Minister Dijkstal noemde in de krant van zaterdag pepperspray als
oplossing voor de opvulling van het gat tussen de wapenstok en
het pistool. Pepperspray, een goedje gefabriceerd van het extract
uit cayennepeper en geleverd in handzame spuitbusjes, moet de
politie nieuwe mogelijkheden geven onwillige arrestanten
tijdelijk uit te schakelen.
De lobby van de politie voor invoering wordt ondersteund door
onderzoek van TNO, maar incidenten in het buitenland roepen de
nodige vragen op.
Pepperspray is geen gas, en kan dus zeer gericht op het doel
worden toegediend. Je kan nauwkeurig één persoon uit een groep
mensen raken, zonder dat je er als politieagent zelf last van
hebt. Het middel biedt volgens Arie Ponsen van de Rotterdamse
politie niets dan voordelen. Het is goedkoop, niet brandbaar of
giftig en bevat geen chemicaliën. Als begeleider van collega's
die betrokken waren bij geweldsincidenten, maakt Ponsen zich
sterk voor de invoering van pepperspray.
Eventuele gezondheidsrisico's wegen voor hem niet op tegen het
alternatief, het gebruik van het vuurwapen als ultimum remedium.
Een 'beetje' kogel kan immers niet. Pepperspray als oplossing is
volgens Ponsen niet alleen prettig voor de politie, 'ook de
samenleving heeft er recht op dat de politie kan beschikken over
een geweldsmiddel dat adequaat is en geen blijvend letsel
veroorzaakt,' schreef hij vorig jaar in het Algemeen Politieblad.
Overigens zijn niet alle politiemensen zondermeer voor invoering.
Voormalig korpschef van Hulst (inmiddels hoofd van de BVD) staat
niet te trappelen zei hij tegen het Algemeen Politieblad. Hij
vreest onder meer dat invoering bij de politie het gebruik buiten
de politie zal stimuleren.
De vurige pleidooien vanuit de politiewereld lijken intussen wel
resultaat op te leveren.
De Vaste Kamercommissie voor Justitie en Binnenlandse Zaken
besprak maart vorig jaar een eerste rapport van TNO over de
invoering van pepperspray. De betrokken ministers waren van
mening dat over de gevolgen voor mensen met chronische
longaandoeningen te weinig bekend is, en ook de nazorg vereist
verdere studie. TNO kreeg de opdracht tot vervolgonderzoek, dat
in juli 1998 afgerond zou worden.
Dat duurt de politie allemaal veel te lang. In november had de
pepperspray-lobby de ministers overgehaald te proberen de
tijdsduur van het onderzoek te bekorten. TNO moest beloven het
eindrapport zo snel mogelijk af te hebben, nadat de experimentele
onderdelen van het onderzoek in februari 1998 zijn afgerond.
Het eerste rapport van TNO is een literatuur-onderzoek naar de
geschiktheid van dit wapen als geweldsmiddel bij de politie. De
conclusie van de Toxicologische evaluatie luidt: 'Pepper Spray
lijkt over het algemeen een veilig wapen'. Pepperspray is volgens
TNO voldoende effectief, zeer snel werkzaam, het heeft een korte
werkingsduur, het geeft geen aanleiding tot acuut letsel en lijkt
ook op lange termijn veilig.
Wie het TNO-rapport zelf leest komt tot heel andere conclusies.
De opsomming onder het kopje Gewenste Effecten, lijkt eerder
betrekking te hebben op de omschrijving van een soort van
martelwerktuig, dan op die van een fijn nieuw wapen voor de
politie:
"De effecten op de ogen zijn heftige tranenvloed, onvrijwillig
sluiten van de ogen, tijdelijk (snel voorbijgaande) verblinding.
De ogen zijn gedurende enige tijd niet meer te openen.
"Pepperspray veroorzaakt een sterk branderig gevoel op de huid,
roodheid en heftige pijn. Na verloop van tijd ontstaat
ongevoeligheid van de aangedane huid voor pijn en
temperatuurprikkels. Pijn en roodheid verdwijnen meestal binnen
30 minuten, de ongevoeligheid kan dagen aanhouden.
"Kortdurende verlamming van de keel, kortademigheid. De
slijmvliezen vertonen acute ontstekingsreactie, slijmafscheiding,
heftige hoestbuien. Diepe ademhaling sterk bemoeilijkt.
"Verlies van controle over de lichaamsmotoriek, gedwongen,
reflexmatig aannemen van een voorovergebogen houding, ernstig
trillen over het gehele bovenlichaam en gevoelens van
desoriëntatie en paniek.
Om tot de conclusie te komen dat pepperspray 'over het algemeen
een veilig wapen' is heeft TNO onderzoeksliteratuur uit het
buitenland verzameld en de gegevens op een rijtje gezet. Waar
onderzoeksgegevens elkaar tegenspreken, is TNO geneigd de
conclusie te trekken die invoering positief ondersteunt.
Dat gebrek aan objectiviteit blijkt vooral bij de behandeling van
de 30-37 sterfgevallen die in de literatuur steeds terugkomen.
TNO benadrukt dat in slechts één geval niet kan worden
uitgesloten dat pepperspray heeft bijgedragen aan de dood van de
arrestant. In alle andere gedocumenteerde gevallen wordt de
doodsoorzaak toegeschreven aan pre-existing conditions (zwak hart
bijvoorbeeld), aan een hoge staat van opwinding veroorzaakt door
drugs in combinatie met de stress van confrontatie met de
politie, of aan 'houdingsverstikking' waarbij de arrestant in een
positie terechtkomt die ademhalen onmogelijk maakt.
Ondanks het gebrek aan medisch onderzoek naar de rol van
pepperspray bij dit soort doodsoorzaken, concludeert TNO:
'kennelijk is het risico op acuut levensgevaaar na gebruik van
OC erg klein.'
Naar het verhoogde risico dat het gebruik van pepperspray
oplevert bij genoemde doodsoorzaken werd tot voor kort niet
gezocht, eenvoudigweg omdat er te weinig bekend was over
eventuele verergerende effecten van pepperspray.
De pre-existing conditions vormen sowieso een groot risico. De
politie kan vantevoren niet (altijd) zien of iemand een goede
gezondheid heeft, niet zwanger is, of onder invloed van alcohol
of drugs. Als het misgaat is het te laat. TNO besteedt hieraan
geen bijzondere aandacht en minimaliseert de betreffende
risico's.
De conclusies van recent Amerikaans onderzoek van de universiteit
van North Carolina (dat nog niet in het TNO rapport is opgenomen)
roepen nog een aantal andere vragen op.
Over het geheel genomen verminderde het gebruik van pepperspray
bij confrontaties de toepassing van fysiek en dodelijk geweld,
concludeerde de universiteit, zelfs als de politie bedreigd werd
met een wapen. Tegelijkertijd blijken politieagenten de neiging
te hebben méér gewelddadige confrontaties aan te gaan, als ze
gewapend zijn met pepperspray.
De onderzoekers vragen zich af of bewapening met pepperspray het
zelfvertrouwen van politiemensen dusdanig -overdreven- positief
be‹nvloedt dat daardoor een dreigende situatie ontstaat. Het
gevaar bestaat dat pepperspray niet zozeer als alternatief voor
geweld wordt gebruikt, maar als extra optie voor meer - en
misschien onnodig -geweldsgebruik.
Een aantal schokkende incidenten die het afgelopen jaar plaatsvonden in de Verenigde Staten en Canada lijken deze bevindingen te bevestigen.
Bij een uit de hand gelopen vechtpartij op een middelbare school in Canada, gebruikten politiemensen pepperspray, naar eigen zeggen omdat ze zich bedreigd voelden. Twee veertien-jarige scholieres belanden in het ziekenhuis nadat ze herhaaldelijk in hun gezicht werden gesprayed.
Milieuactivist James Flynn diende een aanklacht in tegen de
politie van Eugene, Oregon, die hem langdurig van dichtbij
bewerkte met pepperspray.
Flynn zat in juni in een boom weigerde eruit te komen zonder
garantie dat het oerbos behouden zou worden. De politie kwam via
een hoogwerker naar hem toe en spoot ongeveer 15 spuitbusjes op
hem leeg. Toen hij compleet doorweekt was, scheurden ze hem de
kleren van het lijf om direct op de huid te spuiten. De politie
richtte op zijn hoofd, zijn oren, zijn mond, zijn neusgaten, zijn
kruis, zijn anus en verschillende andere gevoelige lichaamsdelen.
Beelden van schreeuwende en van pijn kronkelende demonstranten veroorzaakten half oktober in de Verenigde Staten grote ophef. Activisten van de milieuorganisatie Earth First kregen bij een bezetting in Californië direct pepperspray in hun ogen gewreven. De videobeelden werden door de politie gemaakt en haalden ook in Nederland het televisiejournaal. De vier vrouwen, waaronder een meisje van 16, zaten op de grond, de armen in elkaar gehaakt met buizen (hier ten lande bekend van gebruik door Greenpeace en Milieudefensie). Toen ze bleven weigeren zich te verwijderen, spoot de politie bij een van hen nogmaals van dichtbij pepperspray in het gezicht.
Amnesty International toont zich steeds kritischer over het gebruik van pepperspray. 'Vanwege de grote risico's toegeschreven aan pepperspray, staat het gebruik ervan in alle omstandigheden ter discussie' schrijft Amnesty in een verklaring over het incident op de video. 'In dit geval was de inzet duidelijk verkeerd, omdat het niet werd gebruikt om politiemensen of anderen te beschermen, maar met voor bedachte rade en met de opzet pijn te veroorzaken om de medewerking af te dwingen van demonstranten die geen enkele bedreiging vormden.'
Pepperspray wordt niet alleen als alternatief ingezet,
bijvoorbeeld in plaats van een schietwapen, bij het tijdelijk
uitschakelen van onwillige arrestanten. Het middel blijkt zich
ook goed te lenen voor het standrechtelijk uitdelen van
lijfstraffen tegen weerloze mensen.
Een reden temeer om nog eens goed na te denken over de invoering
van pepperspray als nieuwe wapen voor de Nederlandse politie.
Een uitgebreide versie van dit verhaal verschijnt binnenkort
in
het Crimineel Jaarboek van de Coornhert Liga.