Meer dan een jaar heeft Opstand er op moeten wachten, maar nu is
het dossier compleet. De rechter-commissaris zegt, dat de
verdediging nu alle stukken heeft.
Na de huiszoekingen bij het bestuur van de Stichting Opstand en
op het kantoor van het journalistencollectief in september 1994
kregen de advocaten geen stukken. Ook toen Hans Krikke en Jan
Müter twee maanden daarna te horen kregen dat ze alsnog als
verdachten werden aangemerkt, kwam er niets waaruit deze
verdachtmaking moest blijken. Na de aanhouding van het tweetal
eind maart dit jaar arriveerde eindelijk een eerste zending.
'Een fractie van het werkelijke dossier' zei advocate Ties
Prakken destijds tegen VN (8 april 1995).
Sindsdien volgde op gezette tijden een nieuwe stapel papier.
Ties Prakken: 'We hebben ontzettend moeten zeuren om de stukken.
De indruk bestond dat Justitie dingen achterhield. Maar het kan
ook zijn dat er gewoon niet meer wàs. De stukken die we wel
kregen waren zo nietszeggend.'
Wat zit er zoal bij?
Achtendertig velletjes aanvragen en toestemming voor verlenging
van telefoontaps, standaardbrieven waarin alleen de datum of het
abonneenummer verschilt.
Opnieuw twintig bladzijden samenvattingen van afgeluisterde
gesprekken, op verzoek van de advocaat nu mèt vermelding van het
nummer waar mee gebeld werd.
Lijsten met de spullen die de rechter-commissaris nog niet wil
teruggeven.
Zo'n honderd pagina's van het Interregionaal Team
Computercriminaliteit. Vijf kantjes om uit te leggen dat de
inbeslaggenomen computers helemaal zijn leeggeslurpt. En dat de
data zijn veiliggesteld op een 'extern opslag medium'.
De rest van het rapport is een eindeloze uitdraai van de
inhoudsopgave van die vier computers, inclusief de
programmatuur. Conclusie van het Team Computercriminaliteit: er
blijken documenten aanwezig op de harde schijf van de computers!
Ook op losse diskettes is dit het geval!
Verslagen van huisbezoeken aan deelnemers van het Platform
Illegale Vluchtelingen (PIV): twintig bladzijden.
Tien van hen werden gehoord als getuigen. Zes anderen waren, of
gaven, niet thuis. Aanleiding was de open brief aan het PIV van
ds. Hans Visser van de Pauluskerk in Rotterdam na de aanslag op
het huis van staatssecretaris Kosto. Hans Visser riep daarin op
tot een discussie met sympathisanten van RaRa, over doel en
middelen in de strijd tegen het Nederlandse asielbeleid.
Het proces-verbaal: 'Op onze vraag aan VISSER waar wij eventueel
leden van RaRa moesten zoeken, antwoordde hij ons dat hij ervan
overtuigd was dat hij wel eens met RaRa leden had gesproken,
maar dat zij zich nooit als RaRa-lid aan hem hadden
gemanifesteerd.' De verbalisanten hadden zijn verklaring graag
op papier, maar ds. Visser ziet daar de noodzaak niet van in. De
agenten weten genoeg. Andere deelnemers aan het PIV-overleg
moeten zeggen wie de radicalen van het Platform zijn, en of zij
RaRa kennen.
Naar Opstand, zo blijkt uit de verslagen, is niet eens bij
iedereen gevraagd. De naam Hans Krikke komt sommigen vaag bekend
voor, en één getuige heeft Jan Müter kort daarvoor leren kennen.
Het lijkt er op dat de inbeslaggenomen map notulen van het
Platform Illegale Vluchtelingen de Haagse rechercheurs op een
nieuw spoor heeft gezet. Met Opstand heeft het weinig te maken.
De grote vraag blijft waar de verdenking van Opstand op was
gebaseerd. Het dossier, dat nu compleet heet te zijn, geeft
daarover geen uitsluitsel. Van de aanwijzingen, die al erg mager
waren, blijft volgens Ties Prakken, advocate van Opstand, niets
over. Zij
verzocht de rechter-commissaris meerdere malen om nadere
toelichting over het opsporingsonderzoek.
Ties Prakken: 'De
politie poneerde voor de huiszoekingen de stelling dat er
ideologische overeenkomsten zijn tussen Opstand en RaRa. Waar is
dat op gebaseerd? Hoe zijn de contacten van Jan Müter met de
Dienst Inspectie Arbeidsverhoudingen in kaart gebracht? Hans
Krikke had een afspraak met Aad Kosto op de dag van de aanslag.
Heeft de politie ook geconstateerd dat dat toeval was? In het
dossier is over deze zaken niets terug te vinden. De suggestie
van verdenking blijft in de lucht hangen, maar wordt nergens
hardgemaakt.'
De anonieme brief die Jan Müter beschuldigt van het bezoeken van verjaardagen waar geld ingezameld zou worden voor RaRa blijft een raadsel. Meer dan een vage kopie van een halve brief, zonder aanhef, datering of ondertekening heeft de advocaat nooit gekregen. De advocate vroeg naar het origineel, naar de andere helft, ze vroeg of dit stuk was overgetypt door de politie, maar kreeg geen antwoord. Dat het telefoonnummer van Hans Krikke was teruggevonden in de agenda van twee politiek-actieve Turken heeft kennelijk verder geen sporen opgeleverd.
Een belangrijke reden om over te gaan tot huiszoeking bij
Opstand, was het feit dat Hans Krikke wel eens gebruik maakte
van de telefoon van het (inmiddels ter ziele) radicale maandblad
Konfrontatie. 'Uit de inhoud van deze gesprekken bleek dat hij
contacten onderhield met aan KONFRONTATIE gelieerde personen en
dat genoemde KRIKKE mogelijk werkzaamheden heeft verricht ten
behoeve van KONFRONTATIE' stond in het eerste dossier.
Genoemde Krikke was erg benieuwd naar de inhoud van deze
gesprekken. De politie zocht, en vond. Het bleek te gaan om twee
gesprekken op dezelfde dag, in mei 1994. 'Beide gesprekken
hebben betrekking op het betalen van een rekening. Het verslag
vermeldt voor het gesprek te 13.39 uur: "Geert belt Hans, gaat
over rekening die Hans gestuurd heeft". Het verslag vermeldt
voor het gesprek te 13.49 uur: "Gaat weer over rekening". Verder
zijn deze gesprekken niet uitgewerkt.'
Het grootste deel van het dossier dat vrijkwam nadat de Opstand
journalisten in maart een week vastzaten, bestond uit
tapverslagen. Geen uitgewerkte gesprekken, maar samenvattingen
van delen die volgens het politieteam veelzeggend waren.
Ties Prakken vindt dat de
verdachten recht hebben op volledige verslagen, in ieder geval
van die gesprekken waarmee de verdachten tijdens hun verhoren
werden geconfronteerd. Haar verzoek werd niet gehonoreerd.
Hans Krikke en Jan Müter ontdekten dat hun telefoons vòòr de
huiszoekingen in september 1994 al enige tijd waren
afgeluisterd. De politie moest desgevraagd toegeven dat er in
die periode niet over RaRa was gesproken.
De oude schrijfmachine waarop de originele claimbrief was
geschreven werd bij Opstand niet gevonden, noch sporen van rode
vezels die achter de etiketten op de enveloppen van RaRa waren
aangetroffen. Meer dan één -overigens nogal curieus
geformuleerd- zinnetje ergens achterin een proces verbaal was
het niet waard: 'Het technisch onderzoek, dat werd verricht door
personeel van het Gerechtelijk Laboratorium van het Ministerie
van Justitie, bleef zonder gunstig resultaat.'
Dat was in mei. De politie verwacht dan het tekstvergelijkend
onderzoek 'na de zomer' af te hebben. In juli maakt de rechter-
commissaris daar 'september of oktober' van. Uiteindelijk heeft
het tot eind november moeten duren voor de laatste stukken er
waren.
Het Gerechtelijk Laboratorium in Rijswijk rondde op 21 november
haar verslag af. Vorige week kreeg de verdediging de twee
rapporten toegestuurd van de rechter-commissaris.
Het machineschriftonderzoek leverde helemaal niets op. Het
Vergelijkend tekstonderzoek is iets uitgebreider.
Voor drs. A.P.A. Broeders begint aan zijn verslag, geeft hij de
beperkingen van zijn vakgebied aan. De analyse van teksten op
inhoud leidt slechts zelden tot identificatie van een individu.
Dit onderzoek richt zich bijna uitsluitend op de vorm van de
betwiste teksten. Maar ook hier geldt dat het bepalen van de
identiteit van de schrijver zeer veel vaker niet dan wel
mogelijk is.
'Aangezien het in dit onderzoek gaat om betwist
materiaal dat misschien het beste kan worden omschreven als
betogend proza, een in hoge mate door algemene conventies
gedicteerde vorm van taalproduktie die, vooral wanneer het om
geroutineerde en ontwikkelde taalgebruikers gaat, vaak ook nog
zelfregulerende mechanismen kent die het aantal schrijvers
kenmerken reduceren en het aantal groepskenmerken doen toenemen,
is de prognose zeker niet onverdeeld gunstig.' Daarbij moet
rekening gehouden worden met dwaalsporen, zoals -naar nu blijkt-
ook is gebeurd bij telefonische meldingen waarin de RaRa-
aanslagen in 1990, 1991 en 1993 werden aangekondigd. Analyse van
de bandopname heeft uitgewezen dat gebruik was gemaakt van
professionele radio sprekers.
De onderzoeker had het niet makkelijk. Hij kreeg drie dozen met
4113 vellen machinegeschreven tekst op A4-formaat
inbeslaggenomen bij Opstand. Daarnaast
kreeg hij de integrale kopieën van de harde-schijfinhoud van
vier personal computers en de inhoud van 64 diskettes, afkomstig
van het journalistencollectief. Het moet een heidens
karwei zijn geweest om een betrouwbare selectie samen te stellen
uit het woud van subdirectories, teksten ingedeeld bij
verschillende tekstverwerkingsprogramma's, eerdere versies van
hetzelfde stuk en reeds weggegooide - en door
computerdeskundigen weer opgeviste - kopieën. Het Gerechtelijk
Laboratorium koos 124 pagina's tekst van Hans Krikke,
journalistiek werk over o.a. het 'toyotisme', de arbeidsmigratie
en de confectie-industrie, geschreven met de kennelijke
bedoeling het te publiceren in Aaneen, Quote, Hervormd Nederland
en Management Team. Verder werd geselecteerd een stuk met als
werktitel 'Nederlandse dagbladen over illegalen' (later
verschenen in De Medialeugen, bij uitg. de Papieren Tijger). Bij
Jan Müter moest zijn doctoraalscriptie het ontgelden en een
aantal strategiestukken, gericht aan gelijkgestemden.
Het 'betwist materiaal' beperkt zich niet tot de claimbrieven van de aanslagen die Opstand worden aangerekend. Oppervlakkige inspectie gaf inhoudelijke overeenkomsten met eerdere teksten van RaRa. Daarom lag het, volgens het Lab, voor de hand om alle persverklaringen sinds 1990 en ook het zelfinterview van RaRa in Konfrontatie in de analyse op te nemen.
De eerste vraag is of deze teksten door dezelfde persoon zijn geschreven. De criteria voor het onderzoek naar de vorm zijn 'vermoedelijk opzettelijke afwijkingen van de norm', dat is alternatieve spelling, en 'onbedoelde fouten': spelfouten en typefouten. De spelfouten zijn potentieel het meest interessant. De inventarisatie levert een lijst ('indicatief, geen uitputtend overzicht van alle bijzonderheden') met woorden die ook al voorkwamen in het eerste onderzoek door de politie: burgermeester, geweldadig, politiecorps en Bolkenstein. RaRa blijkt inconsequent/inkonsekwent met voorkeurspelling en maakt af en toe gruwelijke spelfouten, wordt je, plaatsvind, maar ook veelvoorkomende als kakafonie en bagateliseren. Wat opvalt is dat RaRa vaak te lui is om trema's te zetten: parlementeriers, beeindigd, financiele, of het gaat verkeerd: ideologiën. Soms zijn woorden aan elkaar geraakt waar dat niet moet, jammergenoeg, of per abuis uit elkaar gedreven, klaar gestoomd.
Deze analyse geeft volgens het rapport op het eerste gezicht weinig steun aan het vermoeden dat de teksten door één en dezelfde persoon zijn geschreven. Helemaal als je rekening houdt met de mogelijkheid dat ze zijn uitgetypt door anderen dan de schrijvers, en misschien met grote haast. Anderzijds staan in de laatste twee teksten weer weinig fouten, wat duidt op aanzienlijke vaardigheid op de typemachine.
Wat in het Rapport van het Gerechtelijk Lab ontbreekt is een
vergelijking met een controlegroep van gemiddelde Nederlanders.
Vluchtige analyse van een stuk geschreven door mensen met een
meer dan modale opleiding, die zich bezighouden met dezelfde
materie als RaRa, geeft verrassende resultaten.
Een proces-verbaal van vier kantjes uit het RaRa-dossier (pag.
425 t/m 429), opgemaakt door de opsporingsambtenaren 803_01 en
008_02 van Bureau Bijzondere Criminaliteit bevat veel
vergelijkbare fouten.
Uit de categorie gruwelijkheden: (hij) steld, hij...afwijsd en
uit die van de veelvoorkomende: illigale. Gewone typefouten als
agwijzen, vergaderiongen en zowek (zoek). Er is sprake van
hypercorrectie zoals in critische. Ook de politie heeft moeite
met de bijzondere tekens in de computer: opgeeist, distancieren,
kopieeren. En soms wordt het helemaal een zootje, iedeeen (voor
idee‰n). Uitdrukkingen worden aan elkaar geschreven, perongeluk
en inverband met, of niet -op één en dezelfde bladzijde- in
beslaggenomen en inbeslaggenomen.
Ook ongelukkige zinsconstructies, iets waar RaRa nogal last van
had, ontbreken niet: Het saboteren van de uitvoering van dit
verdrag dient volgens (..) te worden gesaboteerd.
Dit stuk betreft een verslag van de huisbezoeken aan leden van
het PIV. Deze verhoren vonden plaats in de maanden maart en
april van dit jaar. Het proces-verbaal werd, onder ambtseed
respectievelijk belofte opgemaakt en ondertekend, op 7 februari
1995. Het rapport lijkt opgemaakt voor het onderzoek van start
ging. Typefout of meineed?
Het Gerechtelijk Lab maakte een 'grove indicatie van de inhoud'
door het turven van termen. Dat levert de weinig verrassende
conclusie dat in RaRa-communiqués woorden als vluchteling,
justitie, politie, racisme, kapitaal en Kosto zeer frequent
voorkomen. De doelstellingen van RaRa blijken weinig te
veranderen in opeenvolgende verklaringen. Ook de grammaticale
kenmerken vertonen een zekere consistentie, een voorkeur voor
lange zinnen waarvan de werkwoordsvorm vaak het slachtoffer
wordt.
'In vrijwel alle teksten worden beeldspraak, plastisch
taalgebruik, (wrange) humor en retorische effecten bepaald niet
geschuwd.' In de latere verklaringen 'neemt het gebruik van
beeldspraak zodanig vormen aan dat gesproken kan worden van een
lichte vorm van metaforitis. Het 'creatieve' gebruik van
beeldspraak en idioom levert soms ongebruikelijke formuleringen
op in de vorm van 'mixed metaphors' en 'malapropismen'.' (van
mal- -propos: te onpas, misverstand).
Een paar voorbeelden: 'Kohl haalde de bewuste kastanje uit
Neerlands politieke vuur; blijft de naald steken in de versleten
groef van de heersende belangen; de maatschappij wordt met de
harde hand door elkaar geschud en vooral aan de onderkant in een
nieuw jasje gestoken; quasi-sportief jasje waarin de maatregelen
zijn gestoken.' (zie verder documenten opgenomen als de
illustratie).
Het profiel van de mogelijke schrijver(s) dat hieruit opdoemt
heeft slechts geringe onderscheidende waarde. De conclusie luidt
dan ook dat 'niet kan worden uitgesloten dat alle teksten door
dezelfde schrijver of schrijvers geschreven zijn'. Deze
beoordeling waagt zich niet aan het geven van een mate van
waarschijnlijkheid.
RaRa-teksten zijn geschreven door iemand van universitair
niveau, met in ieder geval langdurige politiek-ideologische
scholing en enige ervaring in het schrijven van essayistische of
journalistieke teksten. Het zal iemand zijn met 'extreem-links
activistische sympathie‰n, een meer dan gemiddelde kennis van en
belangstelling voor politieke, economische en maatschappelijke
problemen, en een aanzienlijke kennis van zowel het linkse als
het rechtse gedachtegoed.'
Passen Hans Krikke en Jan Müter in dit profiel?
Krikke blijkt - zoals velen met hem - moeite te hebben met de
voorkeurspelling en de toegelaten vormen. Gebruikte hij vroeger
meer de alternatieve spelling, ideologies, en k waar dat kan
voor c, tegenwoordig corrigeert hij zijn eigen teksten naar de
eisen van het Groene Boekje. Soms leidt dat volgens Broeders tot
hyperconservatieve vormen zoals politiecorpsen net als bij RaRa,
en critisch net als bij de politie. Verder maakt Krikke soms
rare spelfouten. Ook houdt hij van een creatieve omgang met
beeldspraak. Kenmerken met een sterk schrijversonderscheidend
karakter levert dit niet op. Kleinigheden als mijn inziens komen
weliswaar vaak voor, maar niet in stukken die te vergelijken
zijn met RaRa-teksten. Jan Müter doet het weer anders, die
schrijft mijnsinziens. De hele term is door RaRa nooit gebruikt.
Conclusie van het Gerechtelijk Laboratorium. Zeven
spelfouten komen voor bij Opstand
èn bij RaRa. Gezamelijk, burgermeester, politiecorps,
sexuele, productie, intelligentia en kakafonie. Het rapport
geeft verder veertien 'items met een potentieel
schrijvertyperend karakter' die bij beiden opduiken.
Jachtseizoen, 'busladingen vol', politieke elite, (een) deze
dagen, murw en glijmiddel. Ook Kosto's uitspraak over zijn
vluchtelingenbeleid 'sober doch humaan' blijkt populair.
Vastgesteld is tevens dat Opstand minder metaforen gebruikt dan
RaRa. Samenvattend stelt het Gerechtelijk Laboratorium dat niet
kan worden uitgesloten dat de betwiste teksten door Opstand zijn
geschreven.
Ties Prakken: 'Het onderzoek heeft niets opgeleverd. Het gerechtelijk vooronderzoek naar de betrokkenheid van Opstand bij RaRa zal binnenkort wel worden afgesloten. Zonder dat voor de journalisten van Opstand duidelijk is waarom de verdenking ooit op hen viel.'
N.B.
De dag voor kerst 1995 hoorden de Opstand-journalisten dat de
zaak tegen hen was geseponeerd, 'bij gebrek aan bewijs'.
Anderhalf jaar later kreeg het tweetal een schadevergoeding
toegekend van bijna twee‰nhalve ton.