In november jongstleden publiceerde Amnesty International een rapport over de schendingen van de mensenrechten in Turkije, wapenkoper en NATO-bondgenoot van onder andere Nederland. Hieronder een verslag van een Nederlandse delegatie aan een wijk in één van de grootste steden van Turkije, Istanbul.
Dinsdagochtend, dag na aankomst. Laat wakker, toch nog even blijven liggen. Met z'n drieën op een kamer, op de bank, op de grond. Voor de deur staat een bus met minstens twintig politieagenten, eentje stapt uit, bliepende portofoons, veel geschreeuw. Dit huisje staat aan een soort van kruispunt, verderop zijn ze aan de weg bezig. Is het toeval dat ze hier staan, of is het voor ons? De oude vrouw bij wie we logeren gaat kijken wat er is. Ze rijden door. De politie heeft de schooltjes van de buurt bezet om het in- en uitgaand verkeer te controleren. 's Nachts wordt er gepatrouilleerd met kleine politiepantservoertuigjes die ieder uur een ronkende ronde over de zandpaadjes maken. Vorige delegaties werden voortdurend tegengehouden. Buitenlands bezoek heeft kennelijk even minder prioriteit nu.
De sloppenwijk Küçük Armutlu ligt in Istanbul, op een heuvel aan de
Bosporus. De buurt moet verdwijnen, de regering heeft in augustus
van dit jaar een ontruimingsbevel doen uitgaan. Officieel omdat het
ministerie van Defensie juist op die plek een raket-basis wil bouwen
om de hangbrug over de Bosporus te verdedigen.
Reëler is
de strategische ligging voor de optie peperdure appartementen met een
view on the river. Bovendien is Küçük
Armutlu een politiek georganiseerde wijk, daarmee in de Turkse verhoudingen meteen bestempeld tot
'terroristennest' dat verwijderd dient te worden. In het verzet
tegen de ontruiming nodigt het Solidariteitskomitee nu via het
Informationszentrum für Freie Völker in Keulen internationale
delegaties uit om zich op de hoogte te komen stellen van de situatie
ter plekke en overal aandacht te vragen voor de dreigende ontruiming.
Afgelopen zomer was de Amsterdamse advocate Ties Prakken in
Istanbul met haar Belgische collega Jan Fermon en twee Twentse
gemeenteraadsleden. De delegatie in oktober jongstleden, de negende
of de tiende na een reeks uit Duitsland, Denemarken en Zwitserland
bestond uit de advocaat Marq Wijngaarden, Eerste Kamerlid Hannah van
Wijngaarden en Angéla Ettema als tolk onder aanvoering van onderge-
tekende. De acties beginnen langzamerhand vruchten af te werpen, de
deelraad waar Küçük Armutlu onder valt heeft verklaard dat zij niet
de slopers van de sloppenwijk willen zijn.
De huisjes zijn van steen, niet klein, goed gebouwd, en keurig
netjes. Ondanks de gebrekkige aan- en afvoer van water zijn er
eindeloos veel kopjes thee op z'n Turks: half glaasje vreselijk
sterk aangevuld met heet water uit de onderste pot en veel suiker.
De week begon met wachten. Van het vliegveld naar de mensenrechten-
organisatie Özgur Der, in het centrum van Istanbul. Om zeven uur 's
morgens is het daar nog leeg, maar het duurt niet lang voor de
eerste bezoekers komen. Vandaag zijn het vooral familieleden van een
vrouw die vorige week bij een inval in haar huis is doodgeschoten.
Zomaar, of volgens de politie omdat ze zelf begon met schieten.
Maar waarom duurde het dan vijf uur voor het huis werd vrijgegeven.
En waarom mocht er eerder niemand bij? De foto bij het verslag in de
krant is wel erg nadrukkelijk in scene gezet. Het lichaam van de
vrouw op de grond midden in de kamer afgedekt met haar eigen dekbed.
Rechtsvooraan in beeld staat, bovenop het laken, een stoel met
achteloos het pistool waarmee zij geschoten zou hebben.
Op het
kleine kantoortje van Özgur Der verzamelen mensen om naar het
mortuarium te gaan. Loodzware atmosfeer. Met huilen en net-niet
huilen. En heel veel sigaretten. De moeder van de overledene heeft
zichzelf helemaal niet meer onder controle en wordt uiteindelijk
bestraffend toegesproken: wat denk je wel, jouw dochter is niet de
enige! Keihard. Een paar dagen later zou blijken dat de vrouw van
wie deze woorden afkomstig waren al twintig dagen op zoek was naar
haar zoon. Hij werd teruggevonden in het politieziekenhuis, toestand
onbekend.
Het is vooral heel lang onduidelijk wanneer er iets gaat
gebeuren. Na uren blijkt dat men bedacht heeft dat wij als delegatie
mee zouden kunnen gaan naar het mortuarium. Vaak wordt zelfs de
familie niet toegelaten om de dode te identificeren. De discussie
gaat over de vraag hoe zinvol onze aanwezigheid zou kunnen zijn.
Misschien werkt het juist escalerend of is het gevaarlijk.
Om half
twee komt er beweging. Met spoed naar het advocatenkantoor een paar
straten verderop. Ook daar zitten mensen te wachten, druk overleg en
veel getelefoneer. Op het allerlaatste moment valt het besluit dat
het toch niet nodig is dat we meegaan. Eindelijk naar Küçük
Armutlu.
Meer dan de helft van de 10 miljoen inwoners van Istanbul woont in
sloppenwijken, in zelfgebouwde huizen, vaak zonder stromend water en
riolering. Küçük Armutlu werd in 1989 platgegooid door de politie en
meteen daarna herbouwd en toen goed. De mensen die er nu wonen zijn
overwegend afkomstig uit midden- en oost Turkije, vanwege werkloosheid naar de grote stad getrokken. Tussen de 80000 bewoners van
Küçük Armutlu bevinden zich ook invalide mensen, zonder inkomsten.
Een aantal van deze rolstoelers hoort tot de drijvende krachten van
het sociale en politieke leven in de wijk.
Aanvankelijk werd de wijk
met rust gelaten, maar het laatste jaar neemt de belangstelling van
de politie toe, die naar eigen zeggen de bevolking komt beschermen
tegen de aanwezige terroristen.
Na een herdenkingsdienst dit voorjaar voor zeven leden van de revolutionaire beweging Devrimci Sol,
die elders in Istanbul door de politie zonder vorm van proces op
straat waren doodgeschoten, veranderde de sfeer in de wijk. Langzamerhand heeft de aanwezigheid van de politie het karakter van een
bezetting aangenomen. Op 21 juni van dit jaar deed de politie met
2000 man en 7 pantservoertuigen een inval op zoek naar wapens en
politieke documenten. Resultaat: één inbeslaggenomen schrijfmachine,
één dode, 23 gewonden en acht mensen opgepakt vanwege vermoedelijk
lidmaatschap van Dev Sol, later bij gebrek aan bewijs weer vrijgelaten. Sindsdien zijn de twee schooltjes van de wijk bezet door de
politie en in gebruik als permanente controlepost.
Met een verlanglijst vol autoriteiten verantwoordelijk voor de sloop
van de wijk weer naar Özgur Der. De mensen daar gaan proberen
afspraken voor ons te regelen. De kans dat we de politiecommissaris
die over de ontruiming gaat te spreken krijgen is klein. Hetzelfde
geldt voor de burgemeester, Sözen. Zijn handtekening staat onder het
ontruimingsbevel dat in augustus is uitgevaardigd; eerdere delegaties die probeerden hem te ontmoeten werden onder het oog van de
pers door body-guards verwijderd. Toen bewoners van de wijk hem op
een verkiezingsbijeenkomst vroegen hoe het ervoor stond, ontkende
hij de voorgenomen ontruiming en koos het hazepad. Reden genoeg hem
nog eens op te zoeken.
De onderburgemeester van het stadsdeel waar
Küçük Armutlu onder valt, Ihsan Yälzin, heeft tegen Demirel gezegd
dat hij tegen de ontruiming is en voorgesteld dat de grond wordt
overgedragen aan de gemeente zodat Istanbul zelf kan bepalen wat
ermee gebeurt. Hij is een van de weinigen die echt voor de bewoners
opkomt. Muhsin Divan is voorzitter van de regeringspartij DYP in
Istanbul en staat 'aan de kant van de armen' hij heeft toegezegd
dat de politie met de aanvang van het nieuwe schooljaar uit de
schoolgebouwen zou zijn. Dat is nog niet het geval. Daarvoor willen
we ook naar de onderwijsinspectie, de onderafdeling van het Ministerie van Onderwijs in Istanbul om de kwestie aan te kaarten.
In de tussentijd naar Müçadele, links-radicale krant met een goed gedocumenteerd archief. Hele stapel knipsels gekopieerd over Küçük Armutlu, ter voorbereiding op de gesprekken die gaan komen. Vooral schokkend zijn de beelden van de politie-operatie van afgelopen zomer. Foto's verspreid over verschillende knipsels vormen een stripverhaaltje van een commando in een hawaï-shirtje. Hij staat tussen andere mannen in dikke kogelvrije vesten met daaronder luchtige zomerkledij die, het automatisch geweer in de aanslag, een inval doen in zo'n mini-huisje. Op het laatste plaatje staat het hawaï-shirtje binnen: Een kale kamer, een tafel en een kast met groot op de voorgrond zo'n turkse dubbele theepot op de vloer. Rambo in een poppenhuis.
"Marteling, al tien jaar een wijd verspreid verschijnsel in Turkije, is nog steeds een routine gebruik op politieburo's overal in het land. De lange periode dat arrestanten in voorarrest gehouden worden, meestal zonder enig contact met de buitenwereld, werkt marteling in de hand. De hervormingsvoorstellen van de Turkse regering voorzien niet in een verkorting van het voorarrest die bescherming van de arrestanten garandeert. Bovendien zijn politieke gevangenen, die de meeste kans lopen gemarteld te worden, uitgesloten van de nieuwe wetgeving."Dat schrijft Amnesty International afgelopen november in een zeer kritisch rapport over de mensenrechtensituatie in Turkije. Het staat vol verhalen van arrestanten over zware mishandeling, elektrische schokken en zelfs verkrachting met de wapenstok door de politie als poging om verklaringen los te krijgen. Anderen vertelden dat ze aan hun armen, die vastgebonden waren aan een paal, werden opgehangen, overgoten met ijskoud water. Of hangend aan hun polsen die achter hun rug waren vastgebonden werden verkracht. Slachtoffers en familieleden die proberen klachten in te dienen krijgen te maken met bedreigingen van de politie.
Wandeling door de wijk. Küçük Armutlu heeft meer weg van een dorpje
op het platteland, met onverharde wegen en kippen die overal rondscharrelen, dan van de overbevolkte golfplaten chaos die je je bij
een grootsteedse sloppenwijk voorstelt. Ieder huisje heeft een
stukje land, hier en daar een moestuintje en er wordt nog steeds
bijgebouwd, soms zelfs meerdere verdiepingen.
Herkenbare filosofie:
hoe beter je bouwt, hoe meer je er zelf in gelooft dat je blijft. En
niet ontruimt zult worden: hoe definitiever de status quo, hoe meer
kans... Zo zijn er winkels aan het begin van de buurt, een garage,
een café, een eethuisje en wat marktkramen en hebben ze het zelfs
voor elkaar gekregen dat twee buslijnen hun eindpunt hebben verlegd
naar Küçük Armutlu. Geen overbodige luxe voor een buurt die alleen
maar bereikbaar is via een viaduct over de snelweg, de meeste taxi-
chauffeurs hebben er nog nooit van gehoord (of willen er niet van
weten).
Een foto nemen van het politiepantservoertuig waarmee ze
door de buurt patrouilleren mag niet. Moet je ook niet doen als je
precies voor een van de bezette gebouwtjes staat die in gebruik is
als politiepost. We worden teruggehaald en moeten mee naar binnen.
Meer om de verveling van de twintig daar rondhangende dienstdoende
agenten te bestrijden dan dat er nou echt een reden voor is. Volgt
een uur waarin wij in een bijna gemoedelijke sfeer stelselmatig
weigeren ons te legitimeren, weigeren Turks te spreken en weigeren
mee te gaan naar een echt politiebureau.
Er komt een sectie veiligheidsmensen in burger aan te pas die druk gaat doen met portofoons
en dan weer verdwijnt om met hogerhand te overleggen wat er met ons
moet.
In de tussentijd ontstaat een gesprek in gebrekkig Engels dat
zich overal ter wereld had kunnen afspelen. Van: "denk je dat wij
het leuk vinden hier te zitten, weet je hoe weinig wij verdienen
voor dat koukleumen?" Naar: "Die mensen hier hebben het helemaal
niet zo slecht, eigenlijk zijn ze best rijk kijk maar hoeveel
auto's hier rondrijden en de meesten hebben ook een appartement in
de stad." Om vervolgens uit te komen bij: "Waarom zijn jullie alleen
maar hier, jullie zijn niet objectief, in Zuid Afrika gebeuren ook
erge dingen." Toen we na een uur verzeild dreigden te raken in een
discussie over het bestaansrecht van Koerdistan met de enige agent
die een beetje Engels sprak en die notabene zelf Koerd bleek te
zijn, werd het tijd om op te stappen.
En kennelijk was er ergens besloten dat wij mochten gaan, de wandeling kon verder ongestoord worden voortgezet. Omdat de agenten niet ophielden te benadrukken dat zij op verzoek van de bewoners en ter hunner bescherming in Küçük Armutlu aanwezig waren, moesten we de mensen zelf maar vragen wat ze van de politie vonden. "Fascistische honden" was het antwoord van de vrouw achter de toonbank in de winkel waar we wat te eten kochten na ons avontuur.
Zomaar ergens binnen genodigd bij een warme kachel. Twee oude vrouwen en hun dochters vertellen hoe het is om hier te wonen. Ze laten niet het achterste van hun tong zien, maar zijn zeer vastbesloten. Op de vraag wat ze van plan zijn bij een eventuele ontruiming haken ze onmiddellijk de armen in elkaar om duidelijk te maken dat ze zich zullen verzetten. Brood en kaas krijgen we en paprika en koekjes bij de thee tot we niet meer kunnen. Uiteindelijk willen ze toch liever niet op de foto.
's Avonds komt er een vrouw uit de buurt op bezoek om te vertellen hoe ze twee jaar geleden weduwe is geworden. Ze was met haar man 's nachts laat thuisgekomen terwijl er elders in de wijk een politie- inval gaande was. Toen ze gingen kijken raakten ze elkaar kwijt in het gedrang. Mensen moesten op de grond gaan liggen, er weerklonken schoten. Het volgende dat ze zag was dat haar man per ambulance werd afgevoerd. Het ziekenhuis ontkende dat daar iemand binnengebracht was. Pas na dagen soebatten kwam ze via een familielid dat in het lijkenhuis werkte achter de ware toedracht. Een kogel was via zijn hals dwars door zijn lichaam gegaan en er boven zijn heup aan de andere kant weer uitgekomen.
Het Ministerie van Onderwijs, afdeling Istanbul. We hebben een
afspraak met de directeur, maar die ontvangt net een delegatie van
twintig Japanners die kennelijk plannen hebben met Turkije. We laten
ons niet afschepen door een gladde woordvoerder en krijgen uiteindelijk de plaatsvervangende chef te spreken, Ohran Aras.
Een gesprek
zoals een gesprek moet gaan, alsof je onderhandelingen voert. Aan
het begin ontkent deze meneer dat er politie en schoolkinderen onder
één dak zitten in Küçük Armutlu, hij had het zelf gezien, was er
twee maanden geleden nog geweest. Aan het eind belooft hij dat hij
er alles aan zal doen om aan deze situatie zo snel mogelijk een
einde te maken. Uiteindelijk geeft hij toe dat er vanwege de speciale situatie tijdens de zomervakantie door de politie gebruik is
gemaakt van de schoolgebouwen. Als dat nu nog steeds het geval is,
is dat naar zijn mening een erg onwenselijke situatie. Wat hij kan
doen is de veiligheidspolitie zeggen dat die situatie onaanvaardbaar
is, dat is inderdaad zijn taak. Op dat moment hadden wij spijt dat
we geen bandrecorder bij ons hadden.
De onderburgemeester van de deelraad had geen tijd om ons te zien. De volgende dag bleek waarom. Hij was die dag uit zijn partij gezet, de directe aanleiding was een schandaaltje, maar zijn positie begint onhoudbaar te worden door zijn uitgesproken standpunt voor het behoud van Küçük Armutlu.
De afspraak 's middags verliep minder flitsend dan die van 's morgens. Omdat bij het Ministerie van Onderwijs uiteindelijk niemand op
de hoogte bleek van de afspraak die voor ons gemaakt was, besloten
we op dezelfde manier bij de burgemeester langs te gaan. Op zo'n
moment is het toch wel handig om een echt parlementslid bij je te
hebben, al voldoet een visitekaartje ter legitimatie. Dat maakt
indruk. Zo waren wij de eerste Küçük Armutlu-delegatie die überhaupt
ontvangen werd op het gemeentehuis en niet door de ordedienst weer
buitengezet. De burgemeester zelf is naar Ankara, maar we krijgen
zijn medewerker public relations. Die wil ons eerst iets uitleggen
over de sociaal economische toestand in Istanbul. Dat houdt hij
vervolgens anderhalf uur vol. Hij begint in de Middeleeuwen en wijdt
uit over alle Goede Werken van de gemeente Istanbul: het openbaar
vervoer, het luchtzuiveringsplan op aardgas, gratis brood en melk
voor de armen, het lage criminaliteitscijfer door de bijzondere
structuur van de Turkse samenleving.
Hem onderbreken met vragen meer
to the point komt ons te staan op steeds grovere beledigingen. Het
begon met "Ik dacht dat democratie was dat je naar elkaar luistert"
en eindigde met de ultieme belediging van onze senator: "U bent hier
totaal onvoorbereid naar toe gekomen, voor een parlementslid vind ik
dat bijzonder onprofessioneel" op het moment dat wij het gesprek
wilden afbreken omdat duidelijk werd dat we nooit aan Küçük Armutlu
toe zouden komen.
Amnesty signaleerde al dat de Turkse autoriteiten meester zijn in het geven van een verkeerde voorstelling van zaken, bijvoorbeeld tijdens hoorzittingen van de VN of van Europese Commis- sies. Voortdurend wordt verwezen naar maatregelen die op komst zijn als of ze al van kracht zijn, bovendien geeft men steeds een ver keerde voorstelling van de heersende toestand in het land. Turkije wil meetellen in Europa, maar houdt voor de binnenlandse situatie een slag om de arm. Deze woordvoerder kan er ook wat van: "Met westerse normen kunnen de Turkse problemen niet opgelost worden". En: "Mensenrechten in de stad is een heel ander probleem dan op het platteland".
Het Zentrum für Freie Völker startte deze herfst een campagne tegen
deze resolutie. Tientallen Euro-parlementariërs ondertekenden een
verklaring dat er nog wel wat vraagtekens te zetten zijn bij deze
schets van de Turkse situatie. Na een persconferentie in het EG-
gebouw in Straatsburg in oktober werden sommigen van de organisatoren op weg naar huis gevolgd tot in Keulen. Euro-parlementarirs die
de petitie ondertekend hadden kregen bezoek van de Franse geheime
dienst die hen vroeg of ze wel wisten met wat voor radikalinski ze
te maken hadden.
Deze intimidatie bleek de voorbode van meer ellende. Dinsdagochtend 24 november om 6 uur 's morgens werd het kantoor
van het Zentrum für Freie Völker bezocht door een speciale eenheid
van de Duitse politie (politieke politie Beieren). Zes uur lang
doorzocht dit team onder aanvoering van een Turkse man, die duidelijk meer was dan tolk, het piepkleine kantoortje in Keulen. Drie
mensen en dozen vol materiaal, inclusief floppy's en computer meegenomen.
Uiteindelijk bleek dit een onderdeel van een gecoördineerde
actie van 20 huiszoekingen in met name Beieren met als nogal gezochte
aanleiding een onderzoek dat al sinds 1983 liep naar medeplichtigheid aan afpersingspraktijken van Dev Sol. Voor de duidelijkheid:
dit speelde zich af nauwelijks twee dagen na de moord op een Turkse
familie in Mölln. Je vraagt je af waar de prioriteiten van de Duitse
politie liggen.
In Istanbul werd op hetzelfde moment het kantoor van
de mensenrechtenorganisatie Özgur Der opgerold. Iedereen aanwezig
meegenomen, redelijk snel weer vrijgelaten, maar de organisatie is
weer niet voor de eerste keer verboden.
Drie weken na ons vertrek kregen we een fax uit Turkije. In Küük Armutlu is een meisje van zes overreden door het politiepantservoertuigje. Spelend voor het schoolgebouwtje oftewel de politiepost. Ze was op slag dood.
Met dank aan: Ties Prakken en Marq Wijngaarden.