Over een paar maanden bestaat buro Jansen & Janssen vijftien jaar.
Ik was een van de
oprichters en ik werk er nog steeds. De andere oprichter hield het na vijf jaar voor gezien,
deed sindsdien onderzoeksopdrachten voor de politie, promoveerde op georganiseerde
criminaliteit en werkt nu fulltime (en goed betaald mag ik hopen) vooral voor justitie.
Vijftien jaar. Pas de laatste tijd zie ik dat niet zozeer als een teken dat ik zelf zoveel
ouder ben geworden, maar ook als iets dat ik bereikt heb, opgebouwd en volgehouden. Niet dat
er echt veel momenten zijn geweest dat ik er serieus over heb gedacht iets anders te gaan
doen - een baantje nemen zegmaar. Iets aan de universiteit is nooit een optie geweest.
Initiatieven om anarchisme in de praktijk te brengen, en direkte aktie op straat en de
kraakstrijd te integreren in het lesprogramma vielen niet bepaald goed bij de
Maagdenhuisbezetters uit de jaren zestig die zich net lekker hadden geïnstalleerd
op de meest linkse faculteit van Amsterdam (de meesten zitten er nu nog steeds).
Er stond marxistische theorievorming op het programma, en anders niks.
Het toppunt was mijn afstudeerskriptie die het weekblad bluf! wilde evalueren als
alternatief werkproject en alternatieve krant. Die skriptie werd afgekeurd op de
allerlaatste bespreking waar wij met taartjes binnenkwamen omdat ons werk beneden
al gedrukt werd. Blij dat ik daar weg was.
De combinatie van studeren en aktievoeren was begin jaren tachtig niet echt normaal
- vanuit de beweging was de morele druk om ermee op te houden groot. Daarna begon het
grote leunen van de andere kant: ouders die vonden dat het speelkwartier nu maar eens
afgelopen moest zijn. Ik was absoluut niet van plan om van richting te veranderen; ik
vond dat ik hard genoeg werkte, alleen niet voor geld, of op een manier dat zij het
graag zagen.
Die strijd is pas voorbij sinds ik mijn kraakkrotje in de Jordaan (11 jaar gewoond
- van kraak tot sloop!) via een wisselwoning verruilde voor een optrekje aan de gracht
(ook een verbouwd kraakpand weliswaar), er hoorde een man bij (een ouwe kraker
maar hij verdiende goed) en er kwamen kinders - dus voor mijn ouders is nu alles in orde.
Zelf heb ik niet het idee dat er zoveel is veranderd. OK, de uitkering werd bananenpool
en -we gaan met onze tijd mee- binnenkort misschien wel Melkert (nooit te beroerd om
de werkloosheidsstatistieken te helpen vervalsen). Ik schrijf niet meer alleen voor de
Ravage en Kleintje Muurkrant, maar ook voor Vrij Nederland, de Groene, Intermediair -
en zelfs een enkele keer voor politiebladen als het zo uitkomt; in de strijd tegen
Europol komen de vreemdste coalities tot stand.
En dat is precies de motivatie:
je hebt iets te melden en je wilt gehoord worden. Naast het werk dat Jansen & Janssen
meer op de achtergrond doet, het ondersteunen van aktivisten die ongewenst met politie
en justitie in aanraking komen of dat juist proberen te voorkomen, is het sinds het
verdwijnen van de beweging van de jaren tachtig nodig om naar andere wegen te zoeken
om wat je te zeggen hebt naar voren te brengen. Kritisch onderzoek doen en daarover
schrijven is wat ik goed kan - en wat ik het liefste doe. Maar dan wel over onderwerpen
die ik zelf uitkies, op mijn eigen voorwaarden en vanuit mijn eigen kantoor. En dat blijkt
te werken.
Niet dat het vanzelf gaat. Een stuk geplaatst krijgen is moeilijk en een kwestie
van heel hard volhouden. Steeds weer met je kop tegen de muur, geweigerd worden en dan toch
de energie weten te verzamelen om het ergens anders te proberen - en nog een keer, en nog
een keer. Houten kop krijg je ervan. Op de redaktie van bladen waar ik voor schrijf kom ik
niet graag. Te vaak met arrogantie gekonfronteerd, het gevoel gekregen dat je niet meetelt.
Absoluut niet de behoefte daar bij te horen - en dat leidt weer tot onbegrip. Dan blijf je
ongrijpbaar en dat geeft reden tot speculatie en roddels. Het schijnt een probleem te zijn
dat niet duidelijk is of ik journalist ben of aktievoerder. Ik vind dat helemaal geen punt.
Integendeel, daarin ligt de essentie van wat ik doe. Ik zie het meer als een soort guerilla
via de 'echte media', je duikt dan eens hier op, dan eens daar en dan weer via Internet.
Permanent ondermijnend bezig zijn, zo heb ik ooit mijn doel met Jansen & Janssen geformuleerd
. Verder gaat het niet om mij, maar om wat ik schrijf. Ik hoef niet zo nodig op de
roddelpagina van de Vrij Nederland.
's Nachts wakkerliggen over de vraag wat het allemaal voor zin heeft, daar krijg ik de kans niet voor. Dan staat mijn dochtertje aan mijn bed - dat ze niet kan slapen. Wat is daar verder over te zeggen? Uiteindelijk gaan we allemaal dood, veel te snel al. Tja. Je kan ook niks doen.