Een maandagochtend in januari. Paola Lo Vecchio heeft haar zoontje naar school gebracht en loopt in de Amsterdamse Kalverstraat. Plotseling krijgt ze een zak over haar hoofd en wordt ze afgevoerd door een arrestatieteam van de politie. De volgende dag staat er een klein berichtje in de krant. De 34-jarige vrouw is opgepakt op verzoek van de Italiaanse justitie, de verdenking luidt lidmaatschap van de 'revolutionaire beweging de opstandige anarchisten', een equivalent van het Nederlandse artikel 140. Paola L.V. is intussen overgebracht naar het huis van bewaring in Zwolle in afwachting van haar uitlevering naar Italië. Dinsdag 17 februari behandelt de uitleveringskamer haar verzoek om vrijlating.
De arrestatie van Paola Lo Vecchio valt samen met de start van een massaproces tegen 68 anarchisten in Italië. De aanklacht is steeds dezelfde: gewapende bendevorming en lidmaatschap van een criminele vereniging, de eerder genoemde 'revolutionaire opstandige anarchistische organisatie', de 'Organizzazione Rivoluzionaria Anarchica Insurrezionalista' (ORAI).
De manier waarop de anarchisten in Italië momenteel worden aangepakt doet denken aan het
onderzoek tegen Hans Krikke en Jan Müter van Opstand op verdenking van betrokkenheid bij
RaRa. De Italiaanse justitie gaat echter een stap verder. Een grote groep individuen die in het
verleden is geassocieerd met anarchistische acties wordt met terugwerkende kracht beschuldigd
van lidmaatschap van een door justitie geconstrueerde organisatie. Daarbij zijn mensen die jaren
geleden zijn veroordeeld voor overvallen, aanslagen en ontvoeringen en intussen hun straf
hebben uitgezeten. Ze worden echter niet vrijgelaten in afwachting van dit nieuwe proces. Maar
onder de aangeklaagden zijn ook mensen die niet meer deden dan het onderhouden van een
website op Internet met verslagen over processen tegen anarchisten.
Dit massaproces moet de restanten van deze Italiaanse buitenparlementaire beweging de
genadeslag toebrengen. Met de bewijsvoering komt het niet zo nauw, dat is bij eerder processen
tegen anarchisten gebleken. Verdenkingen zijn gebaseerd op verklaringen van kroongetuigen,
die uiteindelijk aantoonbaar onjuist blijken te zijn. Manipulatie met bewijsmateriaal is geen
uitzondering. Neem bijvoorbeeld het proces tegen de ontvoerders van de echtgenote van
staalmagnaat Silocchi in 1989. Na een vruchteloze speurtocht van bijna twee jaar werd op basis
van anonieme verklaringen van politie-agenten een aantal anarchisten opgepakt. Het enige
bewijs waarop zij veroordeeld dreigden te worden was een getypte brief aan de familie van
Silocchi gevonden bij een huiszoeking. Het verweer van de verdediging, dat de bewuste
tiepmachine pas twee jaar na de ontvoering in produktie was genomen, werd tot in hoger beroep
verworpen. Pas in cassatie werd de veroordeling tot 22 jaar gevangenisstraf ongedaan gemaakt,
de zaak moet nu opnieuw worden behandeld. De verdachten zitten inmiddels zes jaar in
voorarrest, en bovendien zijn ze toegevoegd aan de lijst van verdachten voor het massa-proces
tegen de criminele vereniging.
Ook de verdenkingen tegen de in Amsterdam gearresteerde Paola Lo Vecchio lijken nogal
willekeurig tot stand te zijn gekomen. Het rechtshulpverzoek van de Procureur van de
Republiek, Antonio Marini, omvat een opsomming van de misdrijven waar Paola Lo Vecchio
van wordt verdacht. Naast twee overvallen op juweliers in Pescare en verboden wapenbezit in
1989 en 1990, staat de verdenking voor het massa-proces op de lijst: deelname aan een criminele
vereniging met als doel het met geweld omverwerpen van de economische en sociale orde binnen
de Staat (art. 270), deelname aan een criminele vereniging met als doel terrorisme en
omverwerpen van de democratische orde (art. 270 bis). Als verzwarende omstandigheid is
toegevoegd dat de misdrijven zijn begaan met als doel terrorisme (op basis van een speciale
Italiaanse noodtoestand-wet uit 1980 ter bestrijding van het terrorisme).
Vanuit de Penitiaire Inrichting te Zwolle legt Paola Lo Vecchio uit dat de processen over de twee
overvallen inmiddels het stadium van het hoger beroep hebben bereikt. Tot nu toe had de
Italiaanse justitie weinig belangstelling voor haar, maar het feit dat andere anarchisten inmiddels
jarenlang in voorarrest zitten deed haar besluiten het land te verlaten. Het voorarrest lijkt de
functie van de uiteindelijke straf zelfs te overtreffen.
De bewijzen voor de betrokkenheid van Paola Lo Vecchio bij de overvallen op de juweliers in
Pescare zijn mager. "In 1990 heb ik een maand lang een vakantiewoning gehuurd op zo'n 50 km
van Pescare. Vijf jaar na dato kwam de politie met de verklaring van een kroongetuige als
bewijs dat ik de overvallers naar de juwelier zou hebben gereden. Ik had destijds niet eens een
rijbewijs. Bovendien was ik al zeven maanden in verwachting, ik kon bijna niets meer doen
omdat ik last had van zwangerschapsvergiftiging."
Ook de vermeende betrokkenheid van Paola Lo Vecchio bij de overval in 1989 is in feite
nergens op gebaseerd. "Na aanwizjingen van een kronngetuige deed de politie na vier jaar een
huiszoeking in een huis, waar niks werd gevonden dat met de overval in verband gebracht kon
worden. De politie heeft toen ook een foto van mij getoond aan de eigenaresse van het
betreffende huis. Zij herkende mij als huurder van de woning, terwijl ik daar zelfs nooit was
geweest. In Italië is het trouwens verplicht een legitimatie te tonen als je een woning huurt. En
dat was niet de mijne. Ik had die woning niet gehuurd, en die woning had ook niets met de
overval te maken".
Hoewel het bewijs in beide zaken van twijfelachtige kwaliteit is, lijkt Paola Lo Vecchio in het
huidige klimaat tegen anarchisten een fikse straf te wachten te staan. Eind 1996 kwam er nog
een extra aanklacht bij: de verdenking van het lidmaatschap van de criminele organisatie. In de
aanklacht tegen Paola Lo Vecchio wordt niet duidelijk gemaakt wat haar rol in die vermeende
organisatie is of is geweest.
Het onderzoek naar de criminele organisatie "ORAI" begon na een overval op een bank in de
Noord-Italiaanse stad Trento. Vier anarchisten werden daar in 1994 op heterdaad betrapt. Met
een veroordeling variërend van 3 tot 4 jaar leek de zaak afgedaan. De Italiaanse justitie dacht
daar echter anders over. De anarchisten werden na hun veroordeling plotseling ook verdacht van
twee onopgeloste bankovervallen in de buurt van Trento. Het bewijs hiervoor kwam van een
zogeheten 'pentito', een kroongetuige, die in ruil voor een verklaring zelf niet vervolgd zou
worden. De geloofwaardigheid van de kroongetuige, de Iraanse Mojdeh Namsetchi -een
ex-vriendin van één van de overvallers- moest blijken uit het feit dat ze zelf deelgenomen zou
hebben aan de overvallen. Volgens haar verklaringen was er een tweede vrouw betrokken bij de
overvallen. Merkwaardig genoeg waren alle getuigen, waaronder betrokken bankemployés, het
er over eens dat er sprake van slechts één vrouw. Toch wordt die vrouw veroordeeld, de
kroongetuige gaat vrijuit.
De verklaringen van de kroongetuige riepen meer vragen op. De 19-jarige Namsetchi bleek er
een nogal ingewikkeld academisch taalgebruik op na te houden. Voor de rechtbank gebruikte ze
begrippen als 'proselitisme' (agressieve overtuigingsdrang, hersenspoeling) en 'prosevitisme'
(propaganda) alsof ze die dagelijks bezigde. En waar iedereen zou zeggen dat 'de brommers
verstopt werden', legt Namchetsi uit dat 'de brommers werden geocculteert'.
De kroongetuige wist ook het een en ander te vertellen over het netwerk dat schuil gaat achter
deze overvallers. Niet langer was er sprake van een eenvoudig plan van vier mensen. Namchetsi
legde de rechter uit er dat de vier actief zijn binnen een anarchistische organisatie die uit twee
lagen bestaat - een legale en een illegale. Woningen zijn 'bases van de organisatie',
opslagplaatsen voor boeken verworden tot 'geheime depots voor wapens en springstof' en de
huurders van die woningen en opslagplaatsen heten 'leden van de tweede laag'.
Ondanks het ontbreken van enig ander bewijs worden de vier veroordeeld tot straffen variërend
van zes tot zeven jaar. Tijdens het hoger beroep werd de geloofwaardigheid van de kroongetuige
Namchetsi flink aangetast. Het grootste deel van de vragen van de advocaten beantwoorde zij
met 'weet ik niet' of 'dat herinner ik me niet'. De openbare aanklager werd dermate in
verlegenheid gebracht dat hij de kroongetuige terugtrok, en vrijspraak voor de andere vrouw
vroeg. Desondanks werden de vier ieder tot twee jaar veroordeeld.
Sindsdien richt de Italiaanse Justitie haar aandacht niet langer uitsluitend op wetsovertreders, nu
wordt een veel grotere groep anarchisten onder de loep genomen. Dit onderzoek, genoemd naar
openbare aanklager Marini, startte in november 1995 met huiszoekingen bij anarchisten in heel
Italië. Een jaar later volgde een tweede golf waarbij 60 woningen werden doorzocht en 20
mensen gearresteerd.
De naspeuringen resulteerden in de eerdergenoemde lijst van 68 anarchisten, verdacht van
lidmaatschap van de criminele vereniging. De constructie is als volgt: alle misdaden waar de
verdachten eerder voor veroordeeld zijn, aanslagen, moorden, ontvoeringen en roofovervallen
hadden achter bezien tot doel de eigen drukkerijen en bladen van de bende te financieren.
Om de strafbare feiten direct te kunnen koppelen aan het politiek gedachtengoed wil aanklager
Marini alle processen waar Italiaanse anarchisten de afgelopen jaren bij betrokken waren, aan dit
onderzoek toevoegen. Volgens Marini is er sprake van een bende die volgens een zogenaamde
'twee-lagenstructuur' is georganiseerd - een zichtbare, schijnbaar legale en een geheime, in de
praktijk illegale - met van elkaar afgeschermde afdelingen.
Het bewijs hiervoor moet komen van dezelfde Iraanse kroongetuige en verder wil de openbare
aanklager gebruik maken van het netwerk van persoonlijke contacten tussen de verschillende
mensen en groepen, waarvan sommigen eerder zijn veroordeeld.
Alfredo Bonanno is door de Italiaanse justitie tot leider van de 'ORAI' gebombardeerd. Volgens
de stukken heeft hij in 1993 de basis voor de organisatie hebben gelegd tijdens een 'conspiratieve
bijeenkomst' van anarchisten in Griekenland. De daar door Bonanno gepropageerde
'affiniteitgroepen en basiscellen' houden zich volgens Marini 'ook bezig met verschillende
activiteiten om aanhangers te werven, door middel van het drukken van pamfletten, documenten
en alternatieve bladen, waarin wordt aangezet tot delicten die tot doel hebben de grondwettelijke
orde te vernietigen'.
De conspiratieve bijeenkomst waar Marini aan refereert was in werkelijkheid een lezing in reeks
voordrachten over het thema 'Opstand'. De voordrachten vonden plaats op de universiteit van
Saloniki voor een gehoor van 1500 mensen, met pers en televisie erbij. Bonanno's lezing, later
gepubliceerd onder de titel 'Nieuwe Veranderingen van het Kapitalisme' is een ingewikkeld
staaltje van theorievorming te noemen, typerend voor de Italiaan-se anarchisten maar zeker geen
blauwdruk voor een revolutionaire bende.
Saillant detail. Op 10 juli 1996 ligt bij de vrije radiozender Black Out een intern document in de
brievenbus van de ROS, het speciale politie-team dat het Marini-onderzoek uitvoert. Het rapport
- 14 pagina's, gedateerd december 1994- gaat over de onderzoeken tegen de 'revolutionaire
anarchisten' ('anarchici insurrezionalisti') de laatste 20 jaar, onderzoeken die nooit afgerond
konden worden. Het document ziet er zeer authentiek uit. Geconcludeerd wordt dat "het
noodzakelijk is het speurwerk te intensiveren en alles te doen om de revolutionaire ideologie tot
staan te brengen, om te voorkomen dat die verder uitgedragen wordt. De activiteiten van 'de
beweging' - bladen, bezettingen, solidariteits-initiatieven - kunnen potentieel de openbare orde
verstoren, maar vormen op zich geen gevaar voor de staatsveiligheid; toch zijn het de eerste
stappen op weg naar misdadige activiteiten."
De ROS gaat in het document uitgebreid in op de te volgen strategie. (Let wel, het is december
1994, vlak na de eerste veroordelingen van de vier anarchisten in Trento op basis van
verklaringen van de kroongetuige). "... alle aandacht is momenteel gericht op Mojdeh
Namsetchi, die een relatie heeft met Tesseri Carlo ... ze lijkt geen binding te hebben met het
anarchisme ... zodat ze niet door een ideologie verbonden is met de andere verdachten ... ze zit in
financiële moeilijkheden ... ze is gaan werken als animeermeisje in een nachtclub ... al deze
elementen afwegend heeft onze afdeling besloten met Namsetchi in contact te treden, en haar
voor te stellen met ons samen te werken. Het is te verwachten dat Namsetchi onder druk te zetten
is, aangezien we haar inschatten als een kwetsbaar en bijzonder meegaand element.
De rechercheurs van de ROS stellen "voor haar naar voren te schuiven als medeplichtige bij
criminele activiteiten als roofovervallen rond Trento, ... aangezien haar erkenning als
kroongetuige door de rechtbank de mogelijkheid opent om alle reeds geïdentificeerde
anarchisten te vervolgen wegens bewapende bendevorming, of tenminste wegens criminele
vereniging".
Het rapport eindigt met een aanzet voor het Marini-onderzoek: "...alhoewel het belastende
materiaal dat de afgelopen jaren door de diverse instellingen verzameld is niet voldoende
elementen bevatten om feitelijk vast te stellen wie verantwoordelijk zijn voor de aanslagen met
anarchistische signatuur, kan men er vanuit gaan dat die uitgevoerd zijn door figuren uit de
bewuste beweging, met hulp of tenminste met instemming van alle andere leden. Zoals eerder
aangegeven is het openlijk uitdragen van de revolutionaire ideologie op zich niet onwettig, maar
aangezien het een ongebruikelijk hoge criminaliteits-potentieel herbergt is het legitiem een
justitieel onderzoek tegen alle sympathisanten in gang te zetten".
Zie hier een handleiding voor het opsporingsonderzoek dat moest uitmonden in het massa-proces
waarvan de voorbereidende hoorzittingen op dat moment in volle gang zijn. De advocaten van
de anarchisten vragen op grond van de onthulling van dit rapport onmiddellijke vrijlating van
alle verdachten en een onderzoek naar de achtergrond van het document zelf. De
onderzoeksrechter en de aanklager leggen deze eisen naast zich neer, als poging van de
advocaten om de hoorzitting uit te laten lopen tot over de termijn waarbinnen voorlopige
hechtenis mogelijk is.
Op 25 juli 1997, een week na de laatste hoorzittingsdag, doet de ROS een inval bij radio Black
Out. Aanklacht: vervalsing van officiële documenten. Radio Black Out zou ze zelf gefabriceerd
hebben om de procesgang te beïnvloeden.
Eind vorige maand is het proces tegen de 68 anarchisten in Italië van start gegaan met de
getuigenverhoren. Politieagenten en kroongetuigen zullen de komende weken de theorieën van
openbare aanklager Marini moeten ondersteunen. Een aantal van de verdachten waaronder de
zogenaamde leider van de groep Bonnani, is intussen vrijgelaten - op vormfouten.
Ook de in oktober vorig jaar in Frankrijk gearresteerde anarchist Massimo Passamani is sinds 5
februari weer op vrije voeten. Belangrijker nog: Frankrijk zal hem niet uitleveren. Italië heeft
geen enkele moeite gedaan om de verdenkingen tegen hem te staven, een eis die de Franse
rechters hadden gesteld voor zijn uitlevering.
Of Paola Lo Vecchio's uitleveringsverzoek hierdoor beïnvloed zal worden is nog afwachten. Ties
Prakken, de advocate van Paola legt uit dat een uitleveringsverzoek van een Europees land
meestal niet inhoudelijk bekeken wordt: "Italië maakt deel uit van Europa en wordt hier ten
lande ook als een rechtsstaat gezien. Het bewijs dat Paola betrokken is bij de aanklachten zal
dáár geleverd moeten worden. Formeel kijkt de Nederlandse rechter daar niet naar. Alleen als de
officiële papieren niet in orde zijn, kunnen ze weigeren uit te leveren. Maar als een ander
Europees land weigert uit te leveren, zou dan van invloed kunnen zijn op deze zaak."
Dinsdag 17 februari buigt de Uitleveringskamer zich over een schorsingsverzoek dat de
advocaat heeft ingediend. Het eerste verzoek, direct na de arrestatie is afgewezen. "De rechtbank
behandelt dinsdag niet het uitleveringsverzoek zelf, maar de vraag of er vluchtgevaar bestaat",
aldus Prakken. "Paola woonde al een aantal jaar met haar zoontje in Amsterdam. Ze voorzag
in haar eigen levensonderhoud en haar kind ging hier naar school; ze was meer dan geïntegreerd
in haar woonomgeving." Volgens Prakken is er dan ook geen enkele enige reden waarom Paola
Lo Vecchio gedurende het uitleveringsverzoek in voorarrest zou moeten blijven. Prakken: "Ze
moet onmiddellijk worden vrijgelaten."