"Mijn kontaktpersoon schreef altijd tijdens onze gesprekken
dingen op. Namen van mensen. Wanneer er onbekende mensen op
vergaderingen zijn moet ik die beschrijven. Groot, klein,
brildragend, lang, kort haar, leren jekkie aan, dat vragen ze
wel ja. Een half jaar geleden hebben ze me foto's laten zien,
van uhh, Groningen of daar bekenden bij waren. Het was een
groot fotoboek. Er zaten allemaal foto's in. Van die, ja
zegmaar zes bij vijf, van die, uuh, geen politiefoto's laat ik
het zo zeggen, maar gewone foto's. Gewoon op straat. Mensen
die het niet in de gaten hadden. Ik vermoed van lui die bij
Wolters Noordhoff naar binnen zijn gegaan, zo te zien.
Het
waren allemaal dezelfde soort foto's. In totaal denk ik zo'n
honderd foto's, allemaal zwart-wit. Het waren foto's die
allemaal vanuit dezelfde positie waren, van hoog naar laat. Ik
denk vanuit een gebouw. Dat boek hebben we samen een keer
rustig doorgekeken. Eerlijk, ik kende er niemand van. De
foto's waren genummerd, allemaal. En achterin lat een groot
vel met nummers en daar zaten namen bij. Waarschijnlijk meer
dan honderd namen."
Aan het woord is de onlangs ontmaskerde Joop de Boer, alias
Joop Tiel. Hij infiltreerde negen jaar lang in allerlei
aktiegroepen, had goede kontakten met veel vredesaktivisten en
was altijd te porren voor een praktische klus. Zijn
ontmaskering was een van de gevolgen van een uitgebreid
onderzoek naar het funktioneren van de BVD in Nijmegen. In het
boekje de Tragiek van een Geheime Dienst doen de om
begrijpelijke wijze anoniem gebleven onderzoekers verslag van
een klaarblijkelijk maandenlange speurtocht naar de
geschiedenis en werkwijze van de Plaatselijke Inlichtingen
Dienst (PID). Een duik in de geschiedenis van de politieke
politie wordt gevolgd door een nauwgezette rekonstruktie van
middelen en taktiek van de Dienst, geïllustreerd met
foto's van auto's, safe-houses, agenten en infiltranten.
Achterin de Tragiek is een verslag opgenomen van het gesprek
dat met Joop Tiel dat plaatsvond nadat hij gekonfronteerd was
met foto's van zijn ontmoetingen met de PID.
De Nijmeegse politie was met de publikatie van het boekje "niet echt gelukkig", maar moest dagenlang vergaderen over te ondernemen stappen. Gronden voor strafrechtelijke vervolging werden niet gevonden. De enige zet met naar men hoopt redelijke kans van slagen leek het civiel rechterlijk aanklagen van de verspreider, uitgeverij Ravijn in een kort geding met als eis het stopzetten van de distributie op somma van een boete van 5000,- per dag om verdere schending van de individuele agenten te voorkomen. Ravijn, die de dagvaarding voor het proces van maandag 10.00 uur op vrijdag aan het begin van de middag kreeg uitgereikt (zegt de deurwaarder uit gewoonte: "Prettig weekend!"), ziet het kort geding als een goeie publiciteitsstunt en bovendien als kans de diskussie over de BVD nog een keer onder de aandacht te brengen.
Ook de BVD in Den Haag bleek 'not amused'. Docters van Leeuwen deed samen met Joop Tiel aangifte van wederrechtelijke vrijheidsberoving, oftewel ontvoering. De infiltrant was onder valse voorwendselen naar een vergadering gelokt om een goed gesprek met hem te kunnen voeren. De advokate van de arrestant die in dit verband vorige week werd gemaakt, probeerde erachter te komen in welk arrondissement er dan een gerechtelijk vooronderzoek was gestart. Zij kreeg echter zowel in Amsterdam, Arnhem als Nijmegen nul op rekest en dus ook geen inzage in de eventuele stukken of ingezette dwangmiddelen als telefoontaps.
Kennelijk voelde de BVD zich dusdanig in het kruis getast, dat
zij zich onmiddellijk het bekend worden van de ontmaskering
van Joop Tiel verlaagde tot het verspreiden van valse
insinuaties als zou de infiltrant onder hete lampen en
bedreigd met elektrocutering zwaar onder druk gezet zijn.
Minister Dales nam in dit verband zelfs het woord 'marteling'
in de mond.
Afgezien van het feit dat uit het gepubliceerde
verslag in de Tragiek blijkt dat Joop uitvoerig en in alle
rust gepraat heeft en het verhaal over de met tape op tafel
bevestigde snoeren van een mikrofoon uit de persverklaring van
de ondervragers een stuk geloofwaardiger klinkt, is het de
vraag of de verontwaardiging over het schenden van privacy
niet wat selektief is. Met iemand die negen jaar lang het
vertrouwen van mensen geschaad heeft door vriendschappen te
misbruiken om ieder detail wat hij wist door te geven aan de
BVD, daarmee moet toch op zijn minst een indringend gesprek
gevoerd worden.
Natuurlijk kwamen deze ontmaskering en het verschijnen van de
Tragiek van een Geheime Dienst de BVD uitgesproken slecht uit,
net nu ze begonnen waren aan een nieuw openbaarheidsoffensief.
Via 'onthullingen' over nog immer aktieve russische spionnen
in KRO's Brandpunt moest het publiek worden overtuigd van de
noodzaak van het bestaan van de Dienst. De Tweede Kamer was
zeer verontwaardigd over deze manoeuvre, voor minister Dales
aanleiding vooralsnog alweer een einde te maken aan deze
nieuwe openheid.
De makers van het boekje over de PID in Nijmegen hebben hun
eigen invulling gegeven aan het streven naar meer openheid
over de BVD. Zij stellen zich op het standpunt dat een
serieuze diskussie over de BVD niet mogelijk is zonder kennis
van methodes en werkwijze van de Dienst en dragen daar hun
steentje aan bij.
Door ontmaskering van Joop Tiel laaide voor de zoveelste keer
de diskussie over BVD-interesse voor geweldloze groepen op.
Ondanks het feit dat Joop de B. jarenlang systematisch alle
informatie doorgaf over klubs variërend van de
anti-militaristische wandelvereniging Is het hier Oorlog en
50+ tegen Kernenergie tot de Hekkenknippers van Kees Koning,
blijft minister Dales ook nu weer volhouden dat de BVD niet
geïnteresseerd is in de Vredesbeweging. Ze doet vragen
vanuit de Kamer hierover af als 'gezeur over futiliteiten' en
loopt weg als er te veel kritiek komt.
Ontkennen dat de BVD overmatig veel aandacht voor de
Vredesbeweging heeft is onderhand niet meer geloofwaardig. Uit
de handel en wandel van Joop de B. zijn echter nog
verdergaande konklusies te trekken, zijn verhaal bevestigt de
analyse van buro Jansen & Janssen dat de BVD het liefst de
hele alternatieve beweging in kaart zou willen brengen.
In de onlangs door uitgeverij Ravijn uitgebrachte brochure
Regenjassendemokratie is op basis van 59 infiltratiepogingen
een schets gemaakt van het interessegebied van de Dienst.
Het gaat de BVD niet uitsluitend om bommengooiers of anderen
die mogelijk in staat zijn tot activiteiten die een ernstige
bedreiging vormen voor het voortbestaan van de democratische
rechtsorde. Integendeel. Iedereen die wel eens een aktie voert
of op de een of andere manier mensen kent die dat doen, is
mogelijk object. Bovendien is de Dienst geïnteresseerd in
allerlei mogelijke 'zachte' informatie, in vriendschappen,
drankgewoontes, de binnenkant van een kraakkafé, kortom
informatie die zich uitstrekt tot diep in de persoonlijke
levenssfeer van mensen.
En, om met minister Dales te spreken:
"De BVD verzamelt geen gegevens om daar vervolgens niets mee
te doen". (antwoord op vragen uit de Tweede Kamer over het
gebruik van BVD-informatie in de Groningse WNC-zaak).
Uit de analyse die buro Jansen & Janssen maakte van de
opsporingsmethoden die gehanteerd zijn om de Groningse
WNC-arrestanten achter slot en grendel te krijgen, blijkt hoe
aktief de rol van de BVD daarin kan zijn.
Om te beginnen is de hulp van de BVD ingeroepen om achter de
identiteit van die arrestanten te komen die hun naam niet
wilden zeggen. Maar dat was nog niet alles: de BVD leverde
zoveel informatie, ook over al wel bij naam bekende mensen,
dat de CRI daarmee haar hypothese van een 'criminele
vereniging' kon ondersteunen.
Omdat het werken met uitsluitend BVD-gegevens als
bewijsmateriaal in Nederland door de rechter niet geaccepteerd
wordt, heeft de politie geprobeerd te verhullen dat deze
informatie uitsluitend van de inlichtingendienst afkomstig
was, door het achteraf toevoegen van processen-verbaal over
zogenaamd politie-onderzoek.
Het speciale onderzoeksteam van de Groningse politie heeft al
het mogelijke gedaan om achter de identiteit van de
WNC-krakers te komen. Zij deed daarvoor onder andere een
beroep op de BVD voor een onderzoek "met betrekking tot de
(...) aangehouden verdachten, welke reeds eerder bij soortgelijke
strafbare feiten betrokken zijn geweest".
De Dienst levert in antwoord hierop een lijst met een bonte
variatie aan akties waar de arrestanten die zij konden
identificeren in het verleden aan meegedaan zouden hebben.
Opvallend aan deze lijst is dat de BVD geen onderscheid maakt
tussen akties waarbij mensen opgepakt zijn en gebeurtenissen
waarbij iemands deelname kennelijk is waargenomen. Vaak staat
er in de BVD-lijst alleen "betrokken bij verzet tegen een
ontruiming", "spreker bij een demonstratieve optocht" of
"deelgenomen aan bezetting van het VNO-kantoor in Den Haag".
Van "strafbare feiten" was in die gevallen geen
sprake. Integendeel, veel van de akties die mensen nu
nagedragen worden en waarover de BVD blijkbaar informatie
verzameld, zijn geheel geweldloos en wat de BVD zelf beoor-
deeld als politieke drukmiddelen die je in een democratie als
de onze ter beschikking hebt.
Van deze lijst met akties werd vervolgens door de CRI driftig gebruik gemaakt om aan te tonen dat mensen zich bewust waren dat ze meededen aan een criminele vereniging, vanwege het simpele feit dat ze al eerder aan akties hadden deelgenomen. Dat de gegevens die de CRI gebruikt afkomstig zijn van de BVD en niet (uitsluitend) uit CRI- of politie-archieven probeert men te verhullen door het toevoegen van processen verbaal die het moeten doen voorkomen dat de informatie afkomstig is van plaatselijke politie resp. Marechaussee. Deze stukken zijn echter niet alleen allemaal opgesteld nádat de CRI-analyse al was afgerond, uit het onderzoek van Jansen & Janssen blijkt dat de gegevens in die processen-verbaal domweg niet overeenkomen met die in het CRI-rapport. Kort gezegd komt het er op neer dat in de legitimerende brieven steeds een kleiner aantal mensen genoemd wordt, dan door de CRI uiteindelijk wordt opgevoerd. Ook op andere punten blijkt bij vergelijking dat er met de feiten gesjoemeld is.
De BVD verdedigt haar gewroet in op het oog vreedzame groepen
steeds weer met het argument dat het de Dienst gaat om
bepaalde individuen die mogelijkerwijs...enzovoort. Uit de
manoeuvres die voorafgingen aan het WNC-showproces blijkt
echter dat eerder het omgekeerde het geval is. De BVD
bespioneert allerlei zelfs de meest geaccepteerde politieke
akties, als bezettingen en picketlines, en noteert wie daarbij
aanwezig was. Die informatie wordt opgeslagen in de catacomben
van de Kennedylaan totdat het moment rijp is er gebruik van te
maken.
Na de ontruiming van het WNC deed zich zo'n mogelijkheid voor.
De publieke opinie is geschokt door het verzet van de krakers,
men roept om wraak. Het Openbaar Ministerie ziet geen kans
personen aan te klagen voor specifieke strafbare feiten en
grijpt in de trukendoos: artikel 140. De jurisprudentie
vereist dat er voor de constructie van een criminele
vereniging sprake moet zijn van enige duurzaamheid. Geen
probleem, de gegevens van de BVD bieden een prima basis ter
ondersteuning van de artikel 140-aanklacht. Mensen die
gearresteerd zijn krijgen hun aktie-verleden nagedragen en
dreigen veroordeeld te worden op alles waar ze ooit aan
meegedaan zouden hebben. Zo bezien werkt de BVD mee aan de
criminalisering van aktievoerders, die beschuldigd worden van
feiten die hen op niet eens persoonlijk aan te rekenen zijn.
In tegenstelling tot dat wat altijd beweerd wordt blijkt uit
het WNC-dossier dat de BVD geïnteresseerd is in alle
mogelijke akties, hoe soft of geweldloos ook; dat die
informatie moeiteloos gekoppeld kan worden aan personen; dat
dat geheel los staat van de vraag of de personalia ooit aan
Justitie of Politie bekend zijn gemaakt. En dat de BVD genegen
is materiaal aan te voeren om te dienen als ondersteunend
bewijs. Puur juridisch is dit al verwerpelijk, omdat de BVD
geen opsporingsbevoegdheid heeft en zich dus ook niet hoeft te
houden aan het Wetboek van Strafvordering. De gehanteerde
opsporingsmethoden hoeven dientengevolge nooit onderworpen te
worden aan rechterlijke toetsing, dus hoe ze bij jou terecht
gekomen zijn is nooit te controleren.
Bovendien is hiermee eindelijk een keer bewezen dat de BVD wel
degelijk het liefst de hele beweging in kaart brengt, niet om
- zoals ze dat zelf zo graag formuleren - zich bezig te houden
met hen die de 'gewichtige belangen van de staat in gevaar
brengen', maar om als het hen uitkomt eenieder die niet in het
gareel loopt uit te rangeren.