Opgericht: juli 1989, Top van Parijs
Deelnemers: West Duitsland, Australië, Oostenrijk, België,
Canada, Spanje, de Verenigde Staten, Frankrijk, Italië, Japen,
Luxemburg, Nederland, Engeland, Zweden en Zwitserland.
Uitgebreid met: Hong Kong, Nieuw Zeeland, de Golfstaten (deden
maar een keer mee), Denemarken, Griekenland en Portugal.
Doel: het stoppen van witwassen van drugsgelden.
Werkgroepen: 1. inventarisatie van drugsvangsten en verschillende manieren van witwassen. 2. internationale juridische
samenwerking in verband met bewijslast en straffen.
3. financiële en administratieve wetgeving.
Resultaat: 3 rapporten en een vervolgonderzoek
Tegelijkertijd: EG verdrag op witwassen van drugsgelden, nov.
1990
2. Het Basel Committee
Opgericht:
Opgericht: door de Raad van Ministers in 1957
Deelnemers: experts van officials van de verschillende nationale
organen, Justitie, gevangeniswezen en Openbaar Ministerie.
Doel: het stimuleren van internationale samenwerking in het
voorkomen en bestrijden van criminaliteit en de behandeling
van wetsovertreders. Komen tot harmonisatie van wetgeving en
het stimuleren van een kritische aanpak door het uitwisselen
van informatie.
Resultaat: een hele serie van aanbevelingen aangenomen door
het Committee van Ministers.
4. het Pompidou-overleg
Groep voor samenwerking tegen het gebruik van en de handel in
verdovende middelen.
Opgericht: 1971, opgenomen door de Raad van Europa in 1980.
Deelnemers: EG-lidstaten, Zweden, Zwitserland, Noorwegen,
Turkije, Finland, Oostenrijk, Malta, Joegoslavië en Polen.
Op grond van een onofficiële overeenkomst doet sinds 1983 de
EG Commissie ook mee, status is niet duidelijk
Doel: een multi-diciplinaire aanpak van het probleem, een
combinatie vanuit gezondheidszorg en repressie
Resultaat: Ideeënuitwisseling op de halfjaarlijkse bijeenkomsten in Strassbourg.
Opgericht: op de Europese top op Rhodes, 2-3 december 1988
Deelnemers: een 'senior official' uit iedere lidstaat plus een
voorzitter. Ieder land benoemd een coördinator, zij ontmoeten
elkaar iedere maand.
Doel: het ondersteunen van intergouvernementele samenwerking
op het gebied van de toegenomen bewegingsvrijheid van burgers.
Door maandelijkse vergaderingen op nationaal niveau met de
betrokken ministeries. Elke zes maanden rapporteren de
coördinatoren over de aktiviteiten van de groepen die zij begeleiden: De Raad van de EC, TREVI, Ad Hoc Groep Migratie, de
werkgroep juridische samenwerking criminele zaken.
Resultaat: het Palma-document, 1989 met een lijst van maatregelen,
prioriteit ligt bij actie tegen terrorisme, internationale misdaad, drugshandel en andere illegale handel. Nadruk
op betere internationale samenwerking van justitie en politie.
Belangrijkste idee is een sterker systeem voor de uitwisseling
van informatie.
6. UCLAF
Unit for the Coordination of Fraud Prevention
Opgericht: in 1989 door het algemene secratariaat van de
Commissie.
Deelnemers: Commissie-leden en gespecialiseerde politiemensen uit
de lidstaten
Doel: heeft coördinerende rol en concentreert zich uitsluitend
op het stoppen van EG fraude. Onofficieel coördinatiecentrum.
DAF, Documentation Anti-Fraud, was in maart 1992 nog in ontwikkeling.
7. MAG en MAG 92
Mutual Assistance Group
Opgericht: 1967 onder de Napels Conventie
Deelnemers: douane-beambten van de Lidstaten aangevuld met
de Europese Commissie
Doel: het stimuleren van administratieve samenwerking in de
strijd tegen de drugs.
Resultaat: verbetering van samenwerking en informatie-uitwisseling tussen politie en douane. Trainingsprogramma's.
SCENT, Systems Customs Enforcement Network, database waarop 8
landen zijn aangesloten, maar is niet echt efficiënt.
8. Europese politieke samenwerking
Opgericht: Londen 20 oktober 1986
Deelnemers: raadgevend framework voor de ministers van
Justitie en binnenlandse zaken.
Doel: illegale migratie en bestrijden van meest drugsrelated
crime.
Juridische groep van de 12 ministers vergadert 3 keer per
jaar om tot overeenkomsten over uitwijzing en overdragen van
vervolging en ten uitvoerlegging van straffen te bespreken.
Ad Hoc groep drugsverslaving vergadert sinds 1986 een keer
per jaar. Groep van experts die activiteiten rond drugs en
gezondheid coördineert.
9. TREVI
Terrorism, Radicalism, Extremism, International violence
Opgericht: als werkgroep tijdens de Raad van Ministers in
Rome, 1975.
Deelnemers: ministers van justitie en binnenlandse zaken.
Staat buiten de EG strukturen, er is geen controle, alhoewel de
Commissie recentelijk is toegelaten als waarnemer. Uitgebreid
met 'de vrienden van TREVI': Oostenrijk, Marokko, Noorwegen,
Zweden, de Verenigde Staten en Canada.
Doel: algemene taak het bevorderen van samenwerking op
gebied van veiligheid, onderverdeeld in de volgende groepen:
TREVI 1: (1976) terrorisme
TREVI 2: (1976) politie opleiding en technologie
TREVI 3: (1985) georganiseerde misdaad en serieuze verstoringen van de openbare orde (met Interpol als observer)
Binnen deze werkgriep is besloten een niet-uitvoerend orgaan
in het leven te roepen voor de uitwisseling van informatie
over strijd tegen drugs: de European Drugs Intelligence Unit
(EDU). De EDU is nu de eerste fase in de opzet van Europol.
TREVI 4: veiligheid van nucleaire transporten en andere gevaarlijke
stoffen tegen rampen en ongelukken
TREVI 92 bekijkt de consequenties van het verdwijnen van de
binnengrenzen voor de politie. Zij houden zich ook bezig met
het Europees Informatie Systeem (EIS).
De Ad Hoc Europol groep bekijkt de doelen, ontwikkeling,
vestiging en toekomstige aktiviteiten van Europol.
De konferentie van ministers vindt tweemaal per jaar plaats en
heeft een aktieprogramma geproduceerd over het versterken van
de politiesamenwerking en de strijd tegen terrorism en andere
vormen van georganiseerde misdaad.
10. Ad Hoc Immigratiegroep
Opgericht: oktober 1986 door de ministers verantwoordelijk
voor vreemdelingen en immigratie.
Deelnemers: de 12 ministers, in drie sub-groepen: asylwetgeving,
vervalsing van documenten en controle aan de buitengrenzen. Soms in samenwerking met TREVI-werkgroepen hetgeen niet
zonder moeilijkheden was.
Doel:
Resultaat:
11. European Committee to Combat Drugs (CELAD)
Opgericht: 1989 top in Strasbourg op initiatief van Mitterand.
Deelnemers: de lidstaten
Doel: coordineren van akties tegen drugs
Resultaat: Europees voorstel voor drugsbestrijding
12. Vier duitse initiatieven tegen drugs:
- Ständige Arbeitsgruppe Rauschgift (STAR): Duitsland, Frankrijk, Nederland, Luxemburg, Denemarken, Oostenrijk en Zwitser-
land.
- Arbeitsgruppe Sdwest deed in 1984 Transalpino oefening met
Frankrijk, Itali, Oostenrijk, Zwitserland en Duitsland, maar
ook met specialisten van Interpol en de DEA.
- Arbeitsgruppe Nord: noordelijke deelstaten, Berlijn, Nederland, Zwitserland, Denemarken, Zweden Noorwegen en Finland.
- Arbeitsgruppe Sudost, zuid Duitsland, Oostenrijk, Bulgarije,
Hongarije, Roemenië, Yoegoslavië en Canada.
- Nederlands-Duitse werkgroep.
13. Vienna groep en de Bern groep
Opgericht: 1978 op initiatief van de ministers van binnenlandse zaken van
Deelnemers: Duitsland, Italië, Oosterijk, Zwitserland en
Frankrijk.
Doel: Vienna: terrorisme-bestrijding, Bern-groep: informatieuitwisseling over spionage en terreurbestrijding.
1. het Benelux verdrag
Belangrijkste verdrag in verband met politie samenwerking uit 1962 over de uitwisseling en juridische in criminele zaken. Verder van beleng is het protocol over de afschaffing van grenscontrole in de Benelux. Eerste regeling voor grensoverschrijdende aktiviteiten van politie.
2. Het akkoord van Schengen
Samenwerkingsverdrag tussen de Benelux, Frankrijk en Duitsland
voor de geleidelijke afschaffing van de binnengrenzen. De
afgelopen jaren uitgebreid met Italië, Spanje en Portugal.
Griekenland heeft toeschouwerstatus.
Belanrijkste werkgroepen houden zich bezig met politie en
veiligheid onderverdeeld in drugs, wapens en munit, illegale
immigratie en de uitwisseling van informatie. Die laatste
groep is weer onderverdeeld in grensoverschrijdende observatie
en vervolging, telecommunicatie, juridische samenwerking, het
SIS en privacybescherming.
Het verdrag van Schengen is in het diepste geheim tot stand
gekomen. De democratische controle was onmogelijk, de nationale parlementen kregen slechts de keuze ratificeren -of niet.
3. Dublin verdrag
Een van de activiteiten van de Ad Hoc groep Immigratie was de top van mnisters die verantwoordelijk voor vreemdelingen en immigratie in Dublin, 15 juni 1990. Belangrijkste onderwerpen die daar besproken zijn waren gemeenschappelijke politiek op gebied van immigratie, politiek asiel en visa-kwesties. In de diskussie kwam ook het iedde op voor een gemeenschappelijk informatiesysteem met de gegevens van illegalen. Is nu al bijna aktief onder de naam Eurasyl. Van deze groep lekte in oktober een ontwerp uit voor verregaande restricties voor het asielbeleid.
4. Overeenkomst externe grenzen overschrijding
Binnen de Ad Hoc Immigratie groep is ook een overeenkomst opgesteld over het overschrijden van buitengrenzen. Het voorziet ook in een computersysteem voor de uitwisseling van gegevens. Het zou geregeld worden in een speciale overeenkomst tussen de betrokken Lidstaten, de uitvoering ervan wordt geblokkeerd door een konflikt tussen Engeland en Spanje over de grensbewaking op Gibraltar.
5. Bilaterale overeenkomsten
Er is grote hoeveelhed bilaterale verdragen over samenwerking van politie in grensgebieden en het lokaal grensverkeer. Deze verdragen zijn meestel beperkt tot operationeel en uitvoerend niveau. Samenwerking op gebied van van uitwisseling en informatie en grensoverschrijdende observatie biedt nauwelijks of geen garantie voor de wettelijke bescherming van burgers. Beperkingen worden alleen opgelegd op grond van bestaande privacy wetgeving, bijvoorbeeld in Nederland en Frankrijk.
Een informeel jaarlijks overleg, sinds 1979 vastgelegd in een
vereniging.
Doel: verbeterde samenwerking in de regio, uitwisseling van ervaring om te komen tot oplossing van gezamelijke
problemen, strukturele informatieuitwisseling, stage-projekten
voor politiemensen bij buurlanden, zoveel mogelijk wederzijdse
steunverlening, voor zover juridisch mogelijk.
Dit overleg heeft geleid tot een groei aan de uitwisseling van
materiaal, processen verbaal, conferenties en cursussen.
2. Politie Werkgroep.
Sinds 1979 hebben hoge politiemensen uit Duitsland, België,
Frankrijk, Nederland, Ierland, Luxemburg, Denemarken, Spanje,
Italië en Griekenland informale contact-ontmoetingen.
Doel is operationele informatie uitwisselen over terrorisme en
geweldadige criminaliteit. Met als enig doel informatievoorziening van de betrokken politiemacht.
Er is ook een alternatief netwerk van liaison-bureaus opgezet.
In België wordt dit gedaan door de samengestelde anti-terrorisme
team. Bovendien zijn er direkte faxlijnen voor het realiseren van snel contact.
3. Interpol
Bestaat sinds 1923, leden zijn niet staten maar, in 1991,
politiekorpsen van 154 landen. Interpol mag zich niet bezighouden met opsporing van politieke, religieuze, raciale of
militaire aard. Sinds 1971 is Interpol erkend als een orgaan
onder de internationale wet.
Doel is uitwisseling van informatie over alle vormen van
criminaliteit en liaison officiers. Interpol heeft geen
bevoegdheden zich bezig te houden met de harmonsatie op het
gebied van de strijd tegen de georganiseerde kriminaliteit. De
voortgang van inititiatieven voor overleg over Europese samenwerking met Interpol vorderen slechts moeizaam. Prolematisch
is vooral de verhouding tussen Interpol en de rol de TREVI en
Europol gaan spelen als Europese politiemacht.
Dit overzicht is gebaseerd op het 'Working Document on Police
cooperation' door Lode van Outrive gemaakt voor de Commissie
Burgerrechten en binnenlandse zaken (**vertaling checken:
Committee on Civil Liberties and Internal Affairs),
maart
1992.