Voor de opvulling van het gat tussen de wapenstok en het pistool lijkt zich eindelijk een oplossing aan te dienen. Peperspray, een goedje gefabriceerd van het extract uit cayennepeper en geleverd in handzame spuitbusjes, moet de politie nieuwe mogelijkheden geven onwillige arrestanten tijdelijk uit te schakelen - zonder blijvend letsel toe te brengen. Onderzoek van TNO ondersteunt de lobby van de politie, maar hoe objectief is die rapportage van het Prins Maurits Laboratorium?
"M'n longen klapten dicht, ik kon geen lucht meer krijgen. Ik
kreeg een onwaarschijnlijk brandend gevoel in m'n luchtpijpen.
Nooit meer, echt nooit meer wil ik zoiets meemaken." Peter
Terrijn van het Forum van Vredesaktie deed in februari mee aan
een symbolische actie voor het Paleis van Justitie in Brussel.
Hij werd het slachtoffer van het nieuwe wapen van de Belgische
politie: peperspray. De actie richtte zich tegen een
wetsvoorstel dat criminele organisaties verbiedt. Een
toneelstukje voor het oog van de camera's moest de gevreesde
gevolgen uitbeelden. Als agenten vermomde actievoerders sloegen
een groep demonstranten -die met bordjes twintig politieke
organisaties uitbeeldden- in elkaar om hen vervolgens te
arresteren. Toen het ad hoc 'Crimineel Netwerk' na afloop hun
spullen bij elkaar raapte, verscheen een echte politieman ten
tonele. Hij wilde een van de actievoerders arresteren, wat enig
duw en trekwerk opleverde. Te hulp geschoten collega's aarzelden
niet en sloegen er meteen op los. Een van de agenten trok zijn
busje peperspray en spoot enkele actievoerders van dichtbij in
het gezicht.
"Geradbraakt, het leek de hel wel. Je maakt een soort doodstrijd
mee". Klaas Maertens was een van de andere slachtoffers die
plotseling bespoten werd. "Op dat moment besefte ik niets meer.
M'n gezicht stond in brand, het slijm stroomde m'n neus en het
vocht m'n ogen uit. Ik kreeg geen zuurstof meer en raakte zo in
paniek dat ik bijna onder een rijdende auto terecht ben
gekomen."
Het spul blijft ook in je haren en kleren zitten. Maertens:
"Zodra ik thuis m'n trui uittrok, begon het brandende gevoel
opnieuw. Ik heb nog nooit zoveel pijn ondervonden met het wassen
van m'n haar." Nadat Peter Terrijn was aangevallen, werd hij
geboeid afgevoerd door twee agenten die zelf ook last kregen van
het bijtende goedje. Zij konden zich meteen met water onder
behandeling laten stellen, terwijl Terrijn aan zijn lot werd
overgelaten op het politiebureau.
De Belgische peperspray-specialist van de Rijkswacht, J.
Vanspauwen, vindt dat het incident bij het Paleis voor Justitie
in Brussel absoluut niet door de beugel kan. Vanspauwen: "Op het
moment dat je peperspray toepast op mensen, moet je instaan voor
de gevolgen. Directe hulp is onlosmakelijk verbonden met het
gebruik van dit middel. Je moet altijd water bij de hand
hebben."
Onlangs vertoonde de Belgische televisie schokkende beelden van
een agent die als proefkonijn van drie meter afstand een busje
peperspray in zijn gezicht liet leegspuiten. De agent werd bijna
gek van de pijn, hij zakte na een seconde of vijftien huilend
door z'n knieën. Collega's schoten hem te hulp en duwden z'n
hoofd in een emmer met water.
Het actieve bestanddeel van peperspray is capsaicine (oleorsin
capsicum, OC, of capsicum oliehars), een extract uit
cayennepeper dat bekend is van Tijgerbalsem en Tabasco. Het
goedje wordt opgelost in een mengsel van water en etyl-alcohol
geleverd in handzame spuitbusjes.
De Rijkswacht en verschillende Belgische politiekorpsen hebben
peperspray sinds 1995 opgenomen in de vaste wapenuitrusting. Ook
in Nederland klinkt de laatste maanden de roep om een wapen dat
het gat tussen de wapenstok en het pistool moet opvullen.
Minister Dijkstal noemde peperspray als optie na het falende
politieoptreden rond de jaarwisseling in Groningen, de chef van
het korps Brabant-Noord had het willen hebben om relschoppende
Molukkers mee af te schrikken en in Enschede deed commissaris
Cnossen een duit in het zakje. Volgens hem is de politie amper
uitgerust om alle heethoofden, pillenslikkers en mafkezen in de
greep te krijgen.
De lobby voor de invoering van peperspray wordt aangevoerd door
Arie Ponsen van de Rotterdamse politie. Ponsen begeleidt als
docent 'geweldsgerelateerde vaardigheden' collega's die
betrokken zijn geweest bij geweldsincidenten. Hij kent de
behoefte aan een alternatief voor schieten als geen ander.
Peperspray biedt niets dan voordelen, zo betoogt Ponsen in het
Algemeen Politieblad. Het is geen gas, en kan dus zeer gericht
op het doel worden toegediend. Je kan nauwkeurig één persoon uit
een groep mensen raken, zonder dat je er als politieagent zelf
last van hebt. Het is goedkoop, niet brandbaar of giftig en
bevat geen chemicaliën. Eventuele gezondheidsrisico's wegen voor
de Rotterdamse inspecteur niet op tegen het alternatief, het
gebruik van het vuurwapen als ultimum remedium. Een 'beetje'
kogel kan immers niet. Deze oplossing is volgens Ponsen niet
alleen prettig voor de politie, 'ook de samenleving heeft er
recht op dat de politie kan beschikken over een geweldsmiddel
dat adequaat is en geen blijvend letsel veroorzaakt.'
Overigens zijn niet alle politiemensen zondermeer voor
invoering. Voormalig korpschef van Hulst (inmiddels directeur
van de BVD) staat niet te trappelen zei hij tegen het Algemeen
Politieblad: 'De gretigheid waarmee het wordt gepresenteerd
maakt mij niet minder gereserveerd'. Hij vreest onder meer dat
invoering bij de politie het gebruik buiten de politie zal
stimuleren.
De vurige pleidooien vanuit de politiewereld lijken intussen wel
resultaat op te leveren. De Vaste Kamercommissie voor Justitie
en Binnenlandse Zaken besprak maart vorig jaar een eerste
rapport van TNO over de invoering van peperspray. De betrokken
ministers waren van mening dat over gevolgen voor mensen met
chronische longaandoeningen te weinig bekend is, en ook de
nazorg vereist verdere studie. TNO kreeg de opdracht tot
vervolgonderzoek dat in juli 1998 klaar zou zijn. Dat duurt de
politie allemaal veel te lang. In november had de peperspray-
lobby de ministers overgehaald de tijdsduur van het onderzoek te
bekorten. TNO moest beloven het eindrapport zo snel mogelijk af
te hebben, nadat de experimentele onderdelen van het onderzoek
in februari 1998 zouden zijn afgerond.
Het Prins Mauritslaboratorium van TNO deed in eerste instantie
een literatuuronderzoek naar de geschiktheid van dit wapen als
geweldsmiddel bij de politie. De conclusie van de Toxicologische
evaluatie is ronduit positief: 'Peperspray lijkt over het
algemeen een veilig wapen'. Het middel is volgens TNO voldoende
effectief, zeer snel werkzaam, het heeft een korte werkingsduur,
het geeft geen aanleiding tot acuut letsel en lijkt ook op lange
termijn veilig. Die conclusie is koren op de molen van
politiemensen die zich sterk maken voor invoering van
peperspray.
Wie het TNO-rapport zelf leest komt tot heel andere conclusies.
De opsomming onder het kopje Gewenste Effecten, lijkt eerder
betrekking te hebben op de omschrijving van een soort van
martelwerktuig, dan op die van een fijn nieuw wapen voor de
politie:
"De effecten op de ogen zijn heftige tranenvloed, onvrijwillig
sluiten van de ogen, tijdelijk (snel voorbijgaande) verblinding.
De ogen zijn gedurende enige tijd niet meer te openen.
"Peperspray veroorzaakt een sterk branderig gevoel op de huid,
roodheid en heftige pijn. Na verloop van tijd ontstaat
ongevoeligheid van de aangedane huid voor pijn en
temperatuurprikkels. Pijn en roodheid verdwijnen meestal binnen
30 minuten, de ongevoeligheid kan dagen aanhouden.
"Kortdurende verlamming van de keel, kortademigheid. De
slijmvliezen vertonen acute ontstekingsreactie,
slijmafscheiding, heftige hoestbuien. Diepe ademhaling sterk
bemoeilijkt.
"Verlies van controle over de lichaamsmotoriek, gedwongen,
reflexmatig aannemen van een voorovergebogen houding, ernstig
trillen over het gehele bovenlichaam en gevoelens van
desoriëntatie en paniek.
Bovendien baseert TNO zich voor een niet onbelangrijk deel op
een onderzoek van de FBI waarvan de objectiviteit recentelijk
serieus in twijfel is getrokken. In de jaren tachtig deed de
Firearms Training Unit op het hoofdkwartier van de FBI in
Quantico uitgebreid onderzoek naar de effecten van het nieuwe
wapen. Tot op heden is er geen ander onderzoek waarbij op zo'n
grote schaal verschillende proefpersonen zijn blootgesteld aan
peperspray; en alle research sindsdien neemt het FBI-werk als
uitgangspunt. Na testen op totaal 2000 mensen kwamen de
onderzoekers tot zeer positieve conclusies (veilig wapen, geen
bijwerkingen of nadelige effecten). Op basis hiervan besloot de
FBI in 1989 tot invoering de van Cap-Stun Spray. FBI-senior
Thomas Ward ging de jaren daarna actief de boer op met het
nieuwe wondermiddel. Veel politiekorpsen en andere gewapende
diensten in de Verenigde Staten volgden het voorbeeld van de
FBI. Ook bij de invoering van peperspray elders in de wereld
spelen de bevindingen van de FBI -nog steeds- een belangrijke
rol.
Pas onlangs werd bekend dat Thomas Ward als leider van dit
onderzoek in de jaren tachtig in totaal ruim 57.000 dollar aan
steekpenningen heeft geaccepteerd van de peperspray-fabriek in
kwestie. De FBI-chef was tot zijn arrestatie en veroordeling in
1996 verantwoordelijk voor de training van collega's overal in
het land, en hij trad op in veel-gebruikte instructie-films over
het gebruik van peperspray.
De Amerikaanse mensenrechtenorganisatie ACLU in Californië heeft
in een reactie op deze onthulling geëist dat het gebruik van
peperspray onmiddellijk werd stopgezet. Ook zou de FBI al het
onderzoeksmateriaal opnieuw moeten bekijken. Allan Parachini van
de ACLU wees op de reikwijdte van de zaak: "Het Ward-schandaal
potentieel een groter effect op de rechtshandhaving dan het in
elkaar slaan van Rodney King (op video vastgelegd aanleiding
voor grote rellen in Los Angeles, EL). Het onderzoek van de FBI
heeft immers de politie in heel het land ervan overtuigd dat
peperspray een veilige en effectieve manier was om arrestanten
onder controle te krijgen."
Het Europees Parlement kreeg recent het advies een moratorium in
acht te nemen voor het bezit, de verkoop en het gebruik van
peperspray in de lidstaten totdat er voldoende onafhankelijk -en
controleerbaar- onderzoek is gedaan naar de veiligheid van dit
middel. (An appraisal Technologies of Political Control. STOA-
rapport, januari 1998)
Voor TNO is het gebruik van deze FBI-onderzoeksresultaten geen
punt van discussie.
http://jya.com/stoa-atpc.htm
Om tot de conclusie te komen dat peperspray 'over het algemeen
een veilig wapen' is heeft TNO onderzoeksliteratuur uit het
buitenland verzameld en de gegevens op een rijtje gezet. Waar
onderzoeksgegevens elkaar tegenspreken is TNO geneigd de
conclusie te trekken die invoering positief ondersteunt.
Dat gebrek aan objectiviteit blijkt vooral bij de behandeling
van de 30-37 sterfgevallen die in de literatuur steeds
terugkomen. TNO benadrukt dat in slechts één geval niet kan
worden uitgesloten dat peperspray heeft bijgedragen aan de dood
van de arrestant. In alle andere gedocumenteerde gevallen wordt
de doodsoorzaak toegeschreven aan pre-existing conditions (zwak
hart bijvoorbeeld), aan een hoge staat van opwinding veroorzaakt
door drugs in combinatie met de stress van confrontatie met de
politie, of aan 'houdingsverstikking' waarbij de arrestant in
een positie terechtkomt die ademhalen onmogelijk maakt.
Ondanks het gebrek aan medisch onderzoek naar de rol van
peperspray bij dit soort doodsoorzaken, concludeert TNO:
'kennelijk is het risico op acuut levensgevaar na gebruik van OC
erg klein.'
Naar het verhoogde risico dat het gebruik van peperspray
oplevert bij genoemde doodsoorzaken werd tot voor kort niet
gezocht, eenvoudigweg omdat er te weinig bekend was over
eventuele verergerende effecten van peperspray.
De pre-existing conditions vormen sowieso een groot risico. De
politie kan vantevoren niet (altijd) zien of iemand een goede
gezondheid heeft, niet zwanger is, of onder invloed van alcohol
of drugs. Als het misgaat is het te laat. TNO besteedt hieraan
geen bijzondere aandacht en minimaliseert de betreffende
risico's.
De onderzoekers van TNO hebben wel vaker de neiging tot creatief
citeren. Soms is het aantrekkelijker om negatieve conclusies weg
te laten. Zo blijkt uit een studie uit 1993 dat wetenschappers
van het Amerikaanse leger zeer gereserveerd staan tegenover het
gebruik van peperspray. Gewaarschuwd wordt voor ernstige
bijwerkingen: 'Mutagene en carcinogene effecten,
overgevoeligheid, toxische effecten op de hartslagaders, de
longen en het zenuwstelsel en mogelijk ook een dodelijke
afloop'. Conclusie: 'Het gebruik van dit produkt op een grote en
gevarieerde populatie heeft een zeker risico in zich.'
Volgens TNO laat dit onderzoek, samen met dat van de FBI, zien
'dat het gebruik van peperspray veilig is'. De inhoud van het
rapport wordt verder niet behandeld.
Uit de conclusies van recent Amerikaans onderzoek van de
universiteit van North Carolina (dat nog niet in het TNO rapport
is opgenomen) blijkt dat politieagenten de neiging hebben méér
gewelddadige confrontaties aan te gaan, als ze gewapend zijn met
peperspray. De onderzoekers vragen zich af of bewapening met
peperspray het zelfvertrouwen van politiemensen dusdanig -
overdreven- positief beïnvloedt dat daardòòr een dreigende
situatie ontstaat.
Bovendien bestaat het gevaar dat peperspray niet zozeer als
alternatief voor geweld wordt gebruikt, maar als extra optie
voor meer - en misschien onnodig -geweldsgebruik.
Een aantal schokkende incidenten die het afgelopen jaar
plaatsvonden in de Verenigde Staten en Canada lijken deze
bevindingen te bevestigen.
Bij een uit de hand gelopen vechtpartij op een middelbare school
in Canada, gebruikten politiemensen peperspray, naar eigen
zeggen omdat ze zich bedreigd voelden. Twee veertien-jarige
scholieres belanden in het ziekenhuis nadat herhaaldelijk in hun
gezicht werd gespoten.
Beelden van schreeuwende en van pijn kronkelende demonstranten
veroorzaakten oktober vorig jaar in de Verenigde Staten grote
ophef. Activisten van de milieuorganisatie Earth First! kregen
bij een bezetting in Californië met wattenstaafjes peperspray in
hun ogen gewreven. De videobeelden werden door de politie
gemaakt en haalden ook in Nederland het televisiejournaal. De
vier vrouwen, waaronder een meisje van 16, zaten op de grond, de
armen in elkaar gehaakt met buizen (hier ten lande bekend van
gebruik door Greenpeace en Milieudefensie). Toen ze bleven
weigeren zich te verwijderen, spoot de politie bij een van hen
nogmaals van dichtbij peperspray in het gezicht.
Amnesty International toont zich steeds kritischer over het
gebruik van peperspray. 'Vanwege de grote risico's toegeschreven
aan peperspray, staat het gebruik ervan in alle omstandigheden
ter discussie' schrijft Amnesty in een verklaring over het
incident op de video. 'In dit geval was de inzet duidelijk
verkeerd, omdat het niet werd gebruikt om politiemensen of
anderen te beschermen, maar met voor bedachte rade en met de
opzet pijn te veroorzaken om de medewerking af te dwingen van
demonstranten die geen enkele bedreiging vormden.'
TNO doet op dit moment experimenten met peperspray op
proefdieren. Het Prins Maurits Laboratorium sluit niet uit dat
nader onderzoek met vrijwilligers nodig is, voor het vaststellen
van de veilige dosering bij gebruik op mensen.
Het is te hopen dat de Tweede Kamer zich in haar besluitvorming
over de invoering van peperspray niet uitsluitend laat leiden
door de bevindingen van TNO.
Met dank aan Alex van Veen