De anti-apartheidsbeweging was vanaf het ontstaan verzekerd van
een brede belangstelling van de tegenpartij. Niet alleen geheime
diensten probeerden zich op de hoogte te houden van het doen &
laten van de beweging. Bedrijven met belangen in Zuid Afrika
schakelden particuliere adviesbureaus in, die vaak veel meer
ondernamen om activisten tegen te werken. De anti-apartheidsstrijd
lijkt tot het verleden te behoren, maar de bereidheid tot opening
van zaken is niet groot.
Om te beginnen was er natuurlijk de BVD. De Dienst zag de anti-apartheidsbeweging als een samenraapsel van oude communisten,
gevaarlijke onderzoekers en vrienden van het ANC, van potentiële
bommengooiers, jonge punks en invloedrijke journalisten. Een
inschatting van de werkelijke omvang van de belangstelling is
moeilijk te maken.
Navraag bij betrokken leverde weinig substantiële verhalen op. Bij
het KZA is weleens een archiefmedewerker weggestuurd die niet
vertrouwd werd. Het verhaal ging dat de jongen gesignaleerd was
terwijl hij vanuit een auto foto's maakte van een anti-apartheidsmanifestatie in Maastricht. Maar verder uitgezocht is
dat niet. Ook oudgedienden bij de AABN wil maar geen voorbeelden
te binnen schieten van last met de Dienst. Terugkijkend viel het
allemaal wel mee, zo lijkt het.
De BVD is desalniettemin nauwelijks te verleiden tot commentaar.
Rechtstreeks aangesproken reageren medewerkers weliswaar verrast;
na eindeloze ruggespraak zijn we toch weer terug bij de bekende
standpunten van de afdeling voorlichting: 'Uitspraken doen over -
vul maar in- zou inzicht geven in de werkwijze van de Dienst'. En
dat kan niet in verband met de staatsveiligheid.
Wat valt er toch te verbergen?
Inzage in de dossiers van de BVD zou meer
duidelijkheid kunnen verschaffen. Maar dat gaat zomaar niet. Zelfs
een afgesloten dossier blijft geheim. Groter gevaar is de
gigantische opschoningsoperatie die de BVD begon na de val van de
Muur. Tweederde van het archief leek gedoemd in de
papiervernietiger te verdwijnen. Dat was aanleiding voor de
oprichting van de Vereniging Voorkom Vernietiging. De VVV staat
iedereen bij die een verzoek tot inzage wil doen en nodigt anti-
apartheidsactivisten van harte uit zich aan te sluiten.
Zonder
inzage in dossiers of medewerking van de BVD moeten we afgaan op
verhalen die desondanks openbaar werden. Algemeen bekend is de
interesse voor de Rara, die is blijvend. De belangstelling geldt
niet alleen de kringen rond de mensen die ooit werden opgepakt,
maar tot grote woede en frustratie van de autoriteiten heel snel
weer vrij waren. De BVD probeerde jonge activisten over te halen
om als informant door te dringen tot het 'Umfeld' van mogelijke
bommenleggers. Sterker nog: de Rara diende bij het benaderen van
linkse mensen jarenlang als schrikbeeld, als de ultieme vijand in
het standaard introductiepraatje over de zo bedreigde
democratische rechtsorde.
Het afgelopen jaar ging het verder terug in de geschiedenis. De
BVD was op zoek naar de oorsprong van de Rara en bezocht oude
krakers, anti-militaristische Onkruiters en mensen van het Comité
Shell uit Zuid Afrika (SuZA). Om over vroeger te praten, in een
vrijblijvende ontmoeting. De vraag was nu direct: kunt u ons
helpen met het onderzoek naar de Rara? De bedoelingen van de BVD
zijn echter lang niet altijd zo eenduidig. Benaderingen rond de
Rara zijn tegelijkertijd een middel om druk op de ketel te houden.
Voor dat doel heeft de Dienst ook minder frisse methoden op het
repertoire. Onrust stoken in de familiesfeer bijvoorbeeld. Uit het
Jansen & Janssen boekje Opening van Zaken uit 1993 bleek hoe
desinformatie de moraal kan ondermijnen. Gezagsgetrouwe ouders
kregen te horen dat hun zoon verkeerde vrienden had, waaronder
zelfs mensen van de Rara. Betrokkenheid bij bomaanslagen stond
voor de geheime dienst vast, moest alleen nog bewezen worden. Of
ze geen kans zagen wat invloed uit te oefenen. De ouders hadden
geen reden aan de woorden van de BVD te twijfelen. De kinderen in
kwestie, linkse activisten van rond de dertig, voelden zich zeer
in hun privacy aangetast.
De BVD claimt een alleenrecht voor benaderingen op eigen
grondgebied. Vergelijkbare manoeuvres van Zuidafrikaanse collega's
in ons land zijn in hun ogen criminele activiteiten.
Het is eind 1989 en de veranderingen hangen duidelijk in de lucht,
Mandela is nog net niet vrij. De Zuidafrikaanse inlichtingendienst
weet van geen ophouden en heeft een ideetje met oog op de
toekomst. Een computerprogrammeur moet het geautomatiseerd systeem
van het ANC zo opzetten dat het voor de geheime dienst eenvoudig te
kraken is. Een ooit gevluchte dienstweigeraar met een cursus
computerbeveiling achter de rug en vage plannen in de richting van
Botswana of Zimbabwe wordt benaderd. De Military Intelligence, de
inlichtingendienst van het leger, doet nogal wat moeite om hem
over te halen. Hij zou amnestie krijgen in Zuid Afrika, alle files
over hem zouden vernietigd worden zodat hij zonder problemen terug
kan. Een gebrek aan ervaring met spionage mag geen belemmering
zijn, hij kan in Nederland worden opgeleid.
De dienstweigeraar is weliswaar nieuwsgierig maar gaat er niet op
in en stapt naar de pers. Daarop volgde een zeer verontwaardigd
telefoontje van de BVD, die aanbood de zaak op zich te nemen.
Nooit meer wat van vernomen.
Was de BVD boos om de benadering of
slechts gepikeerd dat het zich buiten haar gezichtsveld had
afgespeeld? De betrekkingen tussen de diensten zijn ongetwijfeld
verslechterd met de toenemende kritiek op het
apartheidssysteem, maar de BVD was niet de eerst aangewezene om
het Zuid Afrika tegen te werken. Sommige departementen voelden
zich minder geroepen de ambassade van informatie te voorzien.
Ontwikkelingssamenwerking weigerde steevast om jaarverslagen van
door hen gesubsidieerde organisaties zoals Novib en Hivos op te
sturen.
Er ontging de BVD wel eens vaker wat. De dienst toonde zich zeer
verbaasd over een onthulling die Conny Braam in haar boek Operatie
Vula deed. Volgens Braam heeft de BOSS in 1988 geprobeerd Klaas de
Jonge te vergiftigen. Een tas met kleren die hij in Nijmegen in
een bagagekluis op het station achterliet lag bij terugkomst bij
Gevonden Voorwerpen. Aan de kleren was niets te zien maar de dag
nadat de Jonge ze had gedragen kreeg hij last van zijn rechteroog.
Een lichamelijk oorzaak voor de ontsteking werd niet gevonden, de
doktoren konden niet verhinderen dat hij aan een oog blind werd.
De BOSS bediende zich vaker van dit soort methoden, maar niet
eerder in Nederland. Conny Braam heeft Klaas de Jonge destijds
overgehaald geen ruchtbaarheid te geven aan de zaak. Zelf zweeg
zij over een vergelijkbare aanslag op haar leven door de
Zuidafrikaanse geheime dienst in Zimbabwe. Een politiezaak kon het
niet worden, Braam hielp ANC-ers en mensen die voor hen werkten
aan een nieuwe identiteit en een ander uiterlijk om ze Zuid Afrika
in te smokkelen. Met de BVD op de stoep zou Operatie Vula gevaar
lopen.
De vraag is of beveiliging tegen de praktijken van de BOSS
überhaupt mogelijk is. Los daarvan blijft de BVD als beschermer
altijd dubbel, direct contact vergemakkelijkt immers
tegelijkertijd het vergaren van inlichtingen.
De BVD wist -volgens een woordvoerder in het Parool in 1992- dat
een van de medewerkers van de Zuidafrikaanse ambassade betrokken
was bij 'inlichtingenwerk' rond de AABN en Zuidafrikaanse
deserteurs. Deze diplomaat, Foury, werd pas in december 1990 het
land uitgezet.
Handel in informatie is geen monopolie van inlichtingendiensten
van de overheid. Particuliere recherchebureaus maken goed geld met
duur uitgegeven risico-analyses. De toegenomen druk op bedrijven
met banden met Zuid Afrika zorgde halverwege de jaren tachtig voor
een boom in deze business. Vijfduizend gulden kostten de inzichten
van het Britse bedrijf Control Risks in de potentiële bedreiging
van de veiligheid door de anti-apartheidsbeweging in Europa.
Contacten met alle mogelijke groeperingen zouden -ook in
Nederland- worden onder- zocht. De staf van Control Risks bestond
voor een groot deel uit mensen afkomstig van hoge posten bij de
politie en inlichtingendiensten. De directeur Onderzoek onderhield
al sinds de jaren zeventig innige contacten met collega's in
Zuidelijk Afrika. Control Risk ontkende echter ten stelligste
informatie van inlichtingendiensten te gebruiken, men zou niets
anders raadplegen dan open bronnen.
Het adviesbureau van Rafael
Pagan dat Shell in de Verenigde Staten inhuurde om actievoerders
de wind uit de zeilen te nemen ging nog veel verder. Pagan maakte
een compleet vijfjarenplan om de boycot te neutraliseren en zo
mogelijk helemaal te beëindigen. Het Neptunus-rapport adviseerde
Shell vooral te blijven praten met invloedrijke kerkelijke
groeperingen. Voornaamste doel was de radicale leiders van de
boycot te isoleren van de meer gematigde achterban. Ook
Nederlandse anti-apartheidsorganisaties kregen bezoek van een
speciale intelligence functionary van Pagan. Hij deed zich voor als
journalist en ondervroeg hen over hun activiteiten, de
financiering ervan en hun contacten. Deze interviews werden nooit
gepubliceerd.
Pagan deed meer dan het verzamelen van inlichtingen, hij probeerde
metterdaad de publieke opinie te manipuleren. Kerkleiders,
geselecteerd op integriteit en bereidheid mee te werken, kregen
vertrouwelijke documenten voorgelegd om zo overtuigd te raken van
de oprechte bedoelingen van de onderneming. De eigen werknemers
werden gezien als een bron van informatie en verwervers van steun.
De aandacht moest af van de boycot door de nadruk te leggen op
Zuid Afrika in de periode na de apartheid, en op wat het bedrijf
voor goeds deed in het land zelf. En het bleef niet bij adviezen.
Pagan stond aan de wieg van een organisatie van Amerikaanse zwarte
geestelijken die het niet eens waren met sancties tegen Zuid
Afrika. Deze club, COSA, kreeg gratis onderdak en faciliteiten in
het kantoorpand van Pagan, het startkapitaal -1,6 miljoen gulden-
kwam van bedrijven met belangen in apartheid.
Shell Nederland zag de waarde van directe toegang tot
inlichtingen. Voor het in kaart brengen van de omvang en kracht
van actiegroepen deed het bedrijf begin jaren tachtig een gouden
greep. Het hoofd van de Plaatselijke Inlichtingendienst (PID) werd
weggekocht bij de Amsterdamse politie. De nieuwe chef security kon
bij het opstellen van risico-analyses altijd een beroep doen op
zijn voormalige collega's.
Een bedrijf dat het manipuleren met informatie een geheel eigen
invulling gaf, is het rechercheadviesbureau Algemene Beveiligings
Consultants in Vinkeveen. ABC begon in 1986 met risico-analyses
voor bedrijven die gevaar liepen vanwege belangen in bijvoorbeeld
Zuid Afrika of Israël. Afgelopen zomer kwam ABC in het nieuws door
de ontmaskering van medewerker Paul Pieter Oosterbeek. Onder de
naam Marcel Paul Knotter haalde hij oud papier op bij tientallen
Derde Wereldorganisaties zoals Pax Christi, fondsenorganisatie
XminY en de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen, en
bracht het direct naar Vinkeveen. De Parlementariërs tegen
Apartheid van Jan Nico Scholten (AWEPA) -ook vaste klant van
Marcel-vond interne correspondentie terug in hetze-arti- kelen in
de Telegraaf. Ook andere actiegroepen die hun foute fotokopieën en
afgekeurde uitdraaien aan Marcel meegaven hadden in het recente
verleden de ervaring dat geheime stukken in verkeerde handen
terecht waren gekomen.
Marcel Knotter had een bijzondere belangstelling voor Zuid Afrika.
Hij gaf zich uit voor onderzoeker met als persoonlijke hobby naar
believen invloedrijke families als de Fenteners van Vlissingen
(SHV/Makro) of machtige multinationals met belangen in apartheid,
zoals Unilever en Van Leer. Met de kerkelijke onderzoeksorganisatie
Osaci in Utrecht als basis, waar hij acht jaar werkte als vrijwilliger,
bouwde hij zijn netwerk op. Jezelf introduceren door het noemen van
de naam van een wederzijds bekend iemand bleek een simpele doch
doeltreffende methode die Marcel maximaal heeft uitgebuit. Zijn
speciale aandacht ging uit naar het Shipping Research Buro dat zich
concentreerde op illegale oliehandel met Zuid Afrika, en naar kleinere
of zelfs geheime onderzoeksgroepjes. Zo was hij erg nieuwsgierig naar
de inbraak bij Anglo-American, waar twee keurig uitziende heren zich op
zaterdag lieten insluiten door de schoonmakers om een paar uur
later met goedgevulde aktetassen weer te vertrekken. De
gepubliceerde buit onthulde de sluipwegen van de diamanthandel met
Zuid Afrika. Kennelijk liet Marcel zich inspireren door deze modus
operandi. Zelf toonde hij zich in besloten kring fervent
propagandist van de 'vuilniszakkenmethode' om meer over iemand te
weten te komen.
Zeven van de betrokken organisaties hebben eind augustus aangifte
gedaan van oplichting, omdat Marcel tegenover hen verzweeg wat hij
precies met het oud papier van plan was.
Deze onthulling geeft niet meer dan een eerste inzicht in de
aandacht die er was voor de anti-apartheidsbeweging. Het is de
proloog van een chronique scandaleuse waarvan de omvang pas over
jaren helemaal duidelijk zal zijn.