hetzelfde in Leiden. Steeds worden
plastic flessen -vaak van het merk Real Cool- gebruikt, gevuld
met benzine. Als lont fungeert een wierookstokje in een rotje
gestoken. De werkwijze is identiek, de aangetroffen leuzen ook.
De acties verspreiden zich over het land, de frequentie neemt
toe -om de twee … drie weken- en bovendien gaat het nu vaker om
(voltooide) brandstichtingen. Dat er iets moet gebeuren is
duidelijk, maar toch komt het opsporingsonderzoek naar Eric en
Frank nog niet echt op gang.
De CRI adviseert het onderzoek richting deze beide verdachten
voort te zetten. Een half jaar nadat de DBRZ de coördinatie van
het onderzoek op zich heeft genomen, komt de dienst met
aanvullende informatie over de man uit de Bos en Lommer. De CRI
heeft uitgevonden dat Frank pas kort in Amsterdam woont. Zijn
jeugd blijkt hij te hebben doorgebracht in Den Helder.
Conclusie: Frank en Eric hebben in het verleden mogelijk contact
gehad. Als actieve dierenrechten-activisten moeten ze elkaar
kennen.
Het duurt lang voor er een speciaal opsporingsteam is
geformeerd. Het oprichten van een samenwerkingsverband van
mensen uit verschillende politieregio's heeft veel voeten in de
aarde. Onduidelijkheid over de samenstelling, de
verantwoordelijkheid en de personele invulling, veroorzaakt
weken vertraging.
Pas na overleg met de landelijk officier van justitie voor
terreurzaken mevrouw van der Molen-Maessen zijn de zaken goed
geregeld. De terreur-officier is verantwoordelijk voor de Dienst
Bijzondere Recherche Zaken van de CRI. Daarnaast houdt zij zich
bezig met de overdracht van informatie van de BVD die van belang
zou kunnen zijn in strafzaken.
Mevrouw Van der Molen spreekt op 3 december met de officier van
justitie uit Alkmaar af dat het onderzoek naar RAT wordt
uitgevoerd door het district Den Helder/Texel met ondersteuning
van de regio Kennemerland, onder verantwoordelijkheid van het OM
Alkmaar.
Het observatieteam van de DBRZ, opgericht voor de opsporing van
de RaRa, verleent praktische ondersteuning. Dit observatieteam
is gespecialiseerd in het volgen van politieke activisten, die
zich -anders dan georganiseerde criminelen- vaker op de fiets
plegen te verplaatsen.
Half december is het RAT-team uitgebreid met rechercheurs van de
regio Kennemerland en van het Regionale Recherche Team Noord-
Holland-Noord.
Het onderzoek kan beginnen. De daders zijn in beeld. Hun woon-
en verblijfplaats zijn bekend, net als hun manier van werken.
Het wachten is op een heterdaad zou je zeggen. Maar zo makkelijk
is dat niet. Er gaat nogal eens wat mis bij het RAT-team. De
weinige treffers lijken vooral van het toeval afhankelijk.
Video-observatie van de voordeur van Frank levert wederom
'wegens atmosferische omstandigheden' geen bruikbare beelden op.
Het observatieteam moet zelf op pad.
Op 12 december ziet de politie Frank naar de slijterij van Dirk
van de Broek gaan. Wat hij daar koopt blijft onduidelijk.
Onderzoek wijst uit dat Dirk van de Broek de enige winkel in de
regio Noord Holland is die frisdrank van het merk Real Cool
verkoopt.
Ruim een week voor Kerst denkt het observatieteam beet te
hebben.
Frank verlaat 's avonds zijn huis, samen met een nog onbekende
man - Eric is formeel nog niet als zodanig ge‹dentificeerd.
Frank heeft een bomberjack aan met een capuchon over zijn hoofd.
Ook Eric heeft donkere kleren aan en een muts op. Hun rugzak is
zo vol dat hij amper dicht kan. Ze vertrekken op een vouwfiets
richting station Sloterdijk.
'Per trein en per fiets gingen Frank en de onbekende man naar
een afgelegen locatie in de polder bij Oostzaan, waarbij
omstreeks 23.00 uur door het observatieteam werd geconstateerd,
dat beide mannen zich in de nabijheid van een vrachtauto van een
pluimveeslachterij ophielden. Daarbij werd gezien dat Frank twee
cilindervormige voorwerpen in zijn hand hield (vermoedelijk
spuitbussen), terwijl de onbekende man in elke hand een fles
droeg. Op moment van constateren (passeren) werd door de
betrokken medewerker van het observatieteam de karakteristieke
geur van wierook waargenomen. Mogelijk tengevolge van het min of
meer 'overlopen' van de verdachten kwam het niet tot
feitelijkheden. Ook directe aanhouding bleek niet mogelijk en in
een later stadium niet wenselijk.' Onderzoek ter plaatste
leverde geen sporen op.
Frank en Eric merken dat er iemand langs fietst op het moment
dat ze hun bommen willen plaatsen en houden het voor gezien. Ze
verstoppen hun spullen en gaan naar huis. Volgend keer beter.
Na de jaarwisseling moeten de speurders uit de krant vernemen
dat in Oostzaan toch een vrachtauto is uitgebrand. Dat gebeurde
twee dagen voor Kerst, precies een week na de nachtelijke
observatie bij de pluimveeslachterij. Op dezelfde locatie waar
de twee RAT-verdachten eerder 'mogelijk met
voorbereidingshandelingen bezig waren.' (Rapport opgemaakt op 30
januari 1996)
Het RAT-team krijgt toestemming om bij het bevolkingsregister in
Den Helder een pasfoto van Eric te lenen. 'Dit om leden van het
observatieteam de onbekende tweede man te kunnen laten
herkennen. Daar de man op de foto lang haar droeg tot over de
schouders en de onbekende man duidelijk korter haar had was
onmiddellijke herkenning niet mogelijk.' De foto is na gebruik
terug gebracht.
Een maand later, op 19 januari, ziet het observatieteam de tot
dan toe onbekende man uit het huis van zijn ouders in Den Helder
komen en is er zekerheid over Eric's identiteit.
De volgende dag gaan Frank en Eric weer op pad. Het observatieteam is er dan niet bij. In ieder geval heeft de politie niet kunnen voorkomen dat er in Castricum een vrachtwagen in brand is gestoken bij een groothandel in wild en gevogelte. Ook een deel van de gevel van het bedrijf is verbrand. Voor het eerst wordt de leus AJF (Animal Justice Front) aangetroffen, maar de modus operandi zijn identiek. Schade: 300.000,-
Het RAT-team heeft dan net, na overleg tussen de diverse korpsen
en justitie, besloten dat het onderzoek moet worden voortgezet.
De leiding blijft in handen van de officier van justitie in
Alkmaar, mevrouw Keyser. Op 23 januari is het team uitgebreid
met nog twee rechercheurs van het Regionaal Recherche Team Noord
Holland Noord.
De formaliteiten nodig voor aanhouding gaan geregeld worden.
Op 1 februari 1996 is er een gerechtelijk vooronderzoek tegen
Frank en Eric geopend. Daarmee krijgt de politie toestemming de
telefoons van beide heren af te luisteren, 'met het doel na te
gaan (...) dat zij betrokken zijn bij de reeds gepleegde
aanslagen en wanneer er nieuwe aanslagen gaan plaatsvinden om
hen met behulp van het observatieteam te volgen en op heterdaad
te kunnen aanhouden.'
De politie vraagt de PTT ook de printlijsten van deze nummers
vanaf 1 juli 1995, dat is over een periode van zeven maanden.
Inzage in het belgedrag toont aan dat Eric en Frank regelmatig
met elkaar telefoneren, en ook wel eens met dierenorganisaties
als PETA. Andere daders lijken er niet te zijn.
Het afluisteren levert meteen resultaat op, zij het achteraf.
Op 6 februari Eric vraagt Frank over de telefoon of hij nog wat
had gelezen. 'Nee', zegt Frank, 'Het was ook niet zo gelukt'.
Eric is er nog langsgekomen toen hij met zijn ouders meereed
naar Amsterdam. Frank vraagt: 'Had je nog wat gezien?' Eric
zegt: 'Nee.' 'Alles stond nog gewoon en dat vindt men raar.'
'Aangezien dit gesprek plaatsvond kort na de poging tot
brandstichting van de drie vrachtauto's in Halfweg wordt niet
uitgeloten dat Eric en Frank het over dit voorval met elkaar
hebben.'
De Hot Dog King in Halfweg is vanaf de snelweg Amsterdam/Haarlem
te zien, stelt de politie vast, en het is heel goed mogelijk dat
Eric via die route uit Den Helder is gekomen.
Ook deze poging tot brandstichting gebeurde met behulp van
plastic frisdankflessen waarvan de hals was verwijderd, gevuld
met 'een brandbare vluchtige stof'. De ontsteking was zoals
gewoonlijk met een rotje, tot ontbranding gebracht met een
wierookstokje. De leuzen: 'Moordenaars' en de nieuwe naam:
'AJF'.
'In dat zelfde gesprek wordt er ook over het komende weekend
gsproken. Frank vraagt of Eric in Amsterdam is want "er moet
iets gebeuren en het is niet moeilijk".'
Dat weekend staat het observatieteam op scherp.
Frank fietst naar Eric's nieuwe huis in de Pijp. 'Er wordt
gezien dat ze hierna gezamenlijk maar ieder op een fiets zich
verplaatsen naar Amsterdam-Noord. Beide verdachten kunnen door
de plaatselijk situatie een kort moment niet worden gevolgd.'
Waarschijnlijk was dicht achtervolgen op de Schellingwouderbrug
over het IJ een te groot risico. Als de verdachten door het
observatieteam weer zijn 'opgepikt' zijn ze al weer op de
terugweg. 'Een deel van het team dat is achtergebleven in
Amsterdam Noord, ontdekt kort na het vertrek van de verdachten
dat op een school voor de vleesverwerkende industrie (..)
teksten waren gespoten als "Vlees is moord", Moord" en "AJF".'
Weer geen heterdaad.
Dan komt de CRI met informatie die sterk in de richting van
Frank en Eric wijst.
De politie Haaglanden heeft gesprekken opgenomen waarin
brandaanslagen van RAT worden opgeëist. Het gerechtelijk
vooronderzoek van Haaglanden had niets te maken met het
opsporingsonderzoek naar de brandstichtingen. Meer kon de CRI in
eerste instantie niet vertellen.
Op 16 februari gaf de Haagse rechter-commissaris toestemming de
betreffende banden ter beschikking te stellen aan het RAT-team.
Het gaat om drie gesprekken, steeds laat in de ochtend gevoerd.
Het eerste telefoontje is met de Perscombinatie, op 1 oktober
1995. Een mannenstem maakt melding van een aanslag die nacht in
Haarlem, gepleegd door het Right Animal Treatment.
De tweede keer is er gebeld met de Telegraaf, op 5 november
1995. R.A.T. claimt de aanslag op een vleeswarenbedrijf in
Amstelveen.
In het derde keer gesprek, op 26 november 1995, wordt de aanslag
op het slachthuisterrein in Leiden opgeëist.
Deze gesprekken blijken te zijn gevoerd vanuit ‚‚n telefooncel.
En die cel staat in de Bos en Lommer, om precies te zijn bij
Frank in de straat.
Waarom de politie Haaglanden deze opnames maakte, en hoe, komt
niet aan de orde.
Het RAT-team moet heel blij geweest zijn met deze
toevalstreffer. De politie denkt de stemmen van Frank en Eric te
herkennen, maar het Gerechtelijk Laboratorium in Rijswijk moet
uitsluitsel geven. In overleg met de officier van justitie
besluit de politie de stemvergelijking uit te stellen tot na de
arrestatie van beide verdachten.
Die aanhouding zou nog vijf weken op zich laten wachten.
In het dossier is over opsporingsactiviteiten in die periode
niet veel terug te vinden.
Het Haarlems Dagblad ontvangt een brief van het Animal Justice
Front (AJF) verstuurd vanuit Amsterdam. In deze brief eist het
AJF de aanslagen op gepleegd in Oostzaan, Castricum, Halfweg en
Amsterdam-Noord. Voor zover er nog onzekerheid was over verband
tussen deze acties, is die nu voorbij.
Ook het activistenblad NN heeft een samenhang ontdekt. De
politie maakt melding van een artikel na de aanslag in
Amstelveen en citeert de NN: 'Gelet op de leuzen die op het
kantoor werden aangetroffen is de actie het werk geweest van de
groep Right Animal Treatment (RAT). Al eerder voerde deze groep
soortgelijke acties in Den Helder, Haarlem en IJmuiden.'
De laatste grote actie van het AJF is de aanslag op het
slachthuis in Schiedam. De brandweer denkt dat de uitslaande
brand is ontstaan op het parkeerterrein, maar de rechercheurs
ter plaatse kunnen niets vinden dat op een brandbom wijst.
Een dikke week later arriveert de claimbrief. 'Het is gedaan
door middel van 4 brandbommen onder de voorwielen van 3
vrachtwagens te plaatsen. Dit uit protest tegen al het
dierenleed wat door de vleesproduktie/consumptie veroorzaakt
wordt.' Was getekend: AJF.
De brand legde ook twee belendende bedrijven in de as, de schade
loopt in de miljoenen. Het slachthuis is voor zeker vijf maanden
uit de running.
Schiedam was precies een maand voor Frank en Eric zouden worden
opgepakt. Over deze actie is in het opsporingsdossier echter
niets terug te vinden. Hij staat zelfs niet op de
tenlastelegging: de brand werd Frank en Eric niet aangerekend
tot ze er bij de verhoren zelf over begonnen.
Ook vernielingen bij slagerijen in Leidschendam en Den Haag,
rond dezelfde tijd uitgevoerd in naam van het AJF, staan nergens
genoemd. Wist de politie dat deze verdachten daar niets mee te
maken hadden?
Een jaar nadat Frank en Eric boven aan het lijstje van mogelijke
verdachten zijn gezet, worden ze gearresteerd. In die periode
waren er zeven geslaagde aanslagen en drie pogingen tot
brandstichting, ze deden zeker tien kladacties en een
bommelding. Meer dan de helft van deze acties moet zijn
uitgevoerd onder de ogen van het observatieteam.
Hoe kan dat?
Belangrijke informatie kwam van buiten de politie, of -veel te
laat- van landelijke diensten zoals de CRI. Het
opsporingsonderzoek kwam langzaam op gang. Het observatieteam
miste het moment surprˆme, of belette een heterdaad. Vaker nog
liet de politie het helemaal afweten.
Aan de sporen heeft het niet gelegen.
De modus operandi kwamen overeen, van het begin af aan. De
leuzen, de handgeschreven stickers, de opengeknipte anderhalve
liter Real Cool flessen. De ontsteking verbeterde enigszins in
de loop van tijd. In de met plastic huishoudfolie afgesloten wc-
rol zaten later niet alleen rotjes, maar ook luciferkoppen en
aanmaakblokjes. Dat geheel moest brandend in de benzine vallen.
Wierook als lont ontbrak nooit.
De bommen gingen zo vaak niet af, dat bij iedere actie duidelijk
herkenbare restanten veiliggesteld konden worden.
Bovendien bleek bij de huiszoeking dat alles wat gebruikt was
bij een aanslag, of kon dienen voor het maken van zulke bommen,
bij een van de jongens thuis lag. Het vuurwerk, de
aanmaakblokjes, een verzameling lege flessen en dito wc-rollen,
als ook de spuitbus voor de leuzen en de handschoenen om geen
sporen achter te laten.
Het trage optreden van de politie moet de jongens van RAT een
gevoel van onkwetsbaarheid gegeven hebben. Ondanks, of misschien
wel dankzij hun grenzeloze naïviteit konden ze een jaar lang met
amateuristische bommen grote schade aanrichten. Frank en Eric
voelden zich verplicht op te komen voor de rechten van dieren.
Want dieren kunnen zich niet verweren. Ze probeerden met hun
acties begrip te krijgen van mensen die nog steeds vlees eten.
De uiteindelijke aanhouding, maandag 25 maart om 6 uur 's
ochtends, kwam als een volslagen verrassing.
Na hun arrestatie hebben Frank en Eric meteen alles bekend.
Omdat ze staan voor wat ze hebben gedaan. Nu zitten ze vast, in
afwachting van hun proces. Er hangt hen een lange
gevangenisstraf boven het hoofd.
Het raadsel van de afgeluisterde telefooncel is intussen opgelost. Door een toeval. Omdat de advocaat van Frank en Eric ook een grote drugszaak doet. In die zaak maakten de verdachten veel gebruik van openbare telefoons voor geheimzinnige gesprekken. De politie Haaglanden liet verspreid over Amsterdam tien telefooncellen afluisteren. En één van die cellen stond bij Frank in de straat. Toevallig.