Het begint allemaal net haar nieuwe hond, die ze 'Emma' genoemd had, zoals iedereen in de vrouwenbeweging in Amerika toentertijd (1971) dingen vernoemde naar Emma Goldman. Van gezondheidscentra, honden tot zelfs baby's. Je kon T-shirts krijgen met een afbeelding van Emma's hoofd erop, of met 'If I can't dance, it's not my revolution'.
In de zomer van 1975 bezoekt Candace Falk een oude vriend die
een gitaarwinkeltje heeft in Chicago. Door de naam van de hond
herinnert de vriend zich dat hij al jaren een doos vol brieven
op een plank heeft staan, die ondertekend zijn met dezelfde
naam.
De doos blijkt honderden vergeelde brieven te bevatten
die Emma Goldman aan Ben Reitman, haar 'lover' van 1908-1917,
heeft geschreven. De vriend vindt het goed dat ze de hele
stapel kopieert.
Als ze bijna op het eind van de stapel is, komt ze een brief
tegen van Emma aan Ben uit de tijd dat Emma met de
voorbereidingen van haar autobiografie bezig was. Ze
beschrijft daarin hoe zwaar het haar valt de brieven aan
iemand anders te laten lezen: "It's like tearing of my clothes
to let them see the mad outpouring of my tortured spirit, the
frantic struggle for my love, the all absorbing devotion each
letter breaths, I can't do it!"1 Op dat moment besluit ze te
stoppen met kopiëren om Emma Goldmans geheim te bewaren. De
brieven gaan terug naar de 'guitar shop' en de kopieën
verdwijnen in de kast.
Tot dan toe heeft Candace Falk zich tijdens haar
doctoraalstudie aan de University of Californië meer in het
algemeen bezig gehouden met politieke theorieën en het belang
van feministische schrijfsters, echter niet speciaal met Emma
Goldman. Na haar ontdekking gaat ze meer over haar lezen, ze
vraagt zich af hoe de toestanden waarover geschreven wordt in
de privé-brieven zich verhouden tot Goldmans 'public life'.
Een jaar later, in 1976, wordt Falk opgebeld door de eigenaar
van de gitaarwinkel. Hij blijkt degene te zijn die de brieven
jaren geleden terug gevonden had bij het uitmesten van een
zolder in de buurt, die ooit van Ben Reitman was geweest. Een
bibliotheek heeft een bod gedaan, maar wanneer de eigenaar
Falk de mogelijkheid biedt ook een bod te doen, besluit Falk
dat de brieven in een bibliotheek horen, veiliggesteld voor
het nageslacht.
Van de bibliothecaris krijgt ze te horen dat er meer van dit soort brieven bestaan, die wel openbaar zijn, ondanks Emma's wens ze geheim te houden. Daardoor krijgt Candace Falk zin om meer dingen uit te gaan zoeken over Emma Goldmans liefdesgeschiedenissen. Ze is er van overtuigd dat haar respect voor Goldman haar in staat zal stellen Emma's levensverhaal op een 'gevoelige manier' te vertellen.
Emma Goldman schreef wel tien brieven per dag, het was voor haar een middel om ervaringen te verwerken, om haar gevoel van eenzaamheid te onderdrukken en om haar idealen nogmaals te formuleren en te integreren in haar privé-leven. Wat er bewaard is gebleven, is verspreid over allerlei bibliotheken en privé-collecties over de hele wereld. Falk begint een speurtocht onder de bezielde leiding van haar professor Herbert Marcuse, een onderzoek dat zes jaar zal duren.
In 1977 bezoekt Candace Falk enkele oude vrienden van Goldman
die nog in leven zijn. Mollie Steiner en Senya Fleshine zijn
in eerste instantie absoluut tegen het idee om intieme delen
van Emma Goldmans leven openbaar te maken. Ze gruwelen van het
idee dat Falk haar hond Emma genoemd heeft (en dan nog wel
'Red Emma' terwijl de anarchistische kleur zwart is!). Ze
horen Falk uit over haar politieke ideeën om uit te vinden of
haar bedoelingen oprecht zijn. In een brief schrijf Steiner
aan Falk dat ze altijd erg tegen publikatie was, omdat ze
'liefdesleven en seksuele relaties een zeer persoonlijke
ervaring vindt'. Niemand van hen mocht Ben Reitman erg graag
en ze snapt nog steeds niet hoe Emma Goldman zoveel van hem
kon houden. Ze is bang voor nutteloze discussies en vijandige
reacties op eventuele onthullingen. Toch vertrouwt ze erop dat
Falk Goldman geen onrecht zal doen.
Bovendien: Emma had het uitgemaakt met Ben en niet andersom!
'Here, she proves once again her strength of character that
she was, is and always will be: THE GREAT EXAMPLE! She loved
deeply, passionately, but would not sacrifice her dignity' 2
Let er op hoezeer hier principiële argumenten en
persoonlijke sympathie door elkaar heen gebruikt worden!
Molly
en Steyna vertrouwen Falk toe zij Emma Goldman
geadviseerd hebben haar brieven aan Ben niet te gebruiken haar
biografie, omdat ze geloofden dat de aandacht teveel af zou
leiden van Anarchistische Zaak. Wat waarschijnlijk wel
geholpen heeft hen nu van mening doen veranderen, is het feit
dat Falk citaten gevonden heeft, waarin Goldman zich uitlaat
over de onvermijdelijkheid haar brieven na haar dood toch
gepubliceerd zouden worden. Het is zelfs zo Harry Weinberger -
Goldmans advocaat vriend - al meteen na haar dood op zoek
geweest naar een student die een biografie zou kunnen
schrijven over haar privé-leven. 'Emma was conscious of
herself as a historical figure, even in her most intimate
correspondence. She, herself, dated every letter and even
placed some of the most personal ones in the International
Instite for Social History in Amsterdam.'3
Tot zover Falk in de inleiding van haar boek.
Vrouwen voelen zich aangesproken door Emma Goldman, niet in de
eerste plaats om haar anarchistische ideeën over bijvoorbeeld
arbeidersstrijd, de revolutie of communisme in Rusland, alswel
om haar inspirerende onafhankelijke leven (tussen mannen) en
haar denkbeelden over ook nu nog actuele vrouwenzaken.
Tussen indrukwekkende kameraden bleef ze haar eigen mening en
kritiek formuleren, ze was altijd op reis, schreef stukken en
brieven, maakte krantjes en boeken en hield lezingen over de
meest uiteenlopende onderwerpen. Vrouwen in de beweging nu
pikken vooral haar idee‰n over vrije liefde, jaloezie en
geboortebeperking op, die in haar tijd zeer baanbrekend waren.
Het huwelijk vond ze onderdrukkend, wel had ze zelf in haar
leven verschillende intensieve liefdesrelaties. In haar auto-biografie schreef ze daar wel over, maar hoe ze haar idealen
in praktijk bracht werd in haar boek niet echt duidelijk.
Tussen de regels door kun je er wel het een en ander over
afleiden, maar Goldmans vaagheid heeft tot nu toe veel ruimte
overgelaten voor speculatie en eigen invulling. Het beeld dat
Emma Goldman van haarzelf geeft in haar eigen biografie is dat
van een sterke, actieve vrouw.
'Als ik idolen had, zou Emma
mijn idool zijn', schreef Katinka Lünnemann in Katijf nummer 8
in 1982. Ze vindt 'veel herkenning' in Emma Goldmans leven en
ideeën. Ondanks dat de overdreven stijl van Emma haar
irriteert, is Emma voor Katinka 'heel actueel en inspirerend
om te vertrouwen op eigen kracht en gevoel.'
Toch was Emma Goldman over haar verhouding tot vrouwen zelf niet erg mededeelzaam. Ze voelde zich niet aangetrokken tot feministes van haar tijd omdat die zich teveel bezig hielden met het verkrijgen van het kiesrecht. Als anarchiste vond ze dat een zoethoudertje. Vrouwen die zich, net als zij, bezighielden met bijvoorbeeld geboortebeperking, abortus en vrije liefde ervaarde ze snel als concurrenten en vrouwen in de anarchistische beweging, daar was ze vaak jaloers op (vooral als ze knap waren). Niet bepaald redenen om een van de moeders van de vrouwenbeweging te worden.
Door de doos met brieven die C. Falk gevonden heeft, kan het
ideaalbeeld van Goldman enkele gevoelige klappen oplopen.
Duidelijk wordt dat er nogal wat tegenstellingen zijn tussen
haar onafhankelijke publieke leven en haar totale
afhankelijkheid van de liefde en met name van Ben Reitman.
Tegenover haar propageren van de vrije liefde staat haar
jaloezie; haar monogame leven staat in schril contrast tot dat
van Reitman die er tientallen vriendinnen op na hield en naar
de hoeren ging in de tijd dat hij met Goldman ging.
Hoe ze daar mee omging, verscheurd werd door twijfels,
vreselijk aan hem hing, elke dag brieven schreef, er niet meer
tegen kon en toch iedere keer weer naar hem terug ging. De
verslaafdheid aan het vrijen met Reitman, het hunkeren naar
hem, het schrijven over hun bezigheden in bed, waaruit blijkt
dat ze een voor die tijd zeer vrouwvriendelijke, oraalgerichte
manier van vrijen hadden, laten geen ruimte meer voor
illusies.
Het boek dat Candace Falk naar aanleiding van deze
onderzoekingen schreef, verschijnt in 1984 in New York: Love,
Anarchy & Emma-Goldman. Ongeveer tegelijkertijd komt er nog
een biografie uit: Emma Goldman, an intimate life van Alice
Wexler, een boek dat ook geschreven werd na de ontdekking van
de nieuwe brieven.
Uitgangspunt van Wexlers biografie zijn de
tegenstellingen en conflicten die Goldman zelf zag in haar
karakter en waar ze nooit helemaal uitkwam. Wexler neemt een
aantal citaten uit brieven waarin Goldman zich afvraagt of het
misschien niet zo zou kunnen zijn dat haar zeer drukke
publieke leven gewoon een vlucht is, een uitweg uit haar
turbulente innerlijk leven. De benadering van Falk is heel
anders, zij probeert in haar boek op een soort historisch-
wetenschappelijk verantwoorde manier het door haar ontdekte
materiaal te rangschikken, doet dat op een - zeker voor
Amerikaanse begrippen - beschaafde manier, wellicht uit
eerbied voor de moeite die Goldman ermee had deze brieven te
publiceren. Maar de schrijfster maakt nergens haar motivatie
tot het schrijven van dit boek echt duidelijk, ze vertelt niet
waarom ze juist deze brieven en fragmenten uitgekozen heeft,
ze heeft geen spannende hypothese over Emma Goldmans leven die
ze wil bewijzen. Beide schrijfsters lijken zich er niet echt
van bewust te zijn, dat ook zij met het schrijven van hun
boeken, weer een bepaald beeld geven van Emma Goldmans leven.
Het feit dat ze een symbool was en zou blijven had ze zelf dus
al ingekalkuleerd bij het schrijven van haar biografie.
Eerlijker zou het geweest zijn als ze opener was geweest over
haarzelf: het omvertrekken van haar eigen standbeeld aan het
einde van haar leven zou toch meer in de lijn van de
anarchistische leer geweest zijn. Er waren nog wel andere
redenen voor haar keuze, ze droomde er nog steeds van ooit
Amerika weer in te mogen en ze was bang dat met een te
schokkend boek die kans voor altijd verkeken zou zijn. Of
misschien zou het zonder zelfcensuur helemaal niet
gepubliceerd worden. Bovendien wilde ze schrijven voor een
groot publiek, niet alleen voor degenen die ge‹nteresseerd
waren in haar seksleven. Ze vroeg haar 'most constant friend'
Alexander Berkman de redaktie van het manuskript te doen; of
misschien is het juister te zeggen dat ze het niet meer dan
vanzelfsprekend vond dat haar kameraad dit werk voor haar zou
doen.
In zijn dagboeken is te lezen hoeveel hij veranderde, streepte
en polijstte aan het manuskript. Hij schreef zelf dat het boek
er na zijn werk erger uitzag dan een slagveld, op sommige
bladzijden had hij de ene helft weggestreept en de andere
helft woord voor woord herschreven.5Zeker zal daarbij zijn
mening over Reitman meegespeeld hebben, ook hij vond hem een
ellendige nietsnut en beslist geen aanwinst voor de beweging.
Het beeld dat we daardoor van Emma Goldman hebben doet haar tekort omdat het op allerlei manieren gecensureerd is. Ook latere boeken over haar hebben dit beeld niet echt veranderd. Aanvullingen met materiaal van anderen, bijvoorbeeld van vrienden en tijdgenoten zijn ook weer gekleurd, omdat Reitman zo'n buitenbeentje was. De manier waarop Steiner en Fleshine over hem praten is daar een mooi voorbeeld van.
Afgezien daarvan mag niet onvermeld blijven dat het verschijnen van de autobiografie destijds (in 1931) veel stof deed opwaaien, alleen al omdat Goldman er openlijk voor uitkwam dat ze relaties had zonder getrouwd te zijn.
Wel worden er vele geschiedenissen geschreven. Wexler, die
ongeveer tegelijkertijd een biografie schreef, is een stuk
duidelijker over haar eigen positie. Ze stelt dat het erg
moeilijk is om de historiese Emma Goldman los te zien van de
'myth, fiction and controversy'. Goldman was al bij leven een
wandelende legende, de naam alleen al boezemde angst in,
bovendien was ze een van de weinige radikalen van haar tijd
die een goed gevoel voor publiciteit had. Zo kreëerde ze de
mythe van haarzelf als 'earth mother and tragic heroine' die
verder uitgewerkt werd in haar autobiografie. Emma Goldman
heeft zoveel van haar emoties onthuld, zoveel materiaal nage-
laten en zoveel vragen opgeworpen over haar eigen motieven,
dat het wel lijkt alsof ze de gezamenlijke toekomstige biogra-
fes uitdaagt haar komplekse kanten te onderzoeken. Wexler zegt
in haar inleiding dat ze deze uitdaging heeft aangenomen.
Begrippen en methodes uit de psychoanalyse kunnen op zich heel
nuttig zijn bij het schrijven van een biografie. Het is
alleen de vraag in hoeverre het überhaupt mogelijk is om
deze benadering suksesvol toe te passen, als je weet dat
Goldman er altijd rekening mee gehouden heeft dat ze een beroemd iemand
was. Het politieke overheerst het persoonlijke in de
autobiografie en ook van haar brieven - hoe intiem ook - wist
ze dat ze zeer waarschijnlijk bewaard zouden worden.
Wexler vindt het volstrekt vanzelfsprekend om nu te gaan
spitten in Goldmans verleden op basis van het materiaal dat op
dit moment voorhanden is. Met gevolg dat we bakken vol
hedendaagse psychoterreur over ons heen krijgen. Het succes
van Goldmans leven naar buiten toe wordt verklaard vanuit
moeilijkheden en frustraties: autoritaire vader, overdreven
moederbinding, geen gelukkige jeugd, zoeken naar een eigen
plekje, geldingsdrang en ga maar door.
Intussen werkt Wexler wel hard mee aan het creëren van de
zoveelste mythe rond Emma Goldman, namelijk die van haar
vrouwelijkheid. Als reactie op het beeld van de sterke actieve
dame klinkt nu de verzuchting dat de actieve Emma Goldman
gelukkig ook maar een normale vrouwen was met gewone,
alledaagse problemen. Zeer herkenbaar voor hedendaagse dames!
Zo vullen Wexler en Falk - ieder op hun eigen manier - de
ruimte op die Goldman opengelaten heeft, door in haar
autobiografie niet veel over haar privé-leven te schrijven.
Goldman koos er destijds voor niet te veel onthullingen te
doen opdat ze een symbool, een lichtend voorbeeld zou kunnen
blijven. Nu de zolang bewaarde geheimen dan eindelijk openbaar
gemaakt zijn, wordt er toch geen afbreuk gedaan aan Goldman
als ideaal.
Integendeel, de hier besproken schrijfsters zijn er in
geslaagd Emma Goldman op een verantwoorde manier in te voegen
in de hedendaagse, feministische symbolische orde. Er is
inzage in een grote selectie intieme, hopeloze brieven die net
zo lezen als je eigen (depressieve) dagboeken en de psycho-
analytische benadering levert een verhaal op waardoor veel
vrouwen zich aangesproken zullen voelen. Zo blijft Emma een
symbool en dat is maar goed ook. Want wat zouden we moeten
beginnen zonder onze heldinnen?
Candace Falk, 'Love, Anarchy and Emma Goldman',
New York, Holt,
Rinehart & Winston, 1984.
Prijs f 101,-.
Alice Wexler, 'Emma Goldman, an intimate life',
New York,
Pantheon Books 1984 London, Virago Press, 1984.
Prijs f 31,85.